5.2 aardgas verbranden

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

5.2 aardgas verbranden

Aan het eind van de les...

1. Weet je wat een warmtewisselaar is en hoe die werkt.

2. Weet je welke verbrandingsgassen ontstaan bij de verbranding van aardgas.

3. Weet je wat het verschil is tussen een volledige en een onvolledige verbranding. 

4. Weet je wat een koolstofmono-oxide vergiftiging is. 

Waar ging
de vorige les
ook alweer over?

Wat is geen warmtebron

1. een cv ketel
2. een laptop
3. een strijkijzer
4. een oven

Hoe noem je de energie in een brandstof

1. chemische energie
2. verbrandingsenergie
3. warmte
4. brandstofenergie

Welk apparaat zet elektrische energie om in warmte?

1. een houtkachel
2. een gasfornuis
3. een broodrooster

Hoe wordt jullie huis verwarmt?

Aardgas verbranden

Als je aardgas verbrand heb je zuurstof nodig...

Bij de verbranding komen koolstofdioxide, waterdamp en warmte vrij. 

Aantekening.

De gassen die vrijkomen bij een verbranding noem je verbrandingsgassen. 

Bij iedere verbranding heb je zuurstof nodig.

De verbrandingsgassen van aardgas zijn koolstofdioxide en waterdamp

CV installatie

1. In de CVketel worden gassen verbrand.

2. De hete gassen stromen langs de warmtewisselaar, daardoor wordt het water in de warmtewisselaar warm. 

3. de pomp pompt het warme water door de radiatoren.

4. De warme radiatoren geven hun warmte af aan de ruimtes. 

Aantekening

Een warmtewisselaar brengt warmte over van het ene onderdeel naar het andere onderdeel.

Voll

Volledige verbranding

Onvolledige verbranding

Bij een onvolledige verbranding
is er te weinig zuurstof.

Koolmonoxide vergiftiging

aantekening

Bij een onvolledige verbranding is er te weinig zuurstof. 

Er ontstaat koolstofmono-oxide en roet.

Koolmono-oxide ruik je niet en is heel gevaarlijk. 

 

Welke twee gassen ontstaan bij de volledige verbranding van aardgas

1. zuurstof en koolstofdioxide
2. zuurstof en waterdamp
3. koolstofdioxide en stikstof
4. koolstofdioxide en waterdamp

Welke stof is nodig voor de verbranding van aardgas?

1. waterdamp
2. koolstofdioxide
3. zuurstof
4. stikstof

Hoe wordt het water in de warmtewisselaar verwarmd?

1. met elektriciteit
2. door verbranding van aardgas
3. door verbranding van kolen

Welke kleur heeft de vlam bij een volledige verbranding

1. blauw
2. geel

Wat is het gevaar van een onvolledige verbranding

proef 2: Waterdamp aantonen

Doel:

Een brandend waxinelichtje produceert verschillende stoffen. Bij deze proef kom je één van die stoffen op het spoor.

Voor dat je met de proef begint.

1. Trek een labjas aan.

2. Zet een veiligheidsbril op.

3. Pak een waxinelichtje en een bekerglas van 250 ml

– Steek het waxinelichtje aan.
– Zet het bekerglas over het lichtje heen.
Wat gebeurt er aan de binnenkant van het bekerglas?

Welke stof zit er aan de binnenkant van het bekerglas.

1. zuurstof
2. kaarsvet
3. koolstofdioxide
4. waterdamp

Waar komt de stof aan de binnenkant van het bekerglas vandaan.

1. die stof zat al in het bekerglas
2. die stof komt uit de lucht
3. die stof ontstaat tijdens het branden
4. die stof komt uit de waxine

Hoe komt het dat het waxinelichtje al snel uitgaat?

Opruimen

1. Hang de labjas aan de kapstok.

2. Doe de veiligheidsbril in de daarvoor bestemde bak.

3. Leg het waxinelichtje, het bekerglas en de lucifers achter op tafel in de daarvoor bestemde bakken. 

Doen:

Maak vraag 18 t/m 34 van paragraaf 5.2
werkboek B