Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Klas 2 Spelling: Bijvoeglijk naamwoord deel 2
Spelling
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spelling
Slide 1 - Diapositive
Planning:
Uitleg PTO
Uitleg spelling: bijvoeglijke naamwoorden
Zelf werken
Quiz
Slide 2 - Diapositive
PTO
Planning Toetsing Onderbouw
Slide 3 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van deze les:
Je leert wat een bijvoegelijk naamwoord is en hoe je de lange en korte vorm moet spellen.
Je leert wat een stoffelijk bijvoegelijk naamwoord is en hoe je deze moet spellen.
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
Die gekke Tommy gooide zijn nieuwe iPhone zo in de grijze afvalbak.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn).
C2C is een
leuke
klas.
Die
grappige
Eli weet het altijd beter.
Ons vakantiehuis is
prachtig
.
Slide 6 - Diapositive
Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Vaak komt er een -e achter het woord (lange vorm), maar niet altijd (korte vorm).
Een
leuke
klas / De klas is
leuk.
De
grappige
jongen / De jongen is
grappig.
Het
prachtige
vakantiehuis / Een
prachtig
vakantiehuis
.
Slide 7 - Diapositive
De tas is (....)
bijv. nw: groen
Slide 8 - Question ouverte
De (...) tas.
bijv. nw: groen
Slide 9 - Question ouverte
Wanneer kort? Wanneer lang (met -e)?
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Een mooi meisje Een mooi
e
jongen
Een groot huis Een grot
e
flat
Waarom is dat?
Slide 10 - Diapositive
Wanneer kort? Wanneer lang (met -e)?
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Kort:
Na het lidwoord ‘een’ als het woord onzijdig is (een het-woord is)
Een
groot
vakantiehuis // Een
mooi
gerecht
Als het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat.
Die scholier is
fantastisch.
//
Het huis is
schitterend
.
Lang:
Na het lidwoord ‘de’ en ‘het’.
De
grote
jongen // Het
mooie
gerecht
Na het lidwoord ‘een’ als het woord mannelijk of vrouwelijk is (een de-woord is).
Een
leuke
vriendin // Een
fantastische
show
Als er geen lidwoord voor een woord in het meervoud staat.
Slimme
leerlingen //
Grote
groepen
Slide 11 - Diapositive
Hoe schrijf je de lange vorm?
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
De lange vorm:
Zet een -e achter het woord:
mooi, mooie / fijn, fijne
Verdubbel de laatste letter en zet een -e achter het woord: fris, frisse / glad, gladde / wit, witte
Haal een a, e, o of u weg en zet een -e achter het woord:
traag, trage / leeg, lege / dood, dode / zuur, zure.
Verander een -f in een -v- of een -s in een -z- en zet een -e achter het woord:
lief, lieve / naïef, naïeve / grijs, grijze / vlekkeloos, vlekkeloze
Slide 12 - Diapositive
Om bij het (..1..) huis te komen, moesten we over een (..2..) brug lopen, voorbij de (..3..) boom.
bijv. nw: 1 scheef, 2 glad, 3 krom
Slide 13 - Question ouverte
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Is het bijvoeglijk naamwoord een materiaal (stof), dan schrijf je het bijna altijd met
-en
.
De goud
en
beker
De papier
en
versie
Het katoen
en
shirtje
De woll
en
sjaal
Let op: bij 'moderne stoffen' en stoffen met een naam geleend uit een andere taal is er vaak geen uitgang met -en.
De plastic stoel
De suède jas
De corduroy broek
Slide 14 - Diapositive
Beschrijf wat jij aan hebt.
Gebruik 2 stoffelijk bijvoegelijk naamwoorden.
Slide 15 - Question ouverte
Aan de slag!
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
C
ursus 7 § 4 bijvoegelijk naamwoorden
Maak
Zelfstandig
opdracht 1,2,3 en 5
Maak
SAMEN
opdracht 6 en 7
Stel vragen als je fouten maakt die je niet begrijpt.
timer
10:00
Slide 16 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van deze les:
Je leert wat een bijvoegelijk naamwoord is en hoe je de lange en korte vorm moet spellen.
Je leert wat een stoffelijk bijvoegelijk naamwoord is en hoe je deze moet spellen.
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Diapositive
herhaling paragraaf 5
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e)
lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord:
Zet een -e achter het woord: klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.
Slide 18 - Diapositive
herhaling paragraaf 5
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e)
lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord:
Zet een -e achter het woord: klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.
Slide 19 - Diapositive
herhaling paragraaf 5
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e)
lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord:
Zet een -e achter het woord: klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.
Slide 20 - Diapositive
Let OP!!
Soms moet je een letter aanpassen:
een -f- in een -v- veranderen
(de f/v-regel)
: lief → lieve; naïef → naïeve;
een -s- in een -z- veranderen
(de s/z-regel)
: grijs → grijze; serieus → serieuze;
de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: fris → frisse; glad → gladde;
een a, e, o of u (klinker) weghalen: traag → trage; zuur → zure.
Slide 21 - Diapositive
EN....
de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: fris → frisse; glad → gladde;
een a, e, o of u (klinker) weghalen: traag → trage; zuur → zure.
Slide 22 - Diapositive
Niet vergeten
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Deze eindigen meestal op -
en
: hout
en
, papier
en,
woll
en
Uitzondering zijn de moderne stoffen:
polyester, plastic
Slide 23 - Diapositive
Ik kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen en goed spellen
Slide 24 - Sondage
Aan de slag 2K1
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
C
ursus 7 § 5 bijvoegelijk naamwoorden
Maak
Zelfstandig
opdracht 8A en 9A
Maak
SAMEN
opdracht 6A+B en 7A+B
Klaar met alles? Laat het me weten!
Stel vragen als je fouten maakt die je niet begrijpt.
timer
10:00
Slide 25 - Diapositive
Aan de slag 2B1
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
C
ursus 7 § 4 bijvoegelijk naamwoorden
Maak
Zelfstandig
opdracht 5,6,7 en 8
Maak
SAMEN
opdracht 9 en 10
Klaar met alles? Laat het me weten!
Stel vragen als je fouten maakt die je niet begrijpt.
timer
10:00
Slide 26 - Diapositive
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
QUIZ
Slide 27 - Diapositive
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
grootte
D
groot
Slide 28 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone
Slide 29 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Het was een (druk) bedoening in het Vondelpark.
A
druk
B
druke
C
drukke
D
drukken
Slide 30 - Quiz
Evaluatie: ik beheers de spelling van bijvoeglijk naamwoorden...
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 31 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
EVE Klas 2 Spelling: Bijvoeglijk naamwoord
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
Bijvoeglijke naamwoorden spelling vrijdag
Février 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
EVE Klas 2 Spelling: Bijvoeglijk naamwoord
Février 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
EVE Klas 2 Spelling: Bijvoeglijk naamwoord
il y a 18 jours
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
2 Spelling bijvoeglijk naamwoord HS
Février 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling GROEP 8: bijvoeglijk naamwoord
Octobre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling - Voltooiddeelwoord
Octobre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
H5 - spelling bijvoeglijk naamwoord
Mai 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1