Woordenschat H4 deel 2: Een tegenstelling zoeken

Woordenschat H4 deel 2: Een tegenstelling zoeken
Welkom terug 1H! Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, Chromebook en je schrift.
Stap 3: Log in in Lessonup met je eigen naam.
Stap 4: Noteer het antwoord op de volgende vraag: Wat is het tegenovergestelde van misvatting? Noteer ook op welke manier dit woord verandert (Zie theorie)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat H4 deel 2: Een tegenstelling zoeken
Welkom terug 1H! Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, Chromebook en je schrift.
Stap 3: Log in in Lessonup met je eigen naam.
Stap 4: Noteer het antwoord op de volgende vraag: Wat is het tegenovergestelde van misvatting? Noteer ook op welke manier dit woord verandert (Zie theorie)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Leerdoel: Ik kan de betekenis van een moeilijk woord raden door middel van een tegenstelling.
Hoe bereiken we dit doel:
1. Zijn er nog vragen over de leestoets? (laatste kans)
2. Mondelinge overhoring (5 leerlingen)
3. Oefenen woordenschat  via LessonUp
4. Huiswerk volgende les: Opdracht 4, 5 en 7 Online
5. Controleren leerdoel

Slide 2 - Diapositive

Welke vraag heb jij over de toets leesvaardigheid?

Slide 3 - Question ouverte

Tips voor de toets!
1. Lees goed wat je moet doen.
2. Leg altijd uit waarom het zo is (behalve bij meerkeuzevragen).
3. Noteer bij elke zin de hoofdletters en leestekens. Niet gedaan = geen punten!
4. Ga altijd bij jezelf na: Welke strategie heb ik nodig om de vraag op te lossen?

Slide 4 - Diapositive

Mondelinge overhoring
Vijf leerlingen krijgen een mondelinge overhoring over H4 t/m het woord de mentaliteit.
Drie van de vijf woorden moeten goed zijn. Is dit niet zo? Dan heb je een streepje bij je huiswerk staan.

Slide 5 - Diapositive

Welke uitdrukking past in de zin: Mijn nichtje probeerde mij vanochtend een mop te vertellen; zij moest er zelf hard om lachen, maar het was een verhaal […]: ik begreep er niks van.
A
door dik en dun
B
zonder kop of staart
C
zwart op wit

Slide 6 - Quiz

Noteer de betekenis van het woord: de ambitie. (inclusief hoofdletters en leestekens)

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord past in de zin?
Een goede warming-up is […] om blessures te voorkomen.
A
accommodatie
B
begaafd
C
inactief
D
essentieel

Slide 8 - Quiz

Welk woord past in de zin: Jouw opmerking over de tattoos van de voetballer is […]; die spelen in deze discussie immers helemaal geen rol.
A
irrelevant
B
relevant

Slide 9 - Quiz

Een gezapige vakantie waar je twee weken lang alleen maar op het strand ligt, is niet voor iedereen weggelegd. Een avontuurlijke vakantie biedt je de mogelijkheid om je grenzen te verleggen, om dingen te doen die je normaal gesproken nooit zou doen. Wat is de tegenstelling van het woord gezapige?

Slide 10 - Question ouverte

Aan het werk
Wat ga je doen? Maak opdracht 4, 5 en 7 online via Planning in Nieuw Nederlands.
Hoe ga je dat doen? Je werkt de eerste 10 minuten alleen, in stilte. Daarna fluisterend overleg.
Hulp: Probeer eerst zelf op te lossen. Lees goed! Daarna kun je mij vragen.
Tijd: Tot 5 minuten voor het einde van de les ben je hiermee bezig.
Uitkomst: Je kunt de betekenis van de woordenlijst.
Klaar: Leren: Woordenlijst H4 helemaal!

timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Afsluiting
Er zijn woorden die in zichzelf een soort tegenstelling vormen: achterstevoren, kwaadaardig, broekrok. Noteer in je schrift zelf zo'n woord. 

Slide 12 - Diapositive

Noteer de twee leerdoelen van deze week: Doe het zo: 1. ........
2. ..........

Slide 13 - Question ouverte