Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Extra leesvaardigheid chapitre 1
Slide 1 - Diapositive
Je gaat twee teksten lezen.
In de dia voor de vragen, zie je de tekst. Je kunt steeds een aantal dia's terug gaan om de tekst te zien.
Slide 2 - Diapositive
Tekst 1
Slide 3 - Diapositive
Lis le test Quel vacancier es-tu? Sleep het plaatje naar de vraag uit de tekst waar het bij hoort.
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 4
Vraag 3
Vraag 5
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Vraag 4
Vraag 5
Slide 4 - Question de remorquage
Doe de test. Welke uitslag komt er bij jou uit?
Slide 5 - Question ouverte
Kijk naar de informatie over de jongeren. Welke uitslag zullen zij op de test krijgen? 100% zen, fun of sportif?
Vraag 1
Vraag 3
Vraag 5
Isabelle est une fille très athlétique. Elle adore faire de l'escalade et se promener. Son endroit préféré: les Alpes. Elle est 100% ...
Thierry adore la photographie. Il fait du surf et il aime le beau temps. Sa ville préférée: Nice. Il est 100% ...
Abdou n'aime pas les grandes villes. En vacances, il veut être indépendant. Il adore la faune et la flore. Son endroit préféré: l'ile Bora Bora. Il est 100% ...
100% ZEN
100% SPORTIF
100% FUN
Slide 6 - Question de remorquage
Lis de nouveau le texte Quel vacancier es-tu? Combine.
Vraag 1
Premier jour de vacances. Qu'est-ce que tu penses?
Tu pars en vacances où et avec qui?
Tu as gagné 1 million d'euros au loto. Tu vas où?
Tu es sur une ile déserte. Qu'est-ce que tu fais?
Pourquoi tu as passé de bonnes vacances? Car...
De vakantie is begonnen!
Een verlaten tropisch eiland
Waar en met wie?
Een geslaagde vakantie
Jouw droombestemming
Slide 7 - Question de remorquage
Lis de nouveau le texte Quel vacancier es-tu? Lis les questions et choisis la bonne réponse.
Angela vindt school vreselijk. Welk antwoord kiest zij bij vraag 1?
A
A
B
B
C
C
Slide 8 - Quiz
Camille vindt het leuk om nieuwe vrienden te maken. Welk antwoord kiest zij bij vraag 2?
A
A
B
B
C
C
Slide 9 - Quiz
Roger is een echte bergbeklimmer. Welk antwoord kiest hij bij vraag 3?
A
A
B
B
C
C
Slide 10 - Quiz
Elisa houdt van bewegen en sport iedere dag. Welk antwoord kiest zij bij vraag 4?
A
A
B
B
C
C
Slide 11 - Quiz
Raoul is heel handig. Welk antwoord kiest hij bij vraag 5?
A
A
B
B
C
C
Slide 12 - Quiz
Tekst 2
Slide 13 - Diapositive
Regarde le texte Des plages pas comme les autres. Lis le titre et l’introduction et choisis la bonne réponse.
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
bijzondere stranden
B
kleurrijke stranden
C
stranden voor huisdieren
Slide 14 - Quiz
In welke twee landen zijn de foto's genomen?
A
de Bahama's en de Malediven
B
de Bahama's en Tenerife
C
Frankrijk en Tenerife
Slide 15 - Quiz
Lis le texte en entier. Réponds en néerlandais.
Wat staat er op de favoriete vakantiefoto van Mila?
Slide 16 - Question ouverte
Hoe ziet Paris Plages eruit? Noem drie dingen.
Slide 17 - Question ouverte
Hoe komt het dat het strand op de Maldiven’s avonds schittert?
Slide 18 - Question ouverte
Waarom droeg Charline slippers op het strand op Tenerife?
Slide 19 - Question ouverte
Welke twee jongeren hebben tijdens hun vakantie een vreemde taal gesproken?
Slide 20 - Question ouverte
Combine les mots. Er zijn vier woorden per categorie.
Saisons
Famille
Jours
automne
mardi
père
été
hiver
printemps
vendredi
jeudi
mercredi
frère
parents
soeur
Slide 21 - Question de remorquage
Traduis l'activité en français.
De werkwoorden staan in de passé composé. Je vindt ze in de tekst.
1. gesurft
Slide 22 - Question ouverte
Traduis l'activité en français.
De werkwoorden staan in de passé composé. Je vindt ze in de tekst.
2. naar het strand geweest
Slide 23 - Question ouverte
Traduis l'activité en français.
De werkwoorden staan in de passé composé. Je vindt ze in de tekst.
3. brood gegeven
Slide 24 - Question ouverte
Traduis l'activité en français.
De werkwoorden staan in de passé composé. Je vindt ze in de tekst.
4. Spaans gesproken
Slide 25 - Question ouverte
Traduis l'activité en français.
De werkwoorden staan in de passé composé. Je vindt ze in de tekst.
5. een meisje ontmoet
Slide 26 - Question ouverte
Traduis l'activité en français.
De werkwoorden staan in de passé composé. Je vindt ze in de tekst.
6. het eiland bezocht
Slide 27 - Question ouverte
Lis de nouveau le texte Quel vacancier es-tu? Combine.
Vraag 1
Aux Bahamas, les cochons!
En France, Paris plages!
Aux Maldives, la plage brille!
À Ténérife, une plage noire!
Heet zand en slippers
Dieren voeren in Noord-Amerika
Zonnen in de hoofdstad
Een actieve vakantie in Azië
Slide 28 - Question de remorquage
Lis de nouveau le texte Des plages pas comme les autres. Choisis la bonne réponse.
Mila gaat ieder jaar naar de Bahama's.
A
waar
B
niet waar
C
dat staat niet in de tekst
Slide 29 - Quiz
Lis de nouveau le texte Des plages pas comme les autres. Choisis la bonne réponse.
Rafaël is blij dat hij thuis gebleven is.
A
waar
B
niet waar
C
dat staat niet in de tekst
Slide 30 - Quiz
Lis de nouveau le texte Des plages pas comme les autres. Choisis la bonne réponse.
Aaron heeft een luie vakantie gehad.
A
waar
B
niet waar
C
dat staat niet in de tekst
Slide 31 - Quiz
Lis de nouveau le texte Des plages pas comme les autres. Choisis la bonne réponse.