Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Slide 2 - Diapositive
Hoe verloopt het ontstaan van de Sovjet-Unie?
1.
2.
3.
4.
5.
Vrede van Brest-Litovsk
Oktober-revolutie
Tsaar Nicolaas II aan de macht
Februari-revolutie
Stalin aan de macht: maakt totalitaire staat Sovjet-Unie
Slide 3 - Question de remorquage
Wat zijn de drie oorzaken voor het uitbreken van de Russische revolutie?
Slide 4 - Question ouverte
Wat zijn de vijf aspecten van de Sovjet-Unie als totalitaire staat?
Slide 5 - Question ouverte
9.4 De Verenigde Staten
Slide 6 - Diapositive
Doelen
Je kunt uitleggen:
wat het verschil is tussen een vrije markteconomie en een planeconomie
waarom een economische crisis hoort bij een vrije markteconomie
wat de drie oorzaken zijn van de crisis van 1929
hoe president Roosevelt de crisis wilde aanpakken.
Slide 7 - Diapositive
Vrijemarkteconomie
Ondernemers mogen zelf bepalen wat en hoe ze hun geld willen verdienen.
Wet van vraag en aanbod bepaalde wat er geproduceerd werd.
Er zijn weinig overheidsregels (zeker in de VS).
Consumptiemaatschappij
Wereldkapitalisme
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Sleep de goede eigenschappen naar het juiste stelsel.
Communisme
Kapitalisme
Democratie
Sovjet-Unie
Verenigde-Staten
Vrije markteconomie
Planeconomie
Totalitaire staat
Gelijkheid
Consumptie-maatschappij
Slide 10 - Question de remorquage
Roaring twenties
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Beurskrach 1929
Oktober 1929 beurskrach VS: de aandelenkoersen op de beurs daalden ineens snel.
Overschotten -> verlaging productie -> paniekverkoop van aandelen (beurskrach) -> kredieten niet terugbetaald -> banken/bedrijven failliet -> miljoenen werklozen -> veel armoede
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Opdracht
Lees 'Economische crisis' (blz. 211-212) en beantwoord de volgende vragen:
1) Schrijf twee oorzaken van de crisis van 1929 op
2) Waarom werd de crisis in de VS een wereldcrisis?
Slide 16 - Diapositive
Beantwoord een van de volgende vragen (of allebei): 1) Schrijf twee oorzaken van de crisis van 1929 op; 2) Waarom werd de crisis in de VS een wereldcrisis?
Slide 17 - Question ouverte
Waarom zorgde de wereldwijde crisis van de jaren 30 overal voor zulke grote armoede
A
De overheid greep nergens in en zo kon de crisis voortduren
B
Er bestond nog bijstand en werkloosheidsuitkering dus hadden mensen geen inkomen
C
De banken durfden niets te lenen en bedrijven durven niets te maken, omdat er niets wordt gekocht. Er is geen werk en geen inkomen
D
Mensen keken alleen maar naar grote leiders als Hitler en Stalin en gaven de joden en buitenlanders de schuld
Slide 18 - Quiz
Oorzaken economische crisis VS
1. Overproductie in de landbouwsector - mechanisatie (machines kopen met geleend geld) - ontstaan van overschotten (hervatting landbouw in EU)
2. Financiële risico'sbanken Banken gaan akkoord met speculeren met aandelen / geleend geld. Geloven dat de economie alleen maar kan groeien.
Slide 19 - Diapositive
3.Boeren, bedrijven en burgers kopen alles op afbetaling
Boeren lenen om hun productie te verhogen (mechanisatie)
Bedrijven lenen om te kunnen uitbreiden (schaalvergroting)
Consumenten lenen om (luxe)producten te kopen
Aandeelhouders lenen om (meer) aandelen te kopen bv: 'Voor elke $ die is verdiend, geven Amerikanen 5$ uit'
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Wat zijn de oorzaken van de economische wereldcrisis in 1929? En wat is de aanleiding?
Oorzaken
Aanleiding
Landbouwoverschotten
Lenen van geld
Beurskrach
Speculatie in aandelen
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Hoover (Republikein)
Veel mensen zijn dakloos, geen werkloosheidsuitkering
Ontstaan sloppenwijken, deze worden spottend 'hoovervilles' genoemd
Opvatting Republikeinse president Hoover: optimistisch, wachten tot de economie zich vanzelf hersteld, geen overheidsingrijpen.
Ondanks de crisis: optimistisch!
1932: niet herkozen, de Democraat Franklin D. Roosevelt wordt gekozen
Slide 28 - Diapositive
Roosevelt (democraat)
Roosevelt liet de wel overheid ingrijpen in de economie met de New Deal > subsidies, sociale wetten en werkverschaffingsprojecten.
Eerste 100 dagen presidentschap: werkloosheidsuitkeringen, hypotheekgaranties, banken gered
Langzaam ging het beter, maar er komt nog geen definitief einde aan de crisis door de New Deal (1938: nog 9.000.000 werklozen)
Slide 29 - Diapositive
Bekijk de spotprent (cartoon)
Is de tekenaar een voor- of een tegenstander van de New Deal van Roosevelt?
Slide 30 - Diapositive
FDR
FDR staat voor Franklin Delano Roosevelt, de democratische Amerikaanse president.
Lekkende kraan
Deze lekkende kraan staat voor de New Deal.
Taxpayer
De man staat voor de Amerikaanse belastingbetaler, die het geld voor de New Deal moet opbrengen.
$16 bilion spent
Er is al $16 miljard besteed aan de New Deal.
Slide 31 - Diapositive
Opdracht (in duo´s)
Diamant: Economische wereldcrisis
Doelen:
1. Oorzaken van het ontstaan van de wereldcrisis noemen en uitleggen.
2. Oefenen met het verklaren van gebeurtenissen (en ervaren hoe complex dit is)
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
De tekenaar is een voor/tegenstander van de New Deal, want...