Zakelijk schrijven ems

Doel van de les
Verschil tussen dan en als

Presentaties volgende week

Indeling, opdracht en pakkende opening
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doel van de les
Verschil tussen dan en als

Presentaties volgende week

Indeling, opdracht en pakkende opening

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les


Verschil tussen dan en als



Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik je dan?
Na ander, andere of anders...

Anders dan mijn zus hou ik erg van katten.
Documenten worden soms op een andere plek opgeslagen, dan u gewend bent.
Het is een ander verhaal dan ik eerst dacht.

Slide 3 - Diapositive

Wanneer gebruik je als
Bij vergelijkingen met (net) zo ... en even ...:

Donna is even oud als Amber.
Donna is net zo oud als Amber.
Suriname is vier keer zo groot als Nederland.

Slide 4 - Diapositive

Filmpje dan/ als 

Slide 5 - Diapositive

Ezelsbruggetje 
Dan gebruik je bij ongelijkheid  
-In talen is hij veel beter dan zijn broer. 

Als gebruik je bij gelijkheid. 
-Hij is net zo leuk als jij

Let op! Er zijn uitzonderingen. Suriname is vier keer zo groot als Nederland. Ongelijkheid, maar het woordje zo leidt tot als. 

  ‘Suriname is vier keer zo groot dan Nederland’, omdat het daar inhoudelijk om een ongelijkheid gaat. In deze zin leidt het gebruik van zo echter tot als

Slide 6 - Diapositive

Hij weet dat beter dan/ als ik.
A
dan
B
als

Slide 7 - Quiz

Hij is net zo groot dan/ als zijn vader.
A
dan
B
als

Slide 8 - Quiz

Ik ken zijn broer beter dan/ als zijn zus.
A
dan
B
als

Slide 9 - Quiz

Jan doet het heel anders dan/ als ik het gedaan zou hebben.
A
dan
B
als

Slide 10 - Quiz

Extra oefenen
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-als-of-dan/ 

https://www.jufmelis.nl/extra/als-of-dan-gevorderde/als-of-dan-gevorderde-1 


Slide 11 - Diapositive

Doel van de les
Verschil tussen dan en als

Presentaties volgende week

Indeling, opdracht en pakkende opening

Slide 12 - Diapositive

Pitch over je gelezen boek
 
duur: minimaal vijf minuten (max 6 minuten)
hulpmiddel: PowerPoint, Prezi (7-10 dia's), poster.  

beoordeling: docent (studenten feedbackformulier)  
na presentatie: vul je zelf reflectieformulier in 

 

Inhoudscriteria  

Je noemt de auteur en de titel. 

Je vertelt kort en krachtig waar jouw boek over gaat (zonder de afloop bekend te maken!!). 

Je vertelt iets over de thematiek die terugkomt: liefde, ruzie, vertrouwen, oorlog, sport, vriendschap, ontvoering, drama etc. 

Je vertelt iets over het karakter van de hoofdpersoon en het uiterlijk. 

Je kiest een bijzondere zin óf een kort fragment uit het boek en vertelt waarom dit leuk/interessant/bijzonder/mooi is. 

Je vertelt wat dit boek bijzonder maakt en waarom je dit boek aanraadt of je vertelt waarom je dit boek niet zo goed vindt en dus afraadt. (noem twee duidelijke redenen met argumenten en gebruik voorbeelden uit het boek). Alleen ‘leuk’ is niet voldoende. 

Je voegt een leuke foto van jezelf toe met je leesboek.  

Vormcriteria  

Je presentatie duurt minimaal 5 en maximaal 6 minuten  

Je presentatiemiddel ziet er verzorgd uit 

Je staat zelfverzekerd voor de groep 

Je vertelt alles uit je hoofd 

Je probeert de doelgroep te enthousiasmeren/overtuigen 

Je bent goed verstaanbaar  

Je maakt oogcontact met de groep 

Slide 13 - Diapositive

Wat als...


je wakker wordt op een grote zandvlakte en je weet niet meer wie je bent? 


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Pitch over je gelezen boek
- auteur en de titel
- kort en krachtig waar gaat jouw boek over 
- vertel over thematiek 
- karakter van de hoofdpersoon en het uiterlijk 
- kiest een bijzondere zin óf een kort fragment uit het boek 
  (voorlezen en vertel waarom leuk/interessant is) 
- vertel wat boek bijzonder maakt en keuze (aanrader?) 
- voegt foto van jezelf toe met je leesboek

 

Inhoudscriteria  

Je noemt de auteur en de titel. 

Je vertelt kort en krachtig waar jouw boek over gaat (zonder de afloop bekend te maken!!). 

Je vertelt iets over de thematiek die terugkomt: liefde, ruzie, vertrouwen, oorlog, sport, vriendschap, ontvoering, drama etc. 

Je vertelt iets over het karakter van de hoofdpersoon en het uiterlijk. 

Je kiest een bijzondere zin óf een kort fragment uit het boek en vertelt waarom dit leuk/interessant/bijzonder/mooi is. 

Je vertelt wat dit boek bijzonder maakt en waarom je dit boek aanraadt of je vertelt waarom je dit boek niet zo goed vindt en dus afraadt. (noem twee duidelijke redenen met argumenten en gebruik voorbeelden uit het boek). Alleen ‘leuk’ is niet voldoende. 

Je voegt een leuke foto van jezelf toe met je leesboek.  

Vormcriteria  

Je presentatie duurt minimaal 5 en maximaal 6 minuten  

Je presentatiemiddel ziet er verzorgd uit 

Je staat zelfverzekerd voor de groep 

Je vertelt alles uit je hoofd 

Je probeert de doelgroep te enthousiasmeren/overtuigen 

Je bent goed verstaanbaar  

Je maakt oogcontact met de groep 

Slide 16 - Diapositive

Pitch over je gelezen boek
Je staat zelfverzekerd voor de groep 

Je vertelt alles uit je hoofd 

Je probeert de doelgroep te enthousiasmeren/overtuigen 

Je bent goed verstaanbaar  

Je maakt oogcontact met de groep 

Slide 17 - Diapositive

Pitch start 

met krachtige opening...

Slide 18 - Diapositive

Wat als...


je wakker wordt op een grote zandvlakte en je weet niet meer wie je bent? 


Slide 19 - Diapositive

pakkende (openings)zin

Slide 20 - Carte mentale

Doel van de les
Verschil tussen dan en als

Presentaties volgende week

Morgen les NE : klachtenbrief uitleg en opdracht maken

Slide 21 - Diapositive