‹Revenir à la recherche

Zugspitze, Schritt 9, Periode 2, les 1

Willkommen,
heute ist Montag
der 23. Oktober 
Willkommen,
heute ist Freitag
der 1. Dezember
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Willkommen,
heute ist Montag
der 23. Oktober 
Willkommen,
heute ist Freitag
der 1. Dezember

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lernziel(e)
  1. Kun je de woorden van Schritt 9 gebruiken in opdrachten.
  2. weet je wat regelmatige werkwoorden zijn en kun je deze vervoegen en invullen in opdrachten.



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Studiewijzer periode 2

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vlog : "Wer bin ich"?
Deadline is aanstaande vrijdag 1 december 21:00 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma:
* nieuwe grammatica regelmatige werkwoorden
* nieuwe Duitse woorden
* zelfstandig opdrachten maken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden

Wat zijn eigenlijk regelmatige werkwoorden?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden zijn regelmatig als ze in de verleden tijd dezelfde stam hebben als in de tegenwoordige tijd. 
Je kunt deze volgens een vast patroon vervoegen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord doe je door eerst de stam op te schrijven. 

Wat is de stam van een werkwoord?
  • De stam is het hele werkwoord - en of - n

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind de stam van het werkwoord!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de stam van de meeste werkwoorden (in het Duits)?
A
de ik vorm
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord -en of -n

Slide 10 - Quiz

Antwoord C kan ook kloppen voor een paar werkwoorden bv:
streicheln
tun
verbessern

Dus als het hele ww niet met -en  eindigt maar met -n.
spielen

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

streicheln

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

verbessern

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

lachen

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

machen

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
                                                            werkwoord: wohnen                     stam: wohn
ich                    wohn e
du                     wohn st
er/sie es         wohn t
wir                    wohn en
ihr                     wohn t
sie                    wohn en
Sie                    wohn en


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:  
              
                   (FE)    E - ST - T - EN - T - EN


 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen (kopen), stam: kauf
ich kauf e
du kauf st
er/sie es kauf t
wir kauf en
ihr kauf t
sie kauf en
Sie kauf en


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk nakijken
1. Maak van Kapitel 7, F Sprechen
    Aufgabe 30 en 35
2. Maak van Kapitel 7, G Schreiben,
    Aufgabe 37, 38, 39, 40
3. Oefen je in slim stampen: woorden + grammatica

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan het werk
1. Schrijf de woorden van Schritt 9 in je schrift. Eerst Nederlandse woord dan het Duitse. 
2. Maak van Schritt 9, Aufgabe 1, 2, 3, 5, 7
3. Oefen in Study-go de woorden van Schritt 9





Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hausaufgaben
1. Schrijf de woorden van Schritt 9 in je schrift. Eerst Nederlandse woord dan het Duitse.
2. Maak van Schritt 9, Aufgabe 1, 2, 3, 5, 7
3. Oefen in Study-go de woorden van Schritt 9








Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
  • Kun je de woorden van Schritt 9 gebruiken in opdrachten.
  • Weet je wat regelmatige werkwoorden zijn en kun je deze vervoegen en invullen in opdrachten.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben je goed voorbereid voor de toets van Kapitel 6?
010

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Week 40 H2P

- Leçon avec 32 diapositives
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

NK, Kapitel 4, les 3, week 5

- Leçon avec 25 diapositives
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

NK, Kapitel 4, les 3, week 5

- Leçon avec 25 diapositives
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

NK, Kapitel 4, les 6, week 8

- Leçon avec 36 diapositives
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

NK, Kapitel 4, les 4 + 5, week 6

- Leçon avec 36 diapositives
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Schritt 4 (2)

- Leçon avec 16 diapositives
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Zugspitze, Schritt 10, Periode 2, les 2

- Leçon avec 22 diapositives
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

NK, Kapitel 4, les 2, week 6

- Leçon avec 22 diapositives
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2