Filosofische vaardigheden

Filosofische vaardigheden
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
LEFMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Filosofische vaardigheden

Slide 1 - Diapositive

Filosofische vaardigheden 
Les 1 - Herhaling socratisch gesprek - kwadrant
Les 2 - Socratisch gesprek - debat - argumenten - drogredenen
Les 3 - Ethische (technologische) vraagstukken - ethiek
Les 4 - Kritisch denken
Les 5 - Wereldburgerschap
Les 6 - Filosofisch experiment

Slide 2 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 1
Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorig schooljaar
  • Socratisch gesprek - Socrates vs. Sofisten
  • 3 regels voor een goed gesprek
  • debat - argumenten - drogredenen
  • kwadrant - met elkaar in debat

Slide 3 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 1
Lesdoelen


Aan het einde van de les:
  • Kun je vertellen wat een Socratisch gesprek is.
  • Kun je omschrijven wat argumenten en drogredenen zijn.
  • Heb je deelgenomen aan een debat.

Slide 4 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 1
Terugblik

Socrates vs. de Sofisten

Socratisch gesprek



Slide 5 - Diapositive

Filosofie - natuurfilosofen
filosofen:
  • Inleiding - Griekse Oudheid
  • Thales, Anaximander en                                                                                                         Anaximenes van Milete
  • Pythagoras en de Pythagoreeërs
  • Xenophanes, Parmenides en                                                                                                                       Zelo van Elea
  • Heraclitus en Empedocles
  • Democritus
  • Anaxagoras
  • De Sofisten

begrippen:
  • cultuur
  • democratie
  • oerstof - oerwet
  • astronomie - sterrenkunde
  • stelling van Pythagoras
  • wijsgeer = filosoof
  • stoffelijk = van materie gemaakt
  • oerbeginsel = eerste oorzaak van alles
  • vier elementen: water, lucht, vuur, aarde
  • atomen - legoblokjes als elementaire deeltjes
  • welsprekendheid - redenaar

Slide 6 - Diapositive

3 Regels voor een goed gesprek
regel 1: openstaan voor een ander
regel 2: eerst nadenken, dan pas zeggen
regel 3: gebruik argumenten en word niet persoonlijk

Slide 7 - Diapositive

Filosofische vraag
Dit is een vraag 
  • waarop het antwoord nooit vast staat                             - dus hierover kun je van mening verschillen
  • die gaat over het allerbelangrijkste in het leven          - we noemen dit ook wel een fundamentele vraag


Slide 8 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 1
Debat
discussie, dispuut, gedachtewisseling, twistgesprek, disputatie. als synoniem van een ander trefwoord: discussie (zn) : bespreking, debat, dispuut, gedachtewisseling, gesprek, woordenstrijd, woordenwisseling, redekaveling.
Argumenten
argument, bekrachtiging, bewijsgrond, bewijslast, bewijsmateriaal, bewijsstuk, blijk, getuigenis, proef, proeve, staving, teken. reden (zn) : aanleiding, argument, beweeggrond, beweegreden, drijfveer, grond, motief, motivatie, motivering, oorzaak, verklaring.
Drogredenen
Wanneer men voortbouwt op foutieve argumenten is er sprake van een drogredenering. Een voorbeeld van een drogredenering is 'Mijn oma dronk elke dag wijn en zij is 100 geworden, dus alcohol is helemaal niet gevaarlijk'. In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt.
Kwadrant
1. het vierde deel van een cirkel; 2. door de twee assen van een coördinatensysteem wordt het vlak verdeeld in vier delen, kwadranten.

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn goede argumenten?
Goede argumenten voldoen aan twee eisen: 

Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt. 
Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.

Slide 10 - Diapositive

Welke 3 soorten argumenten zijn er?
Soorten argumenten
  • Een vermoeden ondersteunt een standpunt.
  • Iemand beroept zich op zijn levensbeschouwelijk overtuiging.
  • Om zijn mening te ondersteunen haalt men een autoriteit / gezaghebbend persoon op een bepaald gebied aan.

Slide 11 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 1
Mag je...?

Wanneer....?

Welke...?

Hoe....?

Slide 12 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 1
Mag je om alles lachen?

Moet je iedereen accepteren?

Moet Friesland zich afscheiden van Nederland?

Slide 13 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 1
Conclusie

Op een filosofische vraag bestaat nooit een definitief antwoord waar wij het helemaal over eens gaan worden. 

Gelukkig maar!

Slide 14 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 2
Lesdoelen

Aan het einde van de les:
  • Heb je een debat gesprek gevoerd
  • Weet je wat argumenten en drogredenen zijn
  • Heb je getwijfeld over een filosofische vraag

Slide 15 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 2
Herhaling les 1
Debat
discussie, dispuut, gedachtewisseling, twistgesprek, disputatie. als synoniem van een ander trefwoord: discussie (zn) : bespreking, debat, dispuut, gedachtewisseling, gesprek, woordenstrijd, woordenwisseling, redekaveling.
Argumenten
argument, bekrachtiging, bewijsgrond, bewijslast, bewijsmateriaal, bewijsstuk, blijk, getuigenis, proef, proeve, staving, teken. reden (zn) : aanleiding, argument, beweeggrond, beweegreden, drijfveer, grond, motief, motivatie, motivering, oorzaak, verklaring.
Drogredenen
Wanneer men voortbouwt op foutieve argumenten is er sprake van een drogredenering. Een voorbeeld van een drogredenering is 'Mijn oma dronk elke dag wijn en zij is 100 geworden, dus alcohol is helemaal niet gevaarlijk'. In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt.

Slide 16 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 2

Het Socratisch gesprek 


Een Socratische houding

Slide 17 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 2
Mag je om alles lachen?

Moet je iedereen accepteren?

Moet Friesland zich afscheiden van Nederland?

Slide 18 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 2
Argumenten voor (pro)
  • Bedenk minimaal 5 argumenten die laten zien dat de stelling juist  is - pro.
Argumenten tegen (contra)
  • Bedenk minimaal 5 argumenten die laten zien dat de stelling onjuist is - contra.

Slide 19 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 2
  • Er mag een pleidooi gehouden worden om 1 argument te verwijderen. Hierop wordt door de hele klas bepaald of de argumenten hiervoor geldig zijn.
  • Maak nieuwe groepjes
  • Je krijgt nu 5 minuten om na te gaan welke de sterkste argumenten zijn en welke de zwakste.

Slide 20 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 2
Schrijf jullie top 5 weer op het papier
We gaan in een kring staan. Je hoort nu niet meer bij een groep!

  • Waarom is het ene argument volgens jou sterker dan het andere sterkste argument?
  • Waarom is het ene argument volgens jou zwakker dan het andere zwakste argument?

Slide 21 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 2
Conclusie

  • Wat heb je in deze oefening geleerd?
  • Heeft iemand van de klas je doen twijfelen aan wat je het sterkste/zwakste argument vond? Wie? En waarom?
  • Wat is jouw antwoord uiteindelijk geworden?

Slide 22 - Diapositive

Filosofische vaardigheden-les 3
Ethiek wat is dat?
Herhaling
Ethische (technologische) vraagstukken

Bedenk argumenten pro en contra bij de volgende vragen.

Hierover gaan we met elkaar in debat

Slide 23 - Diapositive

3 Regels voor een goed gesprek
regel 1: openstaan voor een ander
regel 2: eerst nadenken, dan pas zeggen
regel 3: gebruik argumenten en word niet persoonlijk

Slide 24 - Diapositive

Filosofische vaardigheden-les 3
1 helft van de klas, opdracht:
Zoek op Internet naar een uitspraak van een filosoof, een betoog of iets anders wat filosofisch van aard is. 
Dus waar een filosofische vraag gesteld wordt bijvoorbeeld.
Dit moet je kunnen verdedigen in een betoog.
Bedenk argumenten pro en argumenten contra bij jouw voorbeeld. 

Slide 25 - Diapositive

Filosofische vaardigheden - les 3
Wat gaan we doen?
  • Filmpje - is de maanlanding echt gebeurd?
  • Welke houdingen zijn er bij religie? TB. blz. 94, 95
  • argumenten bedenken - welke argumenten heb je?
  • Wat zijn sterke en wat zijn minder sterke argumenten?
  • Conclusie - Socratisch gesprek

Slide 26 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 3
Welke houdingen zijn er tegenover religie? TB blz. 95/96
Theïsme - God is een persoon die zich bekend gemaakt heeft (geopenbaard) in een Heilig Boek
Ietsisme - Ik geloof niet dat God bestaat, maar ik denk wel dat er iets is.
Agnosticisme - Ik twijfel, misschien wel, misschien niet.
Atheïsme - Ik weet zeker dat God niet bestaat.

Slide 27 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 4

Slide 28 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 4

Slide 29 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 2

Slide 30 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 2

Slide 31 - Diapositive

Filosofische vaardigheden les 2

Slide 32 - Diapositive