Introductie hoofdstuk 2 Aarde

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 2 Aarde

Klimaat en landschap

Introductie

Introductie

Deze les is een introductie op hoofdstuk 2. Uitleg over een aantal begrippen die jullie in eerdere jaren hebben gehad. Even alle kennis die je hebt weer wakker maken.

Er zijn filmpjes, uitleg en vragen over de theorie. Bekijk alles goed en maak de vragen.

Wat was er deze zomer aan de hand rondom de Middellandse zee en waarom kon dit gebeuren?

Lees het artikel 'kont van de wereld slinkt in hoog tempo' (blz 36 boek)

Wat zie je op de openingsfoto op blz 34-35 van je tekstboek

Beschrijving

Bij bronnen is het belangrijk dat je begint met een beschrijving wat je ziet. De feiten even op een rijtje krijgen zonder te interpreteren, oordelen, theorie aan koppelen.

-> Is dat gelukt bij de vorige vraag?

Waar gaat het hoofdstuk over?

Blader eens door het hoofdstuk. Waar gaan we het allemaal over hebben de komende weken? Is het nieuw voor je of herken je al begrippen / plaatjes?

Windsysteem en zeestromen

We beginnen met het windsysteem en de zeestromen. Hoe kan het dat er in bepaalde perioden zoveel regen in India valt? Waarom liggen de tropisch regenwouden rond de evenaar? Heeft de zee echt zoveel invloed op het klimaat?

Allemaal vragen waar je aan het eind van de periode een antwoord op kan geven!

Wat weet je eigenlijk allemaal al?

De afgelopen jaren heb je bij aardrijkskunde al veel theorie geleerd die je dit hoofdstuk weer gaat toepassen en waar je mee verder gaat. Er komen nu een aantal begrippen voorbij om eens te kijken wat je nog weet! 

En als je het niet meer weet. Dat geeft helemaal niet!!! Ze komen de komende weken nog vaak voorbij. Belangrijkste is dat je eerlijk bent naar jezelf toe. Wist je het nog of eigenlijk niet. Of misschien een beetje

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

1. Het is het zelfde
2. Het weer is klimaat over een lange periode
3. Het klimaat is weer over lange periode
4. Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Wat is het aller koudste klimaat?

1. Zeeklimaat
2. Toendraklimaat
3. Poolklimaat
4. Landklimaat

Als vloeibaar water gasvormig water wordt dan noemen we dit condenseren.

1. goed
2. fout

De kringloop van het water wordt aangedreven door de kracht van de zon.

1. goed
2. fout

Waterdamp is onzichtbaar

1. goed
2. fout

Neerslag = Regen, hagel, sneeuw, mist en ijzel.

Neerslag ontstaat als:

• Warme lucht opstijgt en daardoor afkoelt = stijgingsregen.
  
• Lucht wordt gedwongen tegen een berghelling op te stijgen = stuwingsregen.
  

http://www.schooltv.nl/video/verschillende-soorten-regen-stijgingsregen-stuwingsregen-en-frontale-regen/

IJzel

https://www.nu.nl/231297/video/hoe-ontstaat-ijzel.html

Leg het begrip regenschaduw uit

Regenschaduw

Regenschaduw

Leg uit wat de stuwingsregen is

Wat zijn stijgingsregens?

Loefzijde is hetzelfde als regenschaduw

1. Waar
2. Niet waar

Welk woord hoort er niet bij?
Loefzijde - Stuwingsregen - Bergen - Regenschaduw

1. Loefzijde
2. Stuwingsregen
3. Bergen
4. Regenschaduw

Loefzijde

Lijzijde

Regenschaduw

De kant van het gebergte waar het weinig regent.

Verdieping

Neerslag ontstaat als lucht opstijgt:

• Hoe hoger je komt hoe kouder het wordt.
• Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

https://schooltv.nl/video/neerslag-hoe-ontstaat-regen-hagel-en-sneeuw/

Omschrijf 'de invalshoek van de aarde'

Welke begrippen op blz 36 snap je nog niet?

Er komt nog een afsluitende opdracht. 

Als je deze opdrachten allemaal gemaakt heb mag je LessonUp afsluiten. Ik kijk alles na dus heb je de opdrachten echt serieus gedaan? 

Afsluitende opdracht

Kies 3 - 5 landen die allemaal op dezelfde breedtegraad liggen maar allemaal een ander klimaat hebben. 

Gebruik hiervoor de Grote Bosatlas

Hierna ga je een land kiezen waarvan je de komende weken expert gaat worden. Kies een land buiten Europa en beantwoord daar enkele vragen over.

3-5 landen die op een gelijke breedtegraad liggen maar een ander klimaat hebben

Kies een land buiten Europa waar je jezelf de komende weken in gaat verdiepen

Beschrijf wat je al weet van het klimaat van het land dat je in de vorige vraag gekozen hebt

Kijk in de Bosatlas (GB 54 222, GB 55 244) beschrijf welke klimaten je land heeft