Recht en onrecht voorbereiding SO H1 en H2

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Recht en onrecht 

Wat gaan we doen?

• Terugblik
• Oefentoets
• Zelfstandig leren

Terugblik

Oefentoets

Wat is een profeet?

1. Een dominee van vroeger
2. Een boodschapper van God
3. Een leider in Israël
4. Iemand met paranormale gaven

Wat doet een profeet niet?

1. Hij waarschuwt de mensen voor de straf
2. Hij roept op tot bekering
3. Hij laat weten hoe het volk in de ogen van God eraan toe is
4. Hij vraagt vriendelijk of de mensen willen veranderen

Wat is rechtvaardigheid?

1. Eerlijk zijn
2. Een eigenschap om recht te spreken
3. De vaardigheid om dingen recht te zetten
4. Vriendelijk zijn

Wat is ontrouw?

1. Scheiden
2. Vreemdgaan
3. Niet trouw/liefdevol zijn
4. Onaardig zijn

Welke opdracht krijgt Hosea?

1. Naar Ninevé gaan
2. Bij de koning dromen uitleggen
3. 390 dagen op zijn linkerzij liggen
4. trouwen met een hoer

Wat gaat er mis in Israël in de tijd van Hosea?

1. God heeft geen recht meer op zijn volk
2. Israël zit in de slavernij
3. Ze worden atheïstisch
4. Ze dienen andere goden

Wie houdt God verantwoordelijk voor de zonde die het volk Israël doet?

1. De priesters
2. De koning
3. Het volk zelf
4. De vrouwen

Wat is de straf die Israël volgens Hosea krijgt?

1. Ze worden naar Babel gestuurd
2. Ze worden door Assyrië weggevoerd
3. Iedereen van de generatie van Hosea sterft
4. Ze worden door de Filistijnen belegerd

Wat doen we eigenlijk als we zondigen?

1. We verbreken de relatie met God
2. We maken God boos
3. We verpesten de aarde
4. We zorgen dat we naar de hel gaan

Wie was géén profeet?

1. Elia
2. Hosea
3. Jozef van Arimathea
4. Nahum

Zelfstandig leren:

• Maak een samenvatting
• Leer de begrippen
• Lees de teksten