H2 - chapitre 2 - bron I

H2 le 14 février 2019
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 le 14 février 2019

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel: aan het einde van de les...
- kan ik een Franse zin vragend maken zowel met als zonder vraagwoord
- kan ik een Franse zin ontkennend maken

Slide 2 - Diapositive

Le programme:

1. Corriger ex. 14 C+D
2. Aantekening CH2 - bron I
3. Au travail

Slide 3 - Diapositive

Het proefwerk:
Chapitre 3 - partie 2
- Vocabulaire E,F,H (vanaf blz. 130)
- Bron G: regelmatige werkwoorden op -ir (blz. 45 hb)
- Bron I: het pers. vnw als lijdend voorwerp (blz. 48 hb)

Chapitre 2
- Bron C: een vraag stellen (blz. 26 hb)
- Bron I: de ontkenning (blz. 32 hb)

Slide 4 - Diapositive

Maak de volgende zin op twee andere manieren vragend:
Est-ce que tu prends un coca?

Slide 5 - Question ouverte

Maak de volgende zin op twee andere manieren vragend:
Ça coûte combien?

Slide 6 - Question ouverte

Maak de volgende zin op twee andere manieren vragend:
Pourquoi tu manges toujours des escargots?

Slide 7 - Question ouverte

CH2 bron I: la négation (1)
Je n'ai pas de devoirs aujourd'hui
NE  - PV  - PAS

Nieuwe ontkenningen: 
ne...plus                   = niet meer
ne...jamais              = nooit
ne...rien                    = niets 
ne...pas encore     = nog niet

Let op: il y a --> il n'y a pas 

Slide 8 - Diapositive

CH 2 bron I: de ontkenning (2)
Na de ontkenning verandert un/une/des in de/d'

BV:     Hij heeft een pen        -       Il a un stylo
            Hij heeft geen pen     -       Il n'a pas de stylo

MAAR:  als de persoonsvorm een vorm van être (zijn) is, blijft un/une/des staan

BV:    Het is een probleem                     -       C'est un problème
           Het is geen probleem                  -       Ce n'est pas un problème

Slide 9 - Diapositive

Maak de volgende zin ontkennend:
Elle fait ses devoirs (nooit)

Slide 10 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend:
Tu as choisi un sport (nog niet)?

Slide 11 - Question ouverte

Au travail!
Les devoirs: le 15 février
Faire: ex. 30+31
Apprendre: voca E,F,G (chapitre 3) + alle grammatica-bronnen voor de toets

Slide 12 - Diapositive