Stunde 4 - Hobbys und Freizeit

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Willkommen

Letzte Stunde

Tage der Woche. Was weißt du 

noch?

• Montag
• Dienstag
• Mittwoch
• Donnerstag
• Freitag
• Samstag 
• Sonntag

Doel

Aan het einde van de les, kun 

je de kloktijden noemen in het 

Duits.

- Wiederholung

- Hören

- Uhrzeiten

- Spiel + sprechen

Programm:

10.1 Wiederholung

Schreibe die Buchstaben bei 

den richtigen Hobbys.

10.2 Sehen

Luister naar het lied. Schrijf de Nederlandse naam van hobby's op.

10.2 Sehen

Luister nog eens naar het lied. Schrijf op, op welke dag ze de hobby uitvoeren.

10.2 Sehen

Luister nog een keer naar het lied. Schrijf de Duitse naam van de hobby's op.

Uhrzeiten = Kloktijden

Analoog:

• twaalf uur = zwölf Uhr
  
• kwart over twee = Viertel nach zwei
  
• kwart voor vijf = Viertel vor fünf
  
• half negen = halb neun
  
• een uur = ein Uhr
  
• half = halb eins 

Uhrzeiten = Kloktijden

Digitaal:

11:10 = elf Uhr zehn

Uhrzeiten = Kloktijden

Digitaal:

15:07 =

• fünfzehn Uhr sieben
  

20:15 =

• zwanzig Uhr fünfzehn
  

16:47 =

• sechzehn Uhr siebenundvierzig

10.3 Uhrzeiten

A. Teken de wijzers en vul de getallen in.

B. Verbind de geschreven kloktijden met de digitale kloktijden.

C. Kleur dezelfde kloktijden in dezelfde kleur.

Doel: Als eerste (precies) op het vakje 100 

komen.

Benodigdheden:

- 2 dobbelstenen

- 1 speelbord

- 4 pionnen (gum, pennendop, etc.)

10.4 Schlangen und Leiter

1. Gooi met de eerste dobbelsteen voor een tijd: half, uur, kwart over/ voor.

2. Gooi met de dobbelsteen voor een getal (1 t/m 6)

3. Beschrijf de kloktijd die je hebt gegooid in het Duits.

4. Als de zin klopt, mag je nog een keer gooien en je pion het aantal ogen vooruit zetten.

10.4 Schlangen und Leiter (stappen)

10.4 Schlangen und Leiter

Kom je bij een kop van een slang uit? Dan moet je helemaal terug naar het einde van de staart. 

Kom je onderaan een ladder uit? Dan mag je die omhoog gaan.

Je moet precies op het vakje 100 uitkomen. Lukt dat niet? Dan moet je terug tellen.

10.4 Schlangen und Leiter

Jantje gooit met de eerste dobbelsteen. Hij gooit 5.

Jantje gooit met de tweede dobbelsteen. Hij gooit 3.

Jantje zegt: Es ist Viertel vor drei.

Dit klopt. Hij mag nog een keer gooien en gooit 7. Hij gaat 7 stappen vooruit.

10.4 Schlangen und Leiter (voorbeeld)

Wortsuche

Aufgabe 10.5 - Seite 49

Ik kan de kloktijden noemen in het Duits.

Helemaal mee eens

Mee eens

Niet mee eens en niet mee oneens

Niet mee eens

Helemaal niet mee eens