Les 3 Diabetes Mellitus BG2 Periode 3

• Crea
• MBO
• Studiejaar 1

BG2

Periode 3

Portfolio opdrachten BG2 

Leerdoelen

De student kan uitleggen welke verschillende vormen van diabetes er zijn.

De student kan uitleggen hoe diabetes kan worden herkend.

De student kan uitleggen hoe de zorg van diabetesclienten gaat.

De student kan benoemen welke symptomen horen bij een hypo/hyper

 De student kan interventies benoemen bij een hypo/hyper.

Diabetes type 1

Diabetes type 2

SUB types:

Zwangerschapsdiabetes

LADA

MODY

Secundaire diabetes

Wat is diabetes?

1. spierziekte
2. bloedarmoede
3. hypo
4. suikerziekte

Als iemand suikerziekte/diabetes heeft, wat maakt het lichaam niet aan?

1. Suiker
2. Glycogeen
3. Insuline
4. Glucose

Een ander woord voor suiker is..

1. ijzer
2. glucagon
3. histamine
4. glucose

Waarom moet iemand met diabetes insuline spuiten?

Mevrouw Heijmans heeft diabetes type 2. De arts in het gezondheidscentrum raadt haar aan om minder koolhydraten te eten. Welke producten kan zij voortaan het beste kiezen?

Kies de juiste antwoorden.

minder koolhydraatrijke

 voeding

koolhydraat rijke voeding

Banaan

Broccoli

Cola light

Pasta

Rijst

Thee

Volkoren boterham

Vruchtensap

Zorg voor client

"Hoe ga je met client om als diegene een hyper / hypo heeft ?

Hypo

Een hypo gaat over als je snel iets zoets eet of drinkt (niet light of zero). Neem bij een lage bloedsuiker het liefst suiker in de vorm van glucosetabletten (druivensuiker/dextrose). Neem bijvoorbeeld zes tot acht tabletten druivensuiker wanneer je een hypo hebt. 

In ernstige gevallen kun je tijdens een hypo je bewustzijn verliezen of een epileptische aanval krijgen. Dan moet iemand meteen 112 bellen. 

Hyper

Bij een hyper wil je lichaam zelf het teveel aan suiker in het bloed kwijtraken met als gevolg: veel plassen. Bij een hoge bloedsuiker is het belangrijk om veel dranken zonder suiker te drinken, het liefst water of thee. Ook bewegen is goed, zoals wandelen of fietsen. Dan verbranden je spieren bloedsuiker. Als je insuline gebruikt, dan moet je meestal extra insuline spuiten.

  

Als de hyper steeds erger wordt, kun je flauwvallen of zelfs in coma raken. Bij een heel ernstige hyper heb je een diepe ademhaling en kan je adem naar aceton ruiken. Dan moet direct 112 worden gebeld.

Verder werken aan kookboek

Minimaal af tot en met casus 6 inclusief begrotingen.

Denk aan het creatieve stukje: de lay-out van je kookboek. 

Denk ook aan de randvoorwaarden!

Verder werken aan kookboek

Begin met een voorblad waarop staat: naam, opdracht, klas, datum, coach;

• Je voegt een inhoudsopgave toe;

• Je hebt een inleiding waarin je noteert met wie je het kookboek hebt gemaakt.

• Bedenk op alle 17 de casussen samen een gerecht wat aansluit bij de ondersteuningsbehoeften van de cliënten

• Elke casus wordt uitgewerkt op 1 bladzijde (incl. afbeelding)

• Minimaal lettertype 11 en maximaal lettertype 12

• Aantal pagina’s: minimaal 18 (17 casus + 1 'eind'begroting)

Portfolio opdrachten BG2 

Les 2	Casus 1 t/m 3 + Kookboek & begroting
Les 3	Casus 4 t/m 6 + Kookboek & begroting
Les 4	Casus 7 t/m 10 + Kookboek & begroting
Les 5	Casus 11 t/m 14 + Kookboek & begroting
Les 6	Casus 15 t/m 17 + Kookboek & begroting
les 7	Werken aan presentatie, kookboek + begroting van alle recepten
Les 8	Eindpresentaties kookboek (3 recepten uitdiepen)