2F 3F: 1ste bijeenkomst - Uitleg, Leesstrategieën, Tekstsoorten en tekstdoelen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Periode 2     1ste bijeenkomst

Lesplanning

Voorstellen

Uitleg (examen)jaar

Studiewijzer periode 2

Teams

Vrijstellingen?

Installeren Studiemeter

Leesstrategieën

Tekstsoorten en doelen

Na deze les: 

- Weet je welke Nederlandse examens je hebt en wanneer

- Weet je waar je de studiewijzers en lesmaterialen kunt vinden

- Heb je Studiemeter op je computer geïnstalleerd

- Kan je verschillende leesstrategieën toepassen;

- Kan je verschillende tekstsoorten herkennen;

- Kan je de veelvoorkomende tekstdoelen (informeren, overtuigen, overhalen, instrueren) herkennen.

Lessen

Theorieles (op school) / huiswerk (op school/thuis)

Wanneer een les Nederlands uitvalt, wordt de studiewijzer niet aangepast. De stof die staat beschreven voor die les geldt als huiswerk. Wanneer je zelf afwezig bent, ook door stage, geldt dezelfde regel. Zorg er steeds voor dat je achterstanden oplost. Wanneer je hier hulp bij nodig hebt, raadpleeg je de docent. 

Huiswerk af + oefenexamens af + actieve bijdrage les

2 schrijfopdrachten op papier

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

xxxxxxxxxxx

Lesplanning

Voorstellen

Uitleg examenjaar

Studiewijzer periode 2

Teams

Vrijstellingen?

Installeren Studiemeter

Leesstrategieën

Tekstsoorten en doelen

Tekstsoorten en Tekstdoelen

Welke tekstsoorten ken je?

Tekstsoorten en tekstdoelen

Informeren: informatie geven met feiten 

Overtuigen: mening geven

Overhalen: lezer activeren dat hij iets gaat doen. 

Instrueren: instructie geven

Amuseren: vermaken

Informerende tekst

Schrijver wil informatie geven. Er staan vooral feiten in de tekst. Er staat geen mening in van de schrijver zelf.

Als er een mening in een informerende tekst staat, is die mening van iemand anders. Er staat dan bij van wie die mening is.

Wat is een 'feit'?

Van een feit kan je bewijzen dat het waar is.

Overtuigen & overhalen

Overtuigen: de schrijver geeft zijn mening om de lezer te overtuigen. 

Er staat één mening centraal. Er staan argumenten in de tekst. 

Bijv. ingezonden brief of internetforum

Overhalen: de schrijver wil de lezer overhalen om iets te doen/ te activeren. 

Bijv. reclame of een uitnodiging.

Instrueren

Uitleg hoe je iets moet doen. 

Kenmerken:

• stapsgewijs
• gebiedende wijs/ aanspreken met ‘jij’ of ‘u’.
• afbeeldingen

Voorbeeld instruerende tekst: handleiding

Werkwoord aan begin van de zin die zegt wat je moet doen.

Stap op je fiets’ / ‘Neem een theelepel zout’

Amuseren

Tekst om je te vermaken/ ter ontspanning. 

Bijv. boek, strip, gedicht

Tekstsoorten

Doel van een reclametekst

1. Informeren
2. Je iets laten doen
3. Mening geven
4. Je iets leren

Tekstsoorten

Doel van een strip

1. Informeren
2. Je iets laten doen
3. Mening geven
4. Amuseren

1. Informerende tekst
2. Overtuigende tekst
3. Instruerende tekst
4. Amuserende tekst

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Gevoelens oproepen

Mening geven

Instrueren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

Sleep de tekstdoelen naar de juiste teksten. Je houdt er 2 over.

Amuseren

Overtuigen

Informeren

Waarschuwen

Activeren

Adviseren

Instrueren

Sleep de tekstvormen naar de bijbehorende tekstdoelen.

informeren

overtuigen

activeren

amuseren

stripverhaal

handleiding

schoolboektekst

filmrecensie

advertentie

roman

ingezonden brief