Genotype en fenotype

Genotype en fenotype
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Genotype en fenotype

Slide 1 - Diapositive

Je hebt het genotype en het fenotype.
Wat wordt bedoeld met het fenotype?
A
De erfelijke informatie op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet

Slide 2 - Quiz

Wat is genotype?
A
Alle uiterlijke kenmerken van een organisme.
B
Een stukje DNA met erfelijke informatie.
C
Een variant van een gen.
D
Alle erfelijke informatie van een organisme.

Slide 3 - Quiz

Verandert je genotype als je ouder wordt? En je fenotype?
A
Genotype wel / fenotype wel
B
Genotype wel / fenotype niet
C
Genotype niet / fenotype wel
D
Genotype niet / fenotype niet

Slide 4 - Quiz

Ontstaat het fenotype ook door het genotype?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

fenotype
Genotype

Slide 6 - Question de remorquage

Het fenotype wordt bepaald door
A
DNA
B
Omgeving
C
DNA en omgeving
D
Wat je zelf wilt.

Slide 7 - Quiz

je fenotype kun je aanpassen
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Het genotype kun je aanpassen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Welk eigenschap heeft te maken met het fenotype?
A
Blond geverfd haar
B
Kort geknipt haar
C
Rossig haar
D
Zowel A, B als C

Slide 10 - Quiz

Hebben alle spiercellen van een man hetzelfde genotype of hebben ze een ander genotype?
A
Hetzelfde genotype
B
Verschillende genotypen

Slide 11 - Quiz

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

-Wat wordt bepaald door het genotype (groen)?  -En wat hoort bij het fenotype, maar niet bij het genotype (oranje)?  
Genotype
Fenotype
Een wipneus
Stijl haar vanaf de geboorte
Piercings 
Behaarde bladeren
Een litteken
Wibi kan goed piano spelen
Eelt op je handen door hard werken
Blauwe ogen

Slide 13 - Question de remorquage