Welvaart & Groei (H8)

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Herhaling H8

spelregels:

- de top 5 wint!

De economische groei wordt gemeten met behulp van het Bruto Binnenlands Product (BBP)

1. waar
2. niet waar

Als het BBP daalt dan is er sprake van economische groei.

1. juist
2. onjuist

Het BBP is de omvang van de totale productie van alle consumenten in een land.

1. juist
2. onjuist

Welvaart in Ruime zin is een onderdeel van Welvaart in Enge zin.

1. juist
2. onjuist

De arbeidsproductiviteit wordt gemeten door de totale productie te delen door het aantal full time arbeiders.

1. juist
2. onjuist

Als het totale BBP harder stijgt dan het aantal inwoners, dan stijgt de arbeidsproductiviteit.

1. juist
2. onjuist

Als het BBP per werknemer harder stijgt dan dan het BBP dan daalt de arbeidsproductiviteit.

1. juist
2. onjuist

Als het totale BBP stijgt maar het BBP per inwoner daalt, dan is de bevolking harder gegroeid dan de productie.

1. juist
2. onjuist

4 sectoren

primaire sector = landbouw, mijnen, visserij

secundaire sector = industrie en bouw

tertiaire sector = commerciele dienstverlening

quartaire sector = niet-commerciele instellingen en overheid

Een aannemersbedrijf hoort tot de primaire sector.

1. juist
2. onjuist

Een bank hoort tot de tertiaire sector.

1. juist
2. onjuist

Conjuncturele schommelingen worden veroorzaakt door

1. arbeidsproductiviteit
2. structurele ontwikkelingen
3. bestedingen
4. werkloosheid

Bij een hoogconjunctuur is er sprake van hoge werkloosheid.

1. juist
2. onjuist

Een verlaging van de rente maakt lenen goedkoper, mensen zullen meer besteden dus daardoor groeit de economie.

1. juist
2. onjuist

Bij een hoogconjunctuur zijn de bestedingen hoog. Hierdoor is er een kans op prijsstijgingen (inflatie).

1. juist
2. onjuist

Een conjunctuurgolf duurt gemiddeld tussen de 7 en 15 jaar.

1. juist
2. onjuist

Structurele groei wordt veroorzaakt doordat de kwaliteit en/of de hoeveelheid van de productiefactoren stijgt.

1. juist
2. onjuist

Bij een progressief belastingstelsel betalen hoge inkomens meer belasting. Hierdoor ontstaat nivellering.

1. juist
2. onjuist

Het verschil tussen de primaire en secundaire inkomens zijn de heffingen en subsidies.

1. juist
2. onjuist

Als iedereen in Nederland vanaf morgen hetzelfde belastingtarief zou betalen, dan zou er denivellering ontstaan.

1. juist
2. onjuist

Als de Lorenzcurve verder van de diagonaal komt te liggen, is er sprake van nivellering.

1. juist
2. onjuist

De primaire inkomensverdeling geeft de inkomensverdeling weer voordat de overheid heeft ingegrepen.

1. juist
2. onjuist

Als over de eerste 10.000 euro niemand belasting hoeft te betalen, dan leidt dit tot nivellering.

1. juist
2. onjuist

Als het hoogste belastingtarief daalt van 52% naar 50% dan zal dit tot nivellering leiden.

1. juist
2. onjuist

Hoe hoger het belastingtarief in de hoogste schijf, hoe verder de Lorenzcurve van de diagonaal ligt.

1. juist
2. onjuist

Als iedereen van de overheid een bonus van 100 euro krijgt dan zal de Lorenzcurve dichterbij de diagonaal komen te liggen.

1. juist
2. onjuist