Oef. met vol. deelwoord NK1.4 2hv
1 / 16
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Verzin samen met diegene naast je een zin met een voltooid deelwoord in het Nederlands!
Slide 2 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen een zwak en een sterk werkwoord in het Nederlands? Schrijf je antwoord zo volledig mogelijk op!
Slide 3 - Question ouverte
Schrijf hier de regel die je hebt geleerd voor het maken van het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord.
Wees zo volledig mogelijk!
Wees zo volledig mogelijk!
Slide 4 - Question ouverte
Wat gebeurt er als een werkwoord eindigt op
-ieren?
-ieren?
Slide 5 - Question ouverte
Vul in: kaufen
Ich habe gestern ein Meerschweinchen ......
Ich habe gestern ein Meerschweinchen ......
Slide 6 - Question ouverte
Vul in: füttern
Hast du die Kühe schon ......
Hast du die Kühe schon ......
Slide 7 - Question ouverte
Vul in: putzen
Paula hat ihr Pflegepferd ......
Paula hat ihr Pflegepferd ......
Slide 8 - Question ouverte
Vul in: fotografieren
Was hast du jetzt .....
Was hast du jetzt .....
Slide 9 - Question ouverte
Vul in: fressen
Was hat der Wolf da .....?
Was hat der Wolf da .....?
Slide 10 - Question ouverte
Vul in: schwimmen
Unser Hund ist im Meer ......
Unser Hund ist im Meer ......
Slide 11 - Question ouverte
Vul in: versorgen
Hast du diese Katze eine Woche ......?
Hast du diese Katze eine Woche ......?
Slide 12 - Question ouverte
Vul in: streicheln
Ich habe das Schaf ......
Ich habe das Schaf ......
Slide 13 - Question ouverte
Vul in:spielen
Anne und Tim haben mit den kleinen Welpen ......
Anne und Tim haben mit den kleinen Welpen ......
Slide 14 - Question ouverte
Vul in: hören
Gestern habe ich einen Kuckuck ......
Gestern habe ich einen Kuckuck ......
Slide 15 - Question ouverte
Hoever ben je?
A
Ik snap het helemaal.
B
Ik snap het een beetje maar moet het nog goed leren.
C
Ik snap het een beetje maar wil nog extra uitleg.
D
Ik snap er helemaal niks van en wil extra uitleg.
