GL2 Chapitre 3 D

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

la robe

1. de rok
2. de jurk

porter

1. leren
2. proberen
3. dragen
4. pakken

le choix

1. de cursus
2. de keus
3. de kleding
4. de kapper

Vertaal:
De spijkerbroek is zwart.

pour =

Het is dertig euro.

1. C'est vingt euros.
2. C'est trois euros.
3. C'est treize euros.
4. C'est trente euros.

Vertaal:
Het feest is super!

Extra instructie 

Als je geen instructie wilt werk je verder aan:

Bloc E of Bloc F

Deze start je zelf op

Noem een NL aanwijzend voornaamwoord

Noem een FA aanwijzend voornaamwoord

Bloc D: het aanwijzend voornaamwoord

DEZE, DIE, DIT en DAT zijn aanwijzende voornaamwoorden.

In het Frans ook 4 woorden maar die gebruik je volgens vaste regels:

ce       = deze, die, dit, dat

cet     = deze, die, dit ,dat

cette = deze, die, dit ,dat

ces     = deze, die, dit dat.

Ce: mannelijk enkelvoud

Cet: mannelijk enkelvoud met a/e/i/o/u/stomme h

Cette: ALLE vrouwelijke ZN enkelvoud

Ce garçon(m) est grand.=
Die jongen is groot.

Cet arbre(m) est vieux.=
Die boom is oud.

Cette fille(v) est grande.

Dat meisje is groot.
Cette école(v) est petite.
Die school is klein.

In het Meervoud is het altijd ''ces''

Ces garçons = deze/ die jongens

ces arbres = deze/ die bomen

ces filles = deze/ die meisjes

ces écoles = deze/ die scholen

Welke aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken in het Frans als het woord is... 

mannelijk enkelvoud

vrouwelijk enkelvoud

Meervoud 

Ce

Cette 

Ces

Cet

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 

ce

cet

cette

ces

pommes

table (v)

chaise (v)

homme (m)

stylo (m)

devoirs

livres

ce, cette, ces of cet?
................mère

ce, cette, ces of cet?
...................garçon

ce, cette, ces of cet?
....................artistes

ce, cette, ces of cet?
..................enfant