B2D Ne: Fictie - 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Over fictie: verhalen nader bekeken

B2D - Nederlands

Les 3

Programma

-Herhaling spelling

-Fictie: nieuwe theorie

Het temperatuur in de koelcel liep behoorlijk op, … maakte dat de producten te warm werden.

1. dat
2. wat
3. wie
4. die

De perenboom ... in mijn oma's tuin staat, wordt gesnoeid.

1. wat
2. die
3. dat
4. wie

Niets .... ik doe, is goed volgens mijn moeder!

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

In welke zin staat GEEN interpunctiefout?

1. Wie die tafel opknapt kan er nog een hoop plezier van hebben.
2. De meeste voorbeelden die hij gaf waren niet echt verhelderend.
3. Koos zei tegen Leonard wij hebben geen fouten kunnen ontdekken.
4. Automobilisten die zich niet aan de juiste snelheid houden, worden bekeurd.

Wat is het meervoud van 'stategie'?

Wat is het meervoud van 'ski'?

Maak een zin met een vervoeging van 'gebeuren' als persoonvorm, en een zin met 'gebeuren' als voltooid deelwoord

Wat is het meervoud van 'havik'?

Deze les leer je...

-Op welke manier een verhaal verteld kan worden

-wat een ik-verhaal is

-wat een hij/zij-verhaal is

-wat een alwetende verteller is

Verschil tussen 'ik-verhaal' en 'hij/zij-verhaal'?

Een alwetende verteller

De schrijver kan het verhaal door iemand laten vertellen die zelf niet mee doet in het verhaal.

De schrijver begint te vertellen over een personage, maar speelt zelf niet mee in het verhaal.

Hij is dus een soort verslaggever: hij weet/ziet alles, maar speelt zelf niet mee.

Hij weet bijvoorbeeld al hoe het verhaal afloopt. 

Hij liep naar binnen en deed zijn schoenen uit. Vervolgens riep hij: 'Ik ben thuis! Het was een barre tocht'

1. ik-verhaal
2. hij/zij-verhaal
3. alwetende verteller

Wat voor soort verhaal is "Het Achterhuis" van Anne Frank?

1. ik-verhaal
2. hij/zij-verhaal
3. alwetende verteller

Hij pakte de doos aan en opende het. Wat zou erin zitten? Ja lieve lezer, dat zou je wel willen weten!

1. ik-verhaal
2. hij/zij-verhaal
3. alwetende verteller

'Ik heb het niet gedaan!' riep Aisha. Ze was enorm boos op haar oma. Later zullen we weten of Aisha gelijk had.

1. ik-verhaal
2. hij/zij-verhaal
3. alwetende verteller

Peter zei tegen me dat hij verliefd was op Anne. Ik had dit nooit achter hem gezocht. Peter glunderde helemaal toen hij het zei.

1. ik-verhaal
2. hij/zij-verhaal
3. alwetende verteller