Les chiffres et les jours de la semaine hfdst 1

• Frans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Wat is mardi?

1. Maandag
2. Dinsdag
3. Vrijdag
4. Donderdag

Wat is vrijdag?

1. Mercredi
2. Samedi
3. Jeudi
4. Vendredi

Wat is zondag?

1. Dimanche
2. Lundi
3. Mardi
4. Vendredi

Wat is donderdag?

1. Mardi
2. Samedi
3. Jeudi
4. Dimanche

Wat is zondag?

1. Lundi
2. Dimanche
3. Mardi
4. Samedi

Wat is woensdag

1. Mercredi
2. Mardi
3. Vendredi
4. Jeudi

Wat is zaterdag?

1. Mercredi
2. Lundi
3. Mardi
4. Samedi

Wat is maandag?

1. Dimanche
2. Samedi
3. Lundi
4. Jeudi

Welke antwoord is voor het cijfer 3?

1. Douze
2. Deux
3. Neuf
4. Trois

Welke antwoord is voor het cijfer 18

1. Huit
2. Vingt
3. Treize
4. Dix-huit

Welke antwoord is voor het cijfer 13

1. Dix-sept
2. Treize
3. Cinq
4. Neuf

Welke antwoord is voor het cijfer 9

1. Neuf
2. Dix
3. Sept
4. Six

Welke antwoord is voor het cijfer 15

1. un
2. Dix-neuf
3. quinze
4. Dix-huit

Welke antwoord is voor het cijfer 7

1. Sept
2. Onze
3. Deux
4. Dix-neuf

Welke antwoord is voor het cijfer 11

1. Dix
2. Onze
3. Trois
4. Douze

Welke antwoord is voor het cijfer 19

1. Dix-huit
2. Dix-sept
3. Dix-neuf
4. Quinze

Welke antwoord is voor het cijfer 15

1. Dix
2. Neuf
3. Six
4. Quinze

sept

dix

quatre

six

un

trente-neuf

cinq

huit

deux

trois

quinze

onze

quatorze

soixante-dix

dix-huit

dix-neuf

douze

seize

vingt

vingt-deux

cinquante-cinq

soixante

treize

quarante-et-un

1

2

3

5

4

6

7

8

39

10

11

70

16

18

20

12

22

13

14

15

19

55

60

Les nombres

41

Les jours de la semaine

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

dinsdag

maandag

zondag

mardi

vendredi

mercredi

lundi

samedi

jeudi

dimanche

sept

dix

quatre

six

un

neuf

cinq

huit

deux

trois

quinze

onze

quatorze

dix-sept

dix-huit

dix-neuf

douze

seize

vingt

treize

1

2

3

5

4

6

7

8

9

10

11

17

16

18

20

12

13

14

15

19

Les nombres

Geef in het Frans antwoord:
Comment tu t'appelles?