Anwijzende voornaamwoorden: This That These Those/1st February

GRAMMAR: This, that, these, those 
   Get your laptop & begin          today's class by LessonUp
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

GRAMMAR: This, that, these, those 
   Get your laptop & begin          today's class by LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Demonstrative pronouns:
= aanwijzende voornaamwoorden
> je wijst het zelfstandig naamwoord aan
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)

Slide 2 - Diapositive

Demonstrative pronouns:
(= aanwijzende voornaamwoorden)

this = dichtbij en 1 zelfstandig naamwoord (enkelv.) : this apple
these = dichtbij en meerdere (meerv.) : these apples
that = ver af en 1 zelfstandig naamwoord (enkelv.): that bag
those = ver af en meerdere (meerv.) : those bags 

Slide 3 - Diapositive

Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 4 - Diapositive

This
That

These
Those

Slide 5 - Question de remorquage

Die mensen: ... people
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 6 - Quiz

Deze tafel: ... table
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 7 - Quiz

Topic:
Aanwijzende voornaamwoorden (this, that, these, those)

Goal:
Ik kan de aanwijzende voornaamwoorden correct toepassen. 

Slide 8 - Diapositive

Dat huis: ... house
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 9 - Quiz

Dichtbij: ... dress
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quiz

Use: this, these, that, those:

I want ... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 11 - Quiz

Use: this, that, these, those

... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 12 - Quiz

Use: this, that, these, those

... is your pen over there on the desk.
... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This

Slide 13 - Quiz

Use: this, that, these, those

... balloons here are nicer than ... ones over there.
A
Those, these
B
These, those
C
This, that
D
That, this

Slide 14 - Quiz

Use: this, these, that, those:

I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Evaluatie
Doel van de les:
Ik kan de aanwijzende voornaamwoorden correct toepassen.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%

Slide 17 - Quiz

Homework for Monday, 5th February
Learn: Phrases _ pages 170 & 171

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Done & time left?
Do the online exercises on the next slides! 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien