Verhoudingen vergelijken

Les 2 verhoudingen 
Verhoudingen vergelijken 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 2 verhoudingen 
Verhoudingen vergelijken 

Slide 1 - Diapositive

Vorige les 
Verhoudingen vergroten en vergelijken  

Slide 2 - Diapositive

Voor het maken van 200 milliliter slagroom is 30 gram suiker nodig. Fatima wil 100 milliliter slagroom maken.
Hoeveel gram suiker heeft Fatima nodig?
A
60
B
100
C
15
D
10

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen
Je leert vandaag hoe je verhoudingen kunt vergelijken. 

Hoe je naar verhouding het goedkoopst kunt uitrekenen. 

Je weet het verschil tussen goedkoper en voordeliger. 
 



Slide 4 - Diapositive

Wat ga je doen?
Je krijgt eerst theorie uitleg (vandaag)
Je gaat een collage maken (vandaag)
Oefenen op studiemeter (10 opdrachten) (thuis tot volgende week)
Collage presenteren (volgende les) (volgende week)

Slide 5 - Diapositive

Verhoudingen vergelijken 
- Producten vergelijken
- Prijzen vergelijkingen 


Slide 6 - Diapositive

Welke producten/prijzen heb jij als laatst vergeleken? Wat wil je kopen of heb je gekocht? (leg uit of maak foto)

Slide 7 - Question ouverte

zonder berekening 

Slide 8 - Diapositive

Welk is naar verhouding het goedkoopst? Waarom?

Slide 9 - Carte mentale

welk is naar verhouding het goedkoopst? Waarom?

Slide 10 - Diapositive

vergelijken 
Probeer de aantallen evenveel te krijgen. Je kunt op heel veel manieren uitrekenen welk naar verhouding het goedkoopst is. 

Slide 11 - Diapositive

reken uit

Slide 12 - Carte mentale

Voordeliger of goedkoper 
Voordeliger betekent dat de prijs van ieder stuk goedkoper is, maar dat je misschien meer moet betalen. (4-pack redbull) 

Goedkoop is wat je minst betaald (dus zo weinig mogelijk) 

Naar verhouding het goedkoopst? is eigenlijk dat je voordeliger uitkomt. 

Slide 13 - Diapositive

Goedkoper? Voordeliger?
Naar verhouding goedkoopst

Slide 14 - Diapositive

Bij supermarkt Emus kosten 3 pakken koekjes € 2,10.
Bij supermarkt A6 kosten 2 pakken koekjes € 1,30.

Bij welke supermarkt zijn de pakken koekjes naar verhouding het goedkoopst?
A
A6
B
Emus
C
geen idee
D
help!

Slide 15 - Quiz

Aan de slag (knutselen of online) 
1. Blader de reclamefolders en maak een boodschappenlijst.
2. Zoek minstens 3 producten waar je in twee winkels kunt kopen (bijvoorbeeld in AH en Kruidvat) of 
vergelijk 2 diverse producten met elkaar. 
3. Vergelijk de producten/prijzen en bereken waar je voordeliger uit komt. 
4. Leg uit hoe je het hebt gemaakt (berekening) 
5. In de volgende les ga je presenteren. 
timer
20:00

Slide 16 - Diapositive

differentiatie 
- reken uit waar je voordeliger uitkomt als je Macbook wilt aanschaffen? 
- in welke hotel je gaat verblijven? 
- welke broodje je graag zo meteen wilt opeten 
- welke abonnement je gaat nemen als je nieuwe telefoon wilt. 
Dus voor iedereen een opdracht op eigen niveau. klaar? inleveren en anders thuis afmaken 

Slide 17 - Diapositive

Benodigdheden 
Online: laptop, knipprogramma online reclamefolders

Papier: A3 vel, reclamefolders, schaar, pen/stiften
timer
20:00

Slide 18 - Diapositive

huiswerk 
Maak eerst je poster af en oefen daarna via studiemeter: Domein verhoudingen --> oefenen --> verhoudingen --> vergelijken 

Slide 19 - Diapositive

leerdoelen check 
Je leert vandaag hoe je verhoudingen kunt vergelijken.

Hoe je naar verhouding het goedkoopst kunt uitrekenen.

Je weet het verschil tussen goedkoper en voordeliger. 

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen behaald?
A
alle leerdoelen behaald
B
1 behaald
C
2 behaald
D
graag extra uitleg

Slide 21 - Quiz