China MHV 2

Wat weet jij over het land China?
1 / 34
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat weet jij over het land China?

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Carte

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Overbevolking....!

Slide 7 - Diapositive

Even op een rijtje
1 China 1.394.015.977 (2020)[3]
2  India 1.326.093.247 (2020)
3 Verenigde Staten 332.639.102 (2020)
4  Indonesië 267.026.366 (2020)
5 Pakistan 233.500.636 (2020)
6 Vlag van Nigeria Nigeria 214.028.302 (2020)
7 Vlag van Brazilië Brazilië 211.715.973 (2020)
8 Vlag van Bangladesh Bangladesh 162.650.853 (2020)
9 Vlag van Rusland Rusland 141.722.205 (2020)
10 Vlag van Mexico Mexico 128.649.565 (2020)

Slide 8 - Diapositive

Tussen 1979 en 2015 was het verboden om meer dan één kind te krijgen. Wie meer kinderen had, kreeg een flinke boete. De eenkindpolitiek was een succes: er werden veel minder kinderen geboren. Maar er zijn ook nadelen. Het bevolkingsdiagram in figuur 5 laat zien dat het aandeel van mensen dat ouder is dan 65 jaar, sterk gaat stijgen. China kent een vergrijzing van de bevolking. Dat komt door de daling van het aantal kinderen dat geboren wordt en de stijging van de levensverwachting: van 41 jaar in 1955 naar 76,5 jaar in 2018!

Slide 9 - Diapositive

Bij bevolkingspolitiek gaat het ook over de spreiding van de bevolking. In het volle oosten van het land wonen de Han-Chinezen. Dat zijn de ‘echte’ Chinezen die de Chinese taal spreken en Chinese leefgewoonten hebben. In het lege westen wonen andere bevolkingsgroepen, met een eigen cultuur. Zo voelen de Oeigoeren in Xinjiang zich helemaal geen Chinees, maar moslim.
Door de migratie ‘verchinezen’ de afgelegen gebieden in het westen. Zo krijgt de regering meer controle over de uithoeken van China.

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
Maak opdr. 1 t/m 9 van hoofdstuk 1 paragraaf 1
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Van Kopieëren naar innoveren
Tot 1980 was China communistisch
De staat bepaalde wat er geproduceert werd
Westerse bedrijven waren verboden
Na 1980 SEZ (Speciale Economische Zone)
Door de lage lonen veel productie
Ligging bij de haven en dichtbij Hongkong (toen nog GB)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

China: fabriek van de wereld
Lage lonen
Arbeidsmigranten
Slechte werkomstandigheden

Slide 15 - Diapositive

High Tech Bedrijven
Geen assemblage ( in elkaar zetten andermans producten)

Slide 16 - Diapositive

Het nieuwe China
► Tegenwoordig maakt China veel meer dan alleen eenvoudige producten voor de uitvoer (export). De economie verandert snel.

● Er is een snelgroeiende binnenlandse afzetmarkt. De lonen zijn gestegen en Chinezen hebben meer geld te besteden. Hierdoor kunnen ze ook meer kopen.

● De Chinezen maken niet meer alles na van westerse producten, maar bedenken en maken ook zelf producten (innovatie). Hieraan verdient China meer dan aan assemblage: het in elkaar zetten van (buitenlandse) producten.

■ Buitenlandse fabrieken die laagbetaalde werknemers nodig hebben, kiezen vaker voor het binnenland of verplaatsen de productie naar goedkopere landen in Azië, zoals Laos of Cambodja.

Slide 17 - Diapositive

Begrippen
Globalisering
Nic's
Multinational
Internationale arbeidsverdeling

Slide 18 - Diapositive

Paragraaf 1.3
Door de globalisering verandert China snel. Er is een massale trek van het platteland naar de steden. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van die migratie?
► In 1980 woonde 80% van de Chinezen op het platteland. Nu woont bijna 60% in de stad. Het aantal steden met meer dan 1 miljoen inwoners groeide van vijftien naar honderd. De urbanisatiegraad neemt snel toe.

Slide 19 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen van migratie naar de stad? Zowel positief als negatief.

Slide 20 - Carte mentale

Gevolgen migratie China
  • Het platteland loopt leeg, door mechanisatie overbodig
  • Wie zonder toestemming verhuist, heeft geen recht op voorzieningen
  • Naar schatting 250 miljoen "drijvende bevolking". 

Slide 21 - Diapositive

Pushfactoren en Pullfactoren
► De redenen om te verhuizen kun je in twee groepen verdelen.

● Redenen om te vertrekken noem je pushfactoren (push = duwen). Pushfactoren duwen migranten weg. Ze heten ook wel afstotingsfactoren. Voorbeelden zijn armoede en werkloosheid. 
Pullfactoren (pull = trekken) zijn redenen die een ander gebied aantrekkelijk maken voor migranten. Ze heten ook wel aantrekkingsfactoren. Belangrijke pullfactoren zijn kans op werk, een hoog inkomen en goede opleidingsmogelijkheden.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Leg uit wat je ziet in deze grafiek

Slide 24 - Diapositive

Wat kan de regering doen om migratie naar de steden te voorkomen?

Slide 25 - Carte mentale

Wat doet de Chinese regering
  • In het binnenland de infrastructuur verbeteren
  • Lagere belastingen in het binnenland
  • Succes: de steden in binnenland trekken nieuwe migranten aan. 
  • Het gebied is aantrekkelijk voor bedrijven omdat de lonen er nog lager zijn.

Slide 26 - Diapositive

Nu maken
Maak opdr 1 t/m 8 Hfst 1.3

Maandag 28 september: SO Hfst 1 par 1 en 2

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Water verdeling
 In China is de hoeveelheid water ongelijk verdeeld over het land. In het natte zuiden is er een overschot aan water. Hier bevindt zich bijna 80% van al het water in China. In het droge noorden is er een tekort aan water. En juist daar ligt bijna twee derde van het akkerland in China. In de tarwe- en katoenteelt in het noorden is veel irrigatiewater nodig. Ook woont bijna de helft van de bevolking in het noorden. Het watertekort (ook wel waterstress genoemd) kun je uitdrukken in een getal: het aandeel van het waterverbruik in de totale hoeveelheid oppervlaktewater (figuur 20).

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien

Slide 33 - Lien

Huiswerk
Maak Hoofdstuk 1 paragraaf 4 opdr. 1 t/m 4 en 6 t/m 8

Slide 34 - Diapositive