Jaar 1 KTH Unité 1 les 8: Écrire

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Cours de Français 1ère année

Les devoirs

Leren Apprendre 6 en 7

Maken ex. 25

Leerdoel

Ik kan een paar eenvoudige zinnen opschrijven over mezelf.

Wat betekent
"Je suis en retard"

1. Ik ben sportief
2. Ik ben te laat
3. Ik ben geweldig
4. Ik ben aardig

Hoe zeg je
"de vriend"

1. un ami
2. une amie

Wat betekent
" J'aime le foot"

1. Ik haat voetbal
2. Ik houd van lezen
3. Ik houd van voetbal
4. Ik zit op voetbal

Wat vraag je als je zegt:
"Qui est-ce?"

1. Wat is dat?
2. Hoe gaat het?
3. Wie ben jij?
4. Wie is dat?

Hoe zeg je:
'ver'

Hoe zeg je:
'Kijk!'

Hoe zeg je:
'Verdorie!'

Blz. 28

Ex. 25

Blz 17

être (zijn)

Au travail

Maak exercice 26-29

Werk in stilte

Je hebt 15 minuten de tijd

De eerste 5 min. geen vragen

Daarna steek je je hand op

Klaar? Maak ex. 30

Klaar? Leer apprendre 8 en 9

Les devoirs

Afmaken ex. 26-30

Exercice 30 inleveren

Leren Apprendre 8, 9 en 10

Volgende week toets kennis en lezen

Noem 3 dingen die goed gingen deze les.

Wat heb je deze les geleerd?