Hoofdstuk 6 Licht - Paragraaf 6.4 - Infrarode en ultraviolette straling

6.4 - Infrarode en ultraviolette straling
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

6.4 - Infrarode en ultraviolette straling

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
6.4.1 Je kunt benoemen waar infrarode en ultraviolette straling zich in het spectrum bevinden.
6.4.2 Je kunt kenmerken benoemen van infrarode en ultraviolette straling.
6.4.3 Je kunt toepassingen noemen van infrarode en ultraviolette straling.
6.4.4 Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van ultraviolette straling.

Slide 2 - Diapositive

Introductie
Je ogen zijn gevoelig voor licht. Als het licht van een lamp in je ogen terechtkomt, merk je dat meteen. Het licht van een felle lamp doet zelfs pijn aan je ogen, waardoor
je automatisch met je ogen begint te knipperen. Maar er zijn ook soorten straling waarvoor je ogen niet gevoelig zijn, zoals infrarode en ultraviolette straling.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

INFRARODE STRALING
Alle voorwerpen om je heen, maar ook mensen en dieren, zenden infrarode straling (ir-straling) uit. Hoe hoger de temperatuur van het voorwerp, des te meer straling het uitzendt. Dat merk je bijvoorbeeld als je een hand voor een hete radiator houdt. Je voelt dat je hand warm wordt, doordat die de infrarode straling van de radiator absorbeert.

Slide 6 - Diapositive

Warmtelampen zenden, behalve een beetje rood licht, vooral veel infrarode straling uit.
Ze worden veel gebruikt om pasgeboren jonge dieren warm te houden (afbeelding 1),
maar je komt ze ook tegen in terrasverwarming en infraroodsauna’s. Mensen en dieren
vinden de straling die deze lampen uitzenden ‘lekker warm’.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

In het spectrum van een ir-lamp vind je de infrarode straling naast het rood. Dat kun je 
aantonen met een gevoelige thermometer. Zo’n thermometer geeft een hogere temperatuur
aan als je hem in het licht houdt (afbeelding 2). Het opvallende is dat de thermometer vlak náást het rood de hoogste temperatuur aangeeft. Daaraan kun je zien dat daar de infrarode straling terechtkomt. De naam ‘infrarood’ betekent letterlijk ‘vóór het rood’

Slide 9 - Diapositive

Infrarode straling wordt uitgezonden door:
A
alle voorwerpen.
B
koude voorwerpen.
C
warme voorwerpen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Is de bewering juist of onjuist?
Mensen kunnen ir-straling zien.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

TOEPASSINGEN VAN INFRARODE STRALING
Infrarode straling wordt op verschillende manieren toegepast. In de afstandsbediening van een tv zit bijvoorbeeld een klein ir-lampje. De straling van dit lampje wordt gebruikt om signalen naar de tv te sturen.





Slide 13 - Diapositive

Alle dingen om je heen zenden infrarode straling uit. Hoe warmer het voorwerp, des te meer straling er wordt uitgezonden. Een infraroodsensor is gevoelig voor deze straling.
De sensor in een buitenlamp reageert bijvoorbeeld op infrarode straling die wordt uitgestraald door voorbijlopende mensen. De sensor schakelt dan de stroom in, zodat de lamp gaat branden (afbeelding 3).

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Een buitenlamp gaat automatisch branden als een ir-sensor geactiveerd wordt. Het sneeuwt en er vallen sneeuwvlokken langs de sensor.
Gaat de buitenlamp branden?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Infraroodsensoren worden ook gebruikt in alarminstallaties en in winkeldeuren die
automatisch openen en sluiten. In het leger worden nachtkijkers gebruikt die onzichtbare
infrarode straling omzetten in een zichtbaar beeld. Met een nachtkijker kunnen militairen
hun omgeving ook ’s nachts goed zien.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

ULTRAVIOLETTE STRALING

De zon straalt behalve licht ook ultraviolette straling (uv-straling) uit. Als je in de zon ligt, komt die straling op je huid terecht. Je huid reageert daarop door extra kleurstof aan te maken: je huid wordt donkerder. De kleurstof die je huid donkerder kleurt, heeft een beschermende werking. Daardoor kun je langer in de zon blijven als je huid veel van deze kleurstof bevat.

Slide 19 - Diapositive

Je moet oppassen dat er niet te veel ultraviolett e
straling op je huid terechtkomt (afb eelding 4). Als
dat wel gebeurt, kun je last krijgen van zonnebrand
(verbranding). Te veel uv-straling vergroot ook de
kans op huidkanker. Zonnebrandcrème absorbeert
uv-straling en beschermt zo je huid. Hoe hoger de
beschermingsfactor, des te beter wordt je huid
beschermd.

Slide 20 - Diapositive

De zon zendt uv-straling uit.
Vul de juiste woorden in.
Mensen kunnen uv-straling ………………………………….
A
niet voelen en niet zien
B
wel voelen en niet zien
C
niet voelen en wel zien

Slide 21 - Quiz

Huidkanker kan worden veroorzaakt door:
A
te veel infrarode straling.
B
te veel ultraviolette straling
C
te weinig infrarode straling.
D
te weinig ultraviolette straling.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Welke uitspraak is juist?
A
Door infrarode straling wordt je huid donkerder.
B
Door ultraviolette straling wordt je huid donkerder.
C
Een warm voorwerp zendt veel ultraviolette straling uit.
D
Van te veel infrarode straling krijg je last van zonnebrand.

Slide 24 - Quiz

Hoog in de atmosfeer (de luchtlaag rond de aarde)
zit een gas dat de meest schadelijke uv-straling
tegenhoudt. Dit gas heet ozon. De luchtlaag waarin
ozon voorkomt, heet de ozonlaag. Doordat de
lucht vervuild is met cfk ’s (stoffen die nu niet meer
gemaakt mogen worden) zijn er gaten ontstaan in de ozonlaag. Hierdoor kan de ultraviolette
straling gemakkelijker de aarde bereiken en lopen mensen eerder een te hoge dosis op.

Slide 25 - Diapositive

De ozonlaag beschermt ons tegen:
A
fel licht van de zon.
B
fel licht van de zon.
C
fel licht van de zon.
D
ultraviolette straling van de zon

Slide 26 - Quiz

UV-LAMPEN

Er zijn lampen die vooral ultraviolette straling uitzenden. Denk aan de uv-lampen in zonnebanken en de blacklightlampen in discotheken. Behalve ultraviolette straling
geven deze lampen ook een beetje violet licht. Aan dit violette licht kun je uv-lampen en blacklightlampen herkennen.

Slide 27 - Diapositive

In discotheken worden vaak blacklightlampen gebruikt. In het licht van een blacklightlamp gaat een wit T-shirt fluoresceren.
Wat doet een wit T-shirt als het gaat fluoresceren?

Slide 28 - Question ouverte

In het spectrum van een uv-lamp vind je ultraviolette straling links van het violet. Dat kun je aantonen met een fluorescerende stof. Zo’n stof gaat zelf licht geven als er ultraviolette straling op valt.
De letters NOVA in afbeelding 5 zijn geschilderd met
fluorescerende verf. Je ziet ze oplichten op de plaats waar de uv-straling terechtkomt: voorbij het violet. ‘Ultraviolet’ betekent letterlijk ‘voorbij het violet’.

De letters NOVA in afbeelding 5 zijn geschilderd met fluor-
escerendeverf. Je ziet ze oplichten op de plaats waar de uv-straling terechtkomt: voorbij het violet. ‘Ultraviolet’ betekent letterlijk ‘voorbij het violet’.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 6.4
Hoe: helemaal stil! muziek mag in! 
Hulp: Geen 
Tijd:  ???? minuten lang 
Huiswerk: opgave 1 tm 13 van paragraaf 6.4
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 31 - Diapositive