Europese Unie

De wetten van de EU moeten sowieso door de lidstaten overgenomen worden.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisSecundair onderwijs

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

De wetten van de EU moeten sowieso door de lidstaten overgenomen worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Hoeveel lidstaten zijn er in de EU?
A
25
B
26
C
27
D
28

Slide 2 - Quiz

Wie heeft het Europese Volkslied gecomponeerd?
A
Beethoven
B
Bach
C
Mozart
D
Chopin

Slide 3 - Quiz

Wat vinden veel mensen irritant aan de EU?
A
Dat er zoveel lidstaten zijn
B
Dat er zoveel regelgeving is
C
Dat het lang duurt voor er iets gebeurt
D
Dat er zoveel politici in het EU-bestuur zijn

Slide 4 - Quiz

Wat is volgens Hendrik Vos het grote belang van de EU?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is niet beslist door de EU?
A
4 maanden ouderschapsverlof
B
2 jaar garantie op huishoudtoestellen
C
geen roamingkosten meer
D
pensioenleeftijd 65 jaar

Slide 6 - Quiz

Wat is de voornaamste reden voor de Brexit?
A
Teveel geld naar de EU
B
Eigen beleid bepalen
C
importgoederen zelf onder controle hebben
D
onbeperkt kunnen exporteren

Slide 7 - Quiz

Waarom kwam de EU niet met een gemeenschappelijk plan voor COVID-19?
A
Geen bevoegdheid van EU
B
27 lidstaten --> aanpak bespreken duurt te lang
C
EU heeft probleem onderschat

Slide 8 - Quiz

Wat was de reden voor de oprichting van de uiteindelijke EU?

Slide 9 - Question ouverte

Wie kwam als eerste met een plan voor Europese samenwerking?
A
Adenauer
B
Schuman
C
Monnet
D
Churchill

Slide 10 - Quiz

Monnet wilde de economieën van twee landen versmelten met elkaar. Welke twee landen?
A
Frankrijk en België
B
Frankrijk en Duitsland
C
Frankrijk en UK
D
Duitsland en België

Slide 11 - Quiz

Het verhaal van de EU start met de oprichting van...
A
EEG
B
Euratom
C
EGKS
D
EU

Slide 12 - Quiz

Welke landen zaten in de EGKS?
A
België, Fr, Duitsland, Ned, Lux, Italië
B
België, UK, Fr, Ned, Italië, Denemarken
C
België, Fr, Duitsland, Ned, Lux
D
Fr, België, Ned, Duitsland, Lux, Spanje

Slide 13 - Quiz

Wat werd beslist met het Verdrag van Rome in 1957?
A
Oprichting EU
B
Oprichting EEG
C
kolen en staal controleren
D
interne markt inperken

Slide 14 - Quiz

Van wie kwam er in de jaren 60 kritiek op de EEG? Waarom?

Slide 15 - Question ouverte

In de jaren 80 komen Griekenland, Spanje en Portugal erbij. Hoe komt dit?
A
De Gaulle hield de onderhandelingen lang tegen
B
Ze hadden hun begroting niet op orde
C
Geen dictaturen meer, maar democratie
D
Ze ondertekenden de grondwet niet

Slide 16 - Quiz

Waarom is het Verdrag van Maastricht zo belangrijk?
A
akkoord over interne markt
B
De Oost-Europese landen komen erbij
C
GB komt erbij
D
Ontstaan Europese Unie

Slide 17 - Quiz

Wat wordt in 2007 voor het eerst aangenomen?
A
grondwet
B
volkslied
C
vlag
D
oprichting parlement

Slide 18 - Quiz

Europese Raad
Europese Commissie
Europees Parlement
Raad van Europa
ministers van regeringen
dagelijks bestuur
Ursula vd Leyen
Uitvoerende macht
staatshoofden + regeringsleiders
stemt wetsvoorstellen
controleert Commissie + Raad
bepaalt politiek beleid
Controleert begroting
Charles Michel

Slide 19 - Question de remorquage

De Europese Commissie beslist over alle nieuwe wetten en maatregelen van de EU
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

De Europese Raad legt de EU-wetgeving vast
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Welke organen hebben wetgevende macht?
A
Europese Raad
B
Raad van Europa
C
Europese Commissie
D
Europees Parlement

Slide 22 - Quiz

Wat klopt over EU-commissarissen?
A
Vertegenwoordigen standpunten eigen land
B
Zijn ook minister van een bevoegdheid in eigen land
C
Zijn verantwoordelijke voor een Europees thema

Slide 23 - Quiz

Welk orgaan controleert of lidstaten de EU-wetgeving naleven?
A
Commissie
B
Parlement
C
Raad van Europa
D
Hof van Justitie

Slide 24 - Quiz

Welk(e) orga(a)n(en) doet wetsvoorstellen?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Europese Raad
D
Raad van Europa

Slide 25 - Quiz

Welk(e) orga(a)n(en) voert de goedgekeurde wetten uit?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Europese Raad
D
Raad van Europa

Slide 26 - Quiz