feitentoets HC Duitsland in Europa

Bondgenootschappen
Nationalisme
Militairisme
Imperialisme
een wereldrijk willen stichten
een eigen land willen vormen
landen steunen elkaar in geval van oorlog
het leger zeer belangrijk vinden
bedoeld om een oorlog te voorkomen 
wapenwedloop
veroorzaakt een domino-effect aan oorlogsverklaringen
eigen volk superieur vinden
kolonies willen bezitten
1 / 37
suivant
Slide 1: Question de remorquage
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bondgenootschappen
Nationalisme
Militairisme
Imperialisme
een wereldrijk willen stichten
een eigen land willen vormen
landen steunen elkaar in geval van oorlog
het leger zeer belangrijk vinden
bedoeld om een oorlog te voorkomen 
wapenwedloop
veroorzaakt een domino-effect aan oorlogsverklaringen
eigen volk superieur vinden
kolonies willen bezitten

Slide 1 - Question de remorquage

Welk land heeft uiteindelijk de Eerste Wereldoorlog doen laten stoppen?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Verenigde Staten
D
Rusland

Slide 2 - Quiz

Wat stond NIET in het Verdrag van Versailles?
A
Duitsland moest een republiek worden
B
Duitsland moest grondgebied afstaan, ook koloniën
C
Duitsland moet enorme herstelbetalingen doen aan andere getroffen landen.
D
Hitler werd aangewezen als nieuwe regeringsleider van Duitsland.

Slide 3 - Quiz

Op 6 juni 1944 is het D-Day. Waar in Europa komen de geallieerden aan land?
A
Normandië, Noord-Frankrijk
B
Oostende, België
C
Rotterdam, Nederland
D
Hamburg, Noord-Duitsland

Slide 4 - Quiz

Geef een omschrijving van het begrip: NAZIFICERING (NAZIFICATIE).


Slide 5 - Question ouverte

Heimatvertriebenen zijn
A
oorlogsmisdadigers die niet meer gewenst zijn in Duitsland
B
Gevangengenomen Duitse soldaten uit bezette gebieden
C
Duitse nazi's die berecht werden voor hun oorlogsmisdaden
D
verdreven Duitsers uit Oost-Europa

Slide 6 - Quiz

Welke van deze vier uitspraken past bij de NSDAP van Hitler?
A
"Duitsland moet zo snel mogelijk de schade uit de Eerste Wereldoorlog vergoeden."
B
"Duitsland moet zorgen voor goede contacten met Frankrijk en Groot-Brittannië."
C
"In Duitsland is iedereen - katholiek of protestant, jood of christen - gelijk."
D
"In Duitsland zijn, dankzij ons, over een paar jaar geen werklozen meer te vinden."

Slide 7 - Quiz

Geef een omschrijving van het begrip: TOTALITAIR.

Slide 8 - Question ouverte

Wat stond NIET in het Verdrag van Versailles? (2e keer)
A
Duitsland moet grondgebied afstaan
B
Duitsland moet leningen aan de VS afbetalen
C
Het Duitse leger mag niet meer dan 100.000 soldaten hebben
D
De Duitsers moeten grote bedragen aan schadevergoeding betalen

Slide 9 - Quiz

Geef een omschrijving van het begrip: Marshallhulp

Slide 10 - Question ouverte

Wat was een oorzaak van de ontwikkeling die te zien is in de twee bronnen rond 1923?
A
de afschaffing van de parlementaire democratie in Duitsland
B
de bepalingen van het Verdrag van Versailles
C
de beurskrach op Wallstreet in de Verenigde Staten
D
de oprichting van de Republiek van Weimar

Slide 11 - Quiz

Wat was het gevolg van het Dawesplan?
A
massale werkloosheid
B
opkomst van Hitler en NSDAP
C
verbeterde economische situatie
D
hyperinflatie

Slide 12 - Quiz

Wat is één van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Overproductie in de V.S.
C
Amerikanen verkopen hun aandelen niet meer
D
Amerikanen kochten massaal aandelen

Slide 13 - Quiz

Er worden vier begrippen uitgelegd. Drie definities zijn fout. Welk begrip wordt goed uitgelegd?
A
Een totale oorlog is een oorlog waarbij niet alleen het leger, maar de hele samenleving betrokken is.
B
Modern imperialisme is het veroveren van gebieden in andere werelddelen om militaire redenen, en omdat het aanzien en macht oplevert.
C
Nationalisme is trots zijn op je eigen leger.
D
Een wapenwedloop is een 'wedstrijd' tussen landen wie het eerst zijn wapens aan het front kan hebben.

Slide 14 - Quiz

1. In de gevangenis waar Hitler een straf uitzit i.v.m. mislukte staatsgreep schrijft hij 'Mein Kampf'.
2. De Neurenbergerwetten worden aangenomen.
3. Met de machtingingswet verschuift de macht van de Rijksdag naar de rijkskanselier (Hitler)
4. Hitler word lid van de zojuist opgerichte NSDAP.
5. Na de Rijksdagbrand word de communistische partij (KPD) verboden.

Wat is de juiste chronologische volgorde?
A
5-3-2-1-4.
B
1-4-5-2-3.
C
4-1-5-3-2.
D
2-1-4-5-3.

Slide 15 - Quiz


Vijf gebeurtenissen:
1. Dankzij het Dawesplan herstelt de Duitse economie zich.
2. De Duitse legerleiding geeft aan dat de oorlog niet kan worden gewonnen.
3. Duitsland begint met het betalen van de herstelbetalingen.
4. Franse troepen bezetten het Ruhrgebied.
5. In Compiègne wordt de capitulatie van de I W.O. getekend.

Wat is de juiste chronologische volgorde?

A
2-5-3-4-1
B
3-5-1-2-4
C
4-1-3-2-5
D
5-3-2-4-1

Slide 16 - Quiz





Hitlers propaganda was erg effectief. Wat is daar een oorzaak van?
A
Hitler wist het bestaan van de concentratiekampen dankzij de propaganda goed geheim te houden.
B
Hitler voedde de jeugd onder andere in de Hitlerjugend op tot kritische volgelingen, die slechte propaganda direct afkeurden.
C
Hitler beïnvloedde de Duitsers niet alleen op directe wijze, maar ook op manieren die niet als propaganda werden herkend.
D
Hitler vergrootte zowel in binnen- als in buitenland het vertrouwen in zijn politiek door het afschaffen van de censuur.

Slide 17 - Quiz

1 President Kennedy hield in Berlijn zijn ‘Ich bin ein Berliner’-toespraak.
2 Op de Conferentie van Potsdam werd Berlijn in bezettingszones verdeeld.
3 Tijdens de Marathon van Berlijn konden de hardlopers voor het eerst onder de Brandenburger Tor van West- naar Oost-Berlijn lopen.
4 De Amerikaanse regering stelde een luchtbrug in als reactie op de Blokkade van Berlijn.
5 Russische soldaten plaatsten de vlag van de Sovjet-Unie op het kapotgeschoten gebouw van de Rijksdag in Berlijn.
6 Oost-Duitse arbeiders begonnen met de bouw van de Muur in Berlijn.
Zet deze gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde.
A
2, 1, 6, 5, 4, 3
B
6, 2, 5, 1, 3, 4
C
5, 2, 6, 4, 1, 3
D
5, 2, 4, 6, 1, 3

Slide 18 - Quiz

Veel foto's van deze fotograaf zijn gebruikt door de nazipropaganda maar deze foto wordt daarvoor niet geschikt gevonden. Ook de geallieerde propaganda zal deze foto niet willen gebruiken.

Geef voor beide partijen aan, waarom zij deze foto niet willen gebruiken.

Slide 19 - Question ouverte

Voor onderzoek naar de misdragingen van het Duitse leger in de Sovjet-Unie worden vaak brieven van Duitse soldaten aan hun familieleden gebruikt.

Noem twee redenen om te twijfelen aan de bruikbaarheid van de soldatenbrieven als bronnen voor onderzoek naar de misdragingen van het leger.

Slide 20 - Question ouverte

Wat was het doel van de Truman doctrine?
A
Duitsland economisch erboven op helpen
B
Duitsland denazificeren
C
Het communisme in Europa tegen houden
D
Voedselhulp geven aan Europa

Slide 21 - Quiz

Heimatvertriebenen zijn
A
oorlogsmisdadigers die niet meer gewenst zijn in Duitsland
B
Gevangengenomen Duitse soldaten uit bezette gebieden
C
Duitse nazi's die berecht werden voor hun oorlogsmisdaden
D
verdreven Duitsers uit Oost-Europa

Slide 22 - Quiz

Welke reden hadden de Amerikanen om West- Duitsland Marshallhulp te geven?
A
Ze wilden dat West- Duitsland communistisch werd.
B
Ze wilden dat ze zich niet meer met West-Europa hoefden te bemoeien.
C
Ze wilden dat Duitsland zich snel herstelde van de oorlog.
D
Ze wilden dat West- Duitsland onafhankelijk werd.

Slide 23 - Quiz

Wat is de mening van de tekenaar?
A
Europa verdelen is een hele puzzel
B
Duitsland mag niet meepraten over zijn toekomst
C
Europa wordt verdeeld door de grote 3
D
Europa zelf heeft niks te zeggen

Slide 24 - Quiz

Wat hield het Dawesplan in?
A
Het was het plan van Hitler om Europa te veroveren
B
Het Amerikaanse plan om Duitsland geld te lenen voor de herstelbetalingen.
C
Het Nederlandse verdedigingsplan
D
Sovjetplan voor het herstel van de economie

Slide 25 - Quiz

In het door nazi-Duitsland bezette Europa kwamen onder de bevolking drie houdingen voor tegenover de nazi's. Welke zijn dit?
A
Opstand, verzet, collaboratie
B
Aanpassing, collaboratie, verzet
C
Aanpassing, opstand, verzet
D
Collaboratie, revolutie en opstand

Slide 26 - Quiz

Wat hield het Molotov-Ribbentrop plan in?
A
Duitsland en Italië zouden samen Rusland aanvallen
B
Duitsland krijgt toestemming van Engeland om Tsjechië te annexeren
C
Duitsland en de SU sluiten een niet-aanvalsverdrag en verdelen Oost-Europa
D
Rusland en Frankrijk sluiten een bondje tegen Duitsland

Slide 27 - Quiz

Wat was voor de Amerikanen een van de achterliggende gedachten voor het Marshallplan?
A
De Europese economieën met rust laten
B
De Amerikaanse bedrijven helpen winst te maken
C
Zorgen voor vrede op lange termijn in Europa
D
Alle landen om Duitsland heen steunen zodat er niet wéér een nieuwe oorlog kan uitbreken

Slide 28 - Quiz

de Beurskrach op Wallstreet
A
was in 1929
B
was ongunstig voor Hitler
C
vergrootte de ontevredenheid in Duitsland
D
had geen gevolgen voor Europa

Slide 29 - Quiz

Wat is het IJzeren Gordijn?
A
De grens tussen het Westen en het Oostblok
B
De grens tussen Noord- en Zuid-Europa
C
De grens tussen Oost en West Duitsland
D
De grens tussen de S.U. en de rest van Europa

Slide 30 - Quiz

De crisis sloeg over naar Europa doordat...
A
Landen steeds meer met elkaar verbonden waren geraakt
B
Nederland veel bloemen exporteerde naar de VS
C
Duitsland begon met herbewapening
D
In Europa de dollar werd gebruikt als betaalmiddel

Slide 31 - Quiz

Wat stond niet in het Verdrag van Versailles?
A
Duitsland moest 100 miljard marken betalen
B
Duitsland moest grondgebied in Europa, Afrika en Azië afstaan
C
Duitsland mocht geen vloot meer hebben
D
Duitsland mocht geen leger meer hebben

Slide 32 - Quiz

Wat is het belangrijkste gevolg van het Dawesplan?
A
Duitsland wordt kei rijk
B
Amerika trekt zijn handen van Europa af
C
de economieën van Du en de VS raken gekoppeld
D
Er ontstaat een wereldwijde crisis

Slide 33 - Quiz

operatie Barbarossa is
A
aanval op de SU
B
Duitsland valt polen binnen
C
aanval op Pearl Harbor
D
aanval op west europa

Slide 34 - Quiz

In juli 1945 kwamen de leiders van
"De Grote Drie" in Potsdam bij elkaar om te spreken over...
A
de toekomst van Duitsland en Europa.
B
het verdelen van Europa en de kolonies in Afrika.
C
hoe het communisme moest worden bestreden.
D
wat er met de gevangen genomen nazi's moest worden gedaan.

Slide 35 - Quiz

Om welke reden werd de oorlog een wereldoorlog?
A
Volken in de Engelse en Franse kolonies vochten zich vrij
B
Ook in de kolonies buiten Europa werd gevochten
C
Duitsland versloeg de Engelse vloot op zee
D
Soldaten uit de kolonies vochten mee aan het front in Europa

Slide 36 - Quiz

Hoe noemen we de snelle verovering van Europa door Duitsland?
A
Totale oorlog
B
Battle of Britain
C
Blitzkrieg
D
Operatie Barbarossa

Slide 37 - Quiz