Klas 2BK1 Lesweek 26 Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Kapitel 7 -> Wohnen

Achtung:

Du sitzt auf deinem eigenen Platz.

Handys in deine Tasche.

Auf deinem Tisch liegen:

dein Buch, dein Heft, dein Etui

Open je boek op bladzijde 53 -> ik kom langs om je huiswerk te checken

Was machst du Heute?

- Lesen

- Oefenen voor de toets van vrijdag

- Unterricht abschließen

Was lernst du Heute?

Lernziele:

- Du kennst die Bedeutung (betekenis) van de woorden van de Lernliste D-N H Lesen.

- Du kannst wichtige Information aus einem Zeitungsartikel hohlen.

- Du lernst Wörter die mit dem Thema “wohnen” zu tun haben.

- Je leert het werkwoord met stam op -d of -t te vormen. 

(du antwortest / ihr redet)

Lesen

• Ӧffne dein Buch auf Seite 59.

• Wir lesen zusammen die Lernliste D-N H. Lesen

• Ik lees voor en vraag kris / kras door de klas naar de vertaling

Lesen

vor dem Lesen 

Ӧffne dein Buch auf Seite 54 -> Aufgabe 42

Lees de titel en bekijk de afbeelding op bladzijde 43.

Waar gaat de tekst over denk je?

 

Puzzeltje

Zoek de goede vertaling

Schrijf de Duitse woorden in je schrift met de Nederlandse vertaling erachter.

Je krijgt 1 minuut de tijd

Iedereen doet mee.

Ik vraag kris – kras door de klas.

Puzzeltje

Lesen

Seite 54 -> Aufgabe 42

Ik lees een alinea voor.

Jij leest mee.

Kijk of het uitspraak richtig of falsch is.

Onderstreep in de tekst waar volgens jou het goede antwoord staat.

Het is stil in de klas.

Oefenen voor de toets

Freitag -> Test Kapitel 7

BK Seite 58, 59 und 60

Lernliste N - D 

Lernliste D - N

Grammatik

Sprachmittel

Oefenen voor de toets

Du hast die Wahl (jij mag kiezen)

1. Lernliste oefenen met Slim Stampen

2. Oefentoets maken

3. Uitleg werkwoord herhalen 

(idewis en esttententen)

E-ST-T-EN-T-EN regel

Stap 1: bepaal de stam van het werkwoord -> knip -en eraf.

wohnen -> -en = wohn

Stap 2: vind het persoonlijk voornaamwoord in de zin:

Stap 3: plak nu de juiste uitgang achter de stam.

ich	du	er / sie/ es	wir	ihr	sie / SIe
e	st	t	en	t	en

Was weißt du noch?

Werkwoordvormen in de tegenwoordige tijd.

wohnen         Du _________________ in einem Haus.

Stap 1              zoek de stam (knippen)

Stap 2             vind het persoonlijk voornaamwoord in                           de zin (persoon of naam)

Stap 3             kies de goed uitgang (plakken)

Grammatik

Was weißt du noch?

Werkwoordvormen in de tegenwoordige tijd (stam op -d / -t)

arbeiten        Er _________________ als Lehrer.

Stap 1             zoek de stam (knippen)

Stap 2            zoek het persoonlijk voornaamwoord in                          de zin (persoon of naam)

Stap 3            kies de goede uitgang (plakken)

Grammatik

Belangrijk -> een Duitser wil alle letters kunnen uitspreken.

Was lernst du Heute?

Lernziele:

- Du kennst die Bedeutung (betekenis) van de woorden van de Lernliste D-N H Lesen.

- Du kannst wichtige Information aus einem Zeitungsartikel hohlen.

- Du lernst Wörter die mit dem Thema “wohnen” zu tun haben.

- Je leert het werkwoord met stam op -d of -t te vormen. 

(du antwortest / ihr redet)

Na und?

Hoe goed ga jij de toets van vrijdag maken?

Duim omhoog -> goed

Duim naar beneden -> slecht

Duim midden -> mwah

(er is nog tijd om te leren)