K1 Lektion 1E

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

• Handy zu Hause/Schließfach
• Setzt euch bitte (ga zitten)
• Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
• Laptop geschlossen
• Rucksack auf dem Boden

Was machen wir heute?

- Hausaufgaben 5

- Satz der Woche 5

- Zurückblick+Wiederholung 5

- Aufgabe machen 10

- Würfelspiel 15

- evaluieren 5

Kapitel 1 : Salzburg

Stadt Salzburg, Sommer(ferien), Schule

Lernziele: 

- Ik kan de vraagwoorden in een invuloefening gebruiken

- Ik kan het voltooid deelwoord in een gesprekje gebruiken

- ik ken de duitse vraagwoorden

Hausaufgaben

Satz der Woche: grüßen

Vóór 12.00 uur: Guten Morgen

Na 12.00 uur: Guten Tag / Guten Nachmittag / Hallo

Afscheid formeel: Auf Wiedersehen!

Afscheid informeel: Tschüss!

Ich......Tennis .......

1. habe - gespielt
2. hast - gespielt
3. habe - gespieltet
4. habt- gespielt

Was ......ihr im Supermarkt .......?

1. hat - gekaufen
2. habt - gekauft
3. habt - gekauftet
4. haben - gekauft

Du .... eine Party.....

1. habe - organisiert
2. hast - georganisiert
3. hast - organisiert
4. hast - georganisierd

Das Baby.......laut......

1. habt - geweinen
2. hat - geweint
3. hat- geweintet
4. hast - geweint

Wir ........hart...............

1. habt - gearbeitet
2. haben - arbeitet
3. haben - gearbeited
4. haben - gearbeitet

Was?	Lektion 1 Aufgabe 10	S. 13
Wie?	zu Zweit zacht overleggen
Wie lange?	10 Min
Hilfe?	stencil voltooid deelwoord
Fertig?	https://lingua.com/nl/duits/lezen/schule/
Was machen wir damit?	Antworten kontrollieren

Selbstständig an die Arbeit!

Würfelspiel

• Maak je tafel zoveel mogelijk leeg.
• We tellen af tot 6.
• 1 dobbelsteen per groepje.
• Gooien om beurten.
• Je stelt de vraag die bij het aantal ogen hoort: 1= vraag 1 enz
• Stel de vraag hardop en vul het voltooid deelwoord in.
• Beantwoord de vraag.
• Volgende persoon gooit.
• Help en corrigeer elkaar:-) !!

Denk bij de vragen aan wanneer je iets voor het laatst gedaan hebt.

1. In welches Land bist du in Urlaub (reisen)?

Ich bin nach.......ge.....

2. Was hast du in den Ferien (machen)?

Ich habe.......ge.......

3. Welchen Film hast du im Kino (schauen)?

Ich h.........ge.......

4. Wann hast du (arbeiten)?

5. Welche Musik hast du (hören)?

6. Mit wem hast du (telefonieren)?

Ik kan het voltooid deelwoord toepassen.

😒🙁😐🙂😃

Hoe heb je deze les gewerkt?

Hoe ging het dobbelspel?

Nächste Stunde

Aussprache Lektion 2

Check rommel rond je tafel

Blijf op je plaats tot de bel gaat

Stoel aanschuiven

Danke schön !