Basisstof 4: geslachtschromosomen

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Diapositive

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

X-chromosomale overerving: 
  • X-chromosomale eigenschappen bevinden zich alleen op het X-chromosoom en niet op het Y-chromosoom.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kleurenblindheid is X-chromosomaal

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels
Actief meedoen
Aandacht voor elkaar
Als ik praat...

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mededelingen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les:
  • kun je overerving uitbeelden
  • kun je uitleggen van X-chromosomale overerving is

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling 
+ huiswerk bespreken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk nakijken
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee verschillende allelen voor een eigenschap is
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
co-dominant
D
onvolledig dominant

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aa kan je ook omschrijven als ........
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot dominant

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschap haarkleur. Bruin is dominant over blond. Sleep onderstaande vakken in het juiste sleepdoel.
Homozygoot Dominant
Heterozygoot
Homozygoot Recessief
Aa
AA
aa
Allelen bruin/bruin
Allelen bruin/blond
Allelen blond/blond

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij bananen vliegen is het allel voor normale vleugels (B) dominant over het allel voor vleugelstompjes (b). Een vrouwtje dat heterozygoot is voor de vleugelvorm wordt gekruist met een mannetje met vleugelstompjes. Maak het kruisingsschema.
B
b
b
b
Bb
Bb
bb
bb

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk allel is dominant?
A
Witte vacht
B
Zwarte vacht
C
Niet te zeggen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Co-dominant betekent
A
Dat 1 van de 2 genen allelen dominant is
B
Dat het fenotype intermediair is
C
Dat het genotype intermediair is
D
Dat geen van beide allelen dominant zijn

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk allel of welke allelen komen tot uiting bij een intermediair fenotype ?
A
Alleen het recessieve allel
B
Alleen het dominante allel
C
Geen enkel allel
D
Allebei de verschillende allelen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de eigenschap (zwart) dominant of recessief?
A
dominant
B
recessief
C
niet te zeggen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Stamboom: overerving voor neusvorm bij mensen. 
Welke neusvorm wordt bepaald door het dominante gen?

1
A
rechte neus
B
wipneus
C
niet te zeggen

Slide 18 - Quiz

Net als bij vraag 6: het fenotype dat verschilt van de beide ouders is dat wat bij het recessieve allel hoort, dus wipneus is recessief, en rechte neus is dominant. Beide ouders moeten wel heterozygoot zijn, omdat ze anders geen kinderen met wipneus (recessief) kunnen krijgen.

Stamboom: overerving voor neusvorm bij mensen. 
Wat is het genotype van persoon 1? 

1
A
EE
B
Ee
C
ee
D
niet met te zeggen

Slide 19 - Quiz

Net als bij vraag 6: het fenotype dat verschilt van de beide ouders is dat wat bij het recessieve allel hoort, dus wipneus is recessief, en rechte neus is dominant. Beide ouders moeten wel heterozygoot zijn, omdat ze anders geen kinderen met wipneus (recessief) kunnen krijgen.
Een vrouw met blauwe ogen krijgt een kind met bruine ogen. Het allel voor bruine ogen (B) is dominant over het allel voor blauwe ogen (b). Welk(e) genotype(n) kan de vader gehad hebben?
A
alleen BB
B
Alleen Bb
C
Bb of BB
D
Bb of bb

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan de eigenschap (zwart) X-chromosomaal zijn of niet?
A
Ja, dat zou kunnen
B
Nee, dat kan niet
C
Te weinig informatie

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 4: geslachtschromosomen
Thema 1: Inleiding in de biologie

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reebops practicum
  • Lees de opdracht goed door
  • Maak de bijbehorende opdrachten

  • Hulp nodig? ik loop rond
  • Klaar? begin aan vragen van basisstof 4

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 4: opdrachten
  • Lees basisstof 4 goed door 
  • Maak de bijbehorende opdrachten

  • Hulp nodig? kom naar mijn bureau
  • Klaar? Maak de context opdracht
    aan het einde van het hoofdstuk

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les:
  • kun je overerving uitbeelden
  • kun je uitleggen van X-chromosomale overerving is

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Lees basisstof 4 goed door
Maak de bijbehorende opdrachten

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions