2 kader taalverzorging 2 H2: Hoofdletters en leestekens

H2 Taalverzorging 2: 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H2 Taalverzorging 2: 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat valt jou op als je deze tekst leest?

Slide 3 - Question ouverte

Punten
Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, een vraagteken (als het een vraag is) of een uitroepteken (als het een zin met veel nadruk is).

Slide 4 - Diapositive

Hoofdletters
Aan het begin van een zin: De uitzending begint om acht uur.

Als de zin met ’s begint, verschuift de hoofdletter: ’s Morgens ben ik vrolijk.
Bij namen: Jan Wouters, Coolsingel, Breda, PSV, Audi, Pasen, Nutella.
Bij woorden die van namen zijn gemaakt: Noord-Brabantse, Marokkaanse.


Slide 5 - Diapositive

Hoofdletters, vervolg
Let op: namen van dagen (donderdag), maanden (oktober), seizoenen (herfst) en windstreken (westen) krijgen geen hoofdletter.


Slide 6 - Diapositive

Leestekens
Zo gebruik je leestekens aan het eind van je zin:
Gebruik een punt bij gewone zinnen:
De winter begint op 21 december
Zet na een vraag een vraagteken:
Doe jij de deur even dicht?
Met een uitroepteken geef je je zin extra nadruk:
Pas op voor die auto!

Slide 7 - Diapositive

Komma's
In een zin met twee persoonsvormen naast elkaar.

–Als jij de hond uitlaat, zet ik thee.
Voor voegwoorden zoals: omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat.
Let op: bij het voegwoord 'en' gebruik je geen komma.
– Ik wil graag naar Noorwegen op vakantie, omdat daar fjorden zijn.
– De hond rent blij naar buiten en springt in de sloot.
Tussen de delen van een opsomming (behalve voor het woord en):
– Ik kocht nieuwe schoenen, een pet, een trui en drie paar sokken.






Slide 8 - Diapositive

Waarom is het belangrijk om hoofdletters en leestekens te gebruiken?

Slide 9 - Question ouverte

Is deze reclame van een bakker of van een slager?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe voorkom je deze onduidelijkheid?

Slide 11 - Question ouverte

Bedenk zelf een reclametekst als deze.

Slide 12 - Question ouverte

Goed
Fout
We kwamen bijna niet vooruit, omdat er een sterke wind uit het Westen stond.
Zoë gaat in december naar haar oma in Kroatië.

Slide 13 - Question de remorquage

Goed
Fout
'S middags verzamelden alle spelers zich in het Victoriapark voor een extra training.
Alle dropjes rolden over de vloer, toen het zakje scheurde.

Slide 14 - Question de remorquage

Goed
Fout
Wil je pizza of hou je meer van chinees eten?
Jelke durfde niet in haar ajax-shirt door Rotterdam te lopen.

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Lien