5.3 Snelle economische veranderingen

Economie in Indonesië
Paragraaf 3
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Economie in Indonesië
Paragraaf 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een reden waarom Zuidoost-Azië multicultureel is geworden.

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitwisseling van culturen
- Als mensen met elkaar in contact komen, wisselen ze elementen van hun cultuur uit; mensen nemen dingen van elkaar over.

--> Door invloeden van buitenaf: migratie, handel, toerisme, spreiding geloof
--> Door koloniën

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ASEAN
  • Association of Southeast Asian Nations
  • Landen in Zuidoost-Azië werken samen
  • 10 van de 11 staten zijn lid van de ASEAN

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volken, natie(staten)
Een staat is een gebied met twee kenmerken:
- duidelijk begrensd
- het bestuur heeft het hoogste gezag

Tussen staten liggen twee soorten grenzen:
- Natuurlijke grenzen
- Kunstmatige grenzen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeld van een natuurlijke grens.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuidoost-Azië bestaat uit twee delen:
- het vasteland: een ___ 
- eilanden
Alles wat je heb aangeleerd
Gebied met overeenkomsten in cultuur.
Een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft.
Volk
Schiereiland
Cultuurgebied
Cultuur

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 5.3 ‘Snelle economische veranderingen’

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B125 Bestaansmiddelen

3 groepen:

Primaire sector

Secundaire sector

Tertiaire sector

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire sector 
Primaire sector: Werk dat gericht is op het verbouwen van producten
Landbouw:  houden van dieren of verbouwen van gewassen voor menselijk gebruik
  • akkerbouw
  • Veeteelt
  • tuinbouw

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Secundaire sector
Secundaire sector = industriesector
Grondstoffen worden verwerkt  tot een product
(of halffabricaat)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tertiaire sector
Bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten -> dienstensector

Bijvoorbeeld bedienen in de horeca


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landbouw
- Primaire sector
- Landbouw
- Rijstbouw:
       - Tropisch klimaat
       - Sawa's 
- Monocultuur
- Arbeidsextensief 



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landbouw
Vroeger was de landbouw arbeidsintensief. Waarom is dat veranderd?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Industrie
- Secundaire sector 
- Fabrieken
- Assemblage: het in elkaar zetten van 
een product
       - De onderdelen worden vanuit 
het buitenland ingevoerd
- Arbeidsintensief

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diensten
- Tertiaire sector
- Dienstensector, bijvoorbeeld bij de bank of bij de overheid
- Informele sector: ongeschoold en slechtbetaald, geen zekerheid

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beroep hoort bij de tertiaire sector?
A
Vissen fileren
B
Vissen vangen
C
Vissen verkopen
D
Vissen kweken

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

100 jaar geleden was de tertiaire sector veel groter dan nu
A
ja, dat is waar
B
nee,dat is niet waar
C
Er waren net zoveel mensen in de diensten als nu

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een taxichauffeur behoort tot de secundaire sector
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk land is de secundaire sector het grootst?
A
Nederland
B
Nigeria
C
China
D
Engeland

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je in de bouw werkt, werk je in de tertiaire sector
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was de oorzaak van deze afname in primaire sector?
A
De oogst mislukte
B
Minder mensen die konden werken
C
Mechanisering in de landbouw
D
Nederland werd rijker

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort niet bij de primaire sector?
A
Bouwbedrijven
B
Visserij
C
Olieplatforms
D
Bosbouw

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de secundaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De primaire sector is..?
A
De industrie
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van een beroep in de tertiaire sector is
A
Katoenplukker
B
Verkoopster in een kledingwinkel
C
Fabriek die kleding maakt.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De tertiaire sector is..?
A
Industriesector
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een boer behoort tot de primaire sector
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van een beroep in de secundaire sector is
A
Bloembollenteler
B
Bloemist
C
Verpakken van bloembollen in een fabriek

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Economische veranderingen
Verschuiving van landbouw naar industrie en diensten

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstelling beroepsbevolking nu
Beroepsbevolking =
de mensen die betaald werk (willen) doen,
Industrie

Diensten
Landbouw

Slide 31 - Question de remorquage

Bedenk is hoe de cirkel er vroeger uit zag, dus wat was toen de verdeling?
Beroepsbevolking 
nu vs. vroeger

Slide 32 - Diapositive

Wat zijn de grootste verschillen en waarom?
Een groeiend land
Indonesië ontwikkelt zich van arm land, naar steeds iets rijker.
Dat zie je aan waar de mensen werken: steeds minder in de landbouw, meer industrie en diensten.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landbouw
Industrie
Diensten
Primaire sector
Arbeidsintensief
Arbeidsextensief
Secundaire sector
Assemblage
Tertiaire sector
Overheid
Informele sector

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke sector werk(en) jouw ouder/ouders?
Landbouw
Industrie
Diensten

Slide 35 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Landbouw
Landbouw is de primaire (=eerste) sector

Landen waar nog heel veel mensen in de landbouw werken, zijn vaak arm.
Indonesië was dat tot voorkort.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landbouw
Er wordt vooral rijst verbouwd op sawa's - rijstvelden die onder water staan.

Door gebruik van meer machines zijn steeds minder mensen nodig.


Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landbouw
Er zijn ook plantages, waar veel wordt verbouwd voor export.

Omdat er veel machines aan te pas komen en weinig mensen, noemen we het arbeidsextensief werk.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire sector: Bosbouw
•   Bossen kappen

- tropische regenwouden
- hoge ontbossingspercentages

- ontbossing voor: soja, rundvlees, hout en palmolie



Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire sector: Landbouw
•   Sumatra en Kalimantan: veel plantages
     
- monocultuur: koffie, cacao, oliepalmen 
- voor export
      
- arbeidsextensief: weinig mensen werken
- hoge opbrengst door machines, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen



Slide 40 - Diapositive

Extensief - groot stuk land waar weinig vee op staat dus weinig vee per hectare. (Australië)
Primaire sector: Landbouw
•   Java: veel rijstbouw
     
- tropisch klimaat    

- vruchtbare bodem door        
veel vulkaanuitbarstingen
  
- sawa’s voor irrigatie    
 
- modernisering landbouw:        
meer machines, minder werk



Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het werk op deze foto arbeidsintensief of -extensief?
A
Intensief
B
Extensief

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Industrie
Industrie is de secundaire (=tweede) sector.

In landen met lage lonen (zoals in Zuidoost-Azië) wordt vaak veel aan industrie gedaan.
<< Bv. in sweatshops
In een sweatshop is het heel hard werken voor heel weinig geld. Mensen werken vaak niet in goede omstandigheden.

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Industrie
In Indonesië wordt veel gedaan aan het in elkaar zetten van producten (bv. telefoons). Dat heet assemblage.

Veel mensenwerk bij nodig, dus het is het arbeidsintensief.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diensten
Dienstverlening is de tertiaire (=derde) sector.

Dit zie je veel in de stad. Bv. mensen die bij een bank werken, leraren, politieagenten

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diensten
Sommige mensen verlenen een dienst voor zwart geld.
Bv. tuktuk-rijders.

Deze mensen werken in de informele (=niet-officiële) sector.

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een akker met natte rijstbouw =
A
oerwoud
B
sawa
C
terrassen
D
irrigatie

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bedrijf met veel machines is:
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedrijf dat weinig arbeid nodig heeft.
Mensen die betaald werk (willen) doen.
Bedrijf dat veel arbeid nodig heeft.
Het in elkaar zetten van een product.
Assemblage
Arbeidsextensief
Arbeidsintensief
Beroepsbevolking

Slide 49 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions