1mh H5: herh. ww + getallen (bron F)

H5: Paris, j'adore!
  • herhaling van de werkwoorden: ww-er/ être/ avoir
  • getallen tot en met  1000 (9999)
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5: Paris, j'adore!
  • herhaling van de werkwoorden: ww-er/ être/ avoir
  • getallen tot en met  1000 (9999)

Slide 1 - Diapositive

Herhaling werkwoorden

Slide 2 - Diapositive

Geef de vormen van
'être'

Slide 3 - Carte mentale


 avoir




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 4 - Question de remorquage

Geef de goede vorm avoir et être

Slide 5 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden op -ER
Je
tu
il,elle,on
nous
vous
ils, elles
arrivez
préfère
adorons
mangent
déteste
aimes

Slide 6 - Question de remorquage

Geef de goede vorm van het werkwoord:
je (être)

Slide 7 - Question ouverte

Geef de goede vorm van het werkwoord:
nous (regarder)

Slide 8 - Question ouverte

Geef de goede vorm van het werkwoord:
ils (parler)

Slide 9 - Question ouverte

Geef de goede vorm van het werkwoord:
tu (avoir)

Slide 10 - Question ouverte

Geef de goede vorm van het werkwoord:
Pierre (être)

Slide 11 - Question ouverte

Geef de goede vorm van het werkwoord:
vous (avoir)

Slide 12 - Question ouverte

Les nombres

Slide 13 - Diapositive

Schrijf 0 t/m 10 op...
Let op autocorrectie

Slide 14 - Carte mentale

sept
dix
quatre
six
un
neuf
cinq
huit
deux
trois
quinze
onze
quatorze
dix-sept
dix-huit
dix-neuf
douze
seize
vingt
vingt-deux
cinquante-cinq
soixante
treize
1
2
3
5
4
6
7
8
9
10
11
17
16
18
20
12
22
13
14
15
19
55
60
Les nombres

Slide 15 - Question de remorquage

Wat moet je weten.... 
  • 1 t/m 20
  • tientallen
  • -1 --> ET, behalve bij 81/91
  • -2t/m- 9 --> -
  • 100 = cent -->  deux cents
  • 1000 = mille (--> nooit een s!)
  • "S" gaat weg zodra er wat achter komt!

Slide 16 - Diapositive

Tientallen

  • 10 = dix
  • 20 = vingt
  • 30 = trente
  • 40 = quarante
  • 50 = cinquante
  • 60 = soixante
vanaf 70...... 



  • 70 = soixante-dix
  •        = 60+10
  • 80 = quatre-vingts
  •        = 4x20
  • 90 = quatre-vingt-dix
  •        = 4x20+10

Slide 17 - Diapositive

Als 70 = soixante-dix,
wat is 71 dan?
A
soixante et onze
B
soixante-dix-un

Slide 18 - Quiz

Als 80 = quatre-vingts,
wat is 83 dan?
A
quatre-vingt et trois
B
quatre-vingts-trois
C
quatre-vingt-trois

Slide 19 - Quiz

Als 90 = quatre-vingt-dix,
wat is 96 dan?
A
quatre-vingt-dix-six
B
quatre-vingt- seize
C
quatre-vingts-seize

Slide 20 - Quiz

drie
A
deux
B
quatre
C
trois
D
dix

Slide 21 - Quiz

acht
A
huit
B
quatre
C
sept
D
quatorze

Slide 22 - Quiz

58
A
cinquante-huit
B
quarante-huit
C
soixante-huit
D
quatre-vingt-huit

Slide 23 - Quiz

75
A
soixante-cinq
B
soixante-quinze
C
soixante-quatroze
D
soixante-dix-cinq

Slide 24 - Quiz

99
A
quatre-vingt-neuf
B
quatre-vingts-neuf
C
quatre-vingt-dix-neuf
D
quatre-vingt-dix-huit

Slide 25 - Quiz

cinquante-trois

Slide 26 - Question ouverte

trois cent quarante

Slide 27 - Question ouverte

quatre-vingt-deux

Slide 28 - Question ouverte

huit mille deux cent soixante-treize

Slide 29 - Question ouverte

oefenen met de getallen!
  • schrijven
  • schrijven
  • schrijven
  • oefenen.... 
  • uitspraak met youtube filmpjes....

Slide 30 - Diapositive