Sprookjes

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Binnen één minuut zit je klaar voor de les.

Op tafel: schrift, etui, wisbordje.

Sprookjes

vooruitblik

... vandaag gaan we  creatief schrijven.

... weet je wat de kenmerken zijn van een sprookje 

Creatief schrijven

Wat is belangrijk?

• Schrijven met je verbeelding / fantasie
• Sprookje
• Hoe pak je dat aan?
• Wat doe je?

Wat leer je over sprookjes?

• opbouw van een sprookje (begin, midden, eind)
• kenmerken van hoofdpersonen in sprookjes
• kenmerken van plaatsen waar sprookjes zich afspelen
• woord- en taalgebruik in sprookjes
• sfeer in sprookjes

Maar eerst...

...beginnen we met een warming-up.

Welke sprookjes ken je?

Waaraan herken je een sprookje?

Welke sprookjes ken je met in de hoofdrol een meisje/een vrouw?

Welke sprookjes ken je met in de hoofdrol een jongen/een man?

 >Kenmerken van een sprookje

• sprookjes lopen altijd goed af, het goede overwint het van het kwade
  
• sprookjes spelen vaak in een niet-bestaande omgeving
  
• er gebeuren vaak magisch dingen (tovenarij)
  
• er komen veel verschillende emoties in voor: haat, liefde, medelijden, jaloezie, angst, verdriet
  
• het zijn volksverhalen: een verhaal wat in eerste instantie mondeling werd vertelt binnen bepaalde groepen. Daarom kun je bij sprookjes vaak ook dingen leren over andere culturen
  
• Er zit vaak een levensles in sprookjes (b.v. het is niet goed om bitter, jaloers te zijn)
  
• Sprookjes beginnen vaak met “er was eens……”
  
• Bepaalde situatie > situatie veranderd > er komt een held om iemand te redden of de schurk te verslaan > alles is weer goed en de held krijgt zijn beloning.

   Volkssprookjes 

• Heel erg oud
• Mondeling doorverteld --> meer varianten en veel herhaling
• Pas daarna opgeschreven door bijv.  Duitse gebroeders Grimm.
• voorbeeld: Roodkapje, Hans en Grietje, Doornroosje, Sneeuwwitje

Cultuursprookjes

• Geschreven door 1 persoon
• Bekende schrijvers
• Hans Christian Andersen schreef De kleine zeemeermin 
• Annie M.G. Schmidt 

Opdracht

1. Schrijf als eerste schrijver je naam bovenaan het blad.

Begin met Er was eens...

Schrijf 5 minuten aan een zelfbedacht sprookje.

Maak een prop, gooi en pak een andere prop 

2. Lees het eerste stukje en schrijf 5 min. verder aan het verhaal van een klasgenoot.

Maak een prop, gooi en pak een andere prop 

3. Lees eerst de stukjes die je klasgenoten hebben geschreven en schrijf 5 minuten verder aan het verhaal.

Geef het blad terug aan de eerste schrijver zie naam bovenaan.

Wat vond je van de les?

1. 🦄
2. 👸🏽
3. 🐲
4. 👹

Volgende les

Inleveren geschreven sprookje met jouw naam erop!