Les 3 Paragraaf 2.3 & 2.4

H2 Klimaat
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2 Klimaat

Slide 1 - Diapositive

Herhaling 2.1 Tropisch klimaat
Af= tropisch klimaat, gehele jaar neerslag
Aw = tropisch klimaat, droge tijd in de winter
Cf = Gematigd zeeklimaat, gehele jaar neerslag

In Indonesië vooral:
- Stijgingsneerslag
- Stuwingsneerslag

Slide 2 - Diapositive

Herhaling 2.2 Moesson
Moesson= halfjaarlijkse wisselende wind.

De wind draait tijdens het jaar 180 graden.

Slide 3 - Diapositive

Welke klimaatcode hoort bij de volgende omschrijving?
Gehele jaar boven de 18°c, droge periode in de winter

Slide 4 - Question ouverte

Welke vorm van neerslag zie je op deze afbeelding?

Slide 5 - Question ouverte

Aan de loefzijde heb je te maken met dalende lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Wanneer brengt een moesson veel vocht met zich mee?
A
Wanneer de moesson vanaf het continent waait
B
Wanneer de moesson de evenaar kruist
C
Wanneer de moesson lange tijd over zee waait

Slide 7 - Quiz

Deze les:
  • Paragraaf 2.3 & 2.4
  • Aan het einde van deze les:

  • Je weet wat hoge en lage druk is
  • Je weet waar de grote hoge- en lagedrukgebieden liggen op aarde
  • Je weet hoe de belangrijkste winden op aarde waaien
  • Je weet waarom de wind een afwijking krijgt 
  • Je kent de wet van Buijs Ballot en kunt deze toepassen

Slide 8 - Diapositive

Paragraaf 2.3

Lage en hoge drukgebieden

Slide 9 - Diapositive

Hoe ontstaat wind?
Wind is de verplaatsing van lucht. Dat gebeurt door verschillen in luchtdruk.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Lage drukgebied:

Lucht stijgt
Koelt af
Condensatie
Neerslag
Hoge drukgebied:

Lucht daalt
Warmt op
Verdamping
Geen neerslag

Slide 14 - Diapositive

Paragraaf 2.4

Wet van Buys Ballot

Slide 15 - Diapositive

Wet van Buys Ballot
  1. Wind waait van gebieden met hoge druk naar gebieden met lage druk
  2. Wind krijgt een afwijking (dit komt door de draaiing van de aarde)
  • Op het NH naar rechts
  • Op het ZH naar links

Corioliseffect

Slide 16 - Diapositive

Corioliseffect
NH: rechts
ZH: links

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag:
Huiswerk:
-  leren paragraaf 2.1 t/m 2.4
- maken vraag 8 t/m 13 en 19


Slide 20 - Diapositive