3A 4.3 Vruchtbaar worden

Thema 4 voortplanting
  • 4.1 Geslachtsorganen deel 1
  • 4.2 Puberteit
  • 4.3 Vruchtbaar worden 
  • 4.4 Zwanger worden
  • 4.5 Seksualiteit  
  • 4.6 Veilige seks
  • 4.7 Meer voorbehoedsmiddelen
  • 4.8 De geboorte
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 4 voortplanting
  • 4.1 Geslachtsorganen deel 1
  • 4.2 Puberteit
  • 4.3 Vruchtbaar worden 
  • 4.4 Zwanger worden
  • 4.5 Seksualiteit  
  • 4.6 Veilige seks
  • 4.7 Meer voorbehoedsmiddelen
  • 4.8 De geboorte

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 4.3
  • Je kunt uitleggen hoe 
     zaadcellen en eicellen 
     worden gevormd
  • Je kunt de menstruatiecyclus 
     beschrijven

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadcellen en eicellen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorming zaadcellen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijping eicellen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eicel

• Eicellen zijn al bij de geboorte aanwezig in rust
• In de puberteit start de ovulatie eisprong)
• Cellen in de wand produceren oestrogenen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijpende follikel

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijpende follikel
FSH
LH
Oestrogeen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ovulatie/eisprong
FSH
LH
Progesteron
Oestrogeen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ovulatie = eisprong

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijpende eicel
  1. Onrijpe eicellen zitten in eierstok in blaasjes = follikels
  2. De eicel groeit/neemt voedingsstoffen op en het follikel neemt vocht op
  3. Na (±) 14 dagen is follikel zo groot dat het knapt (= ovulatie/ eisprong), de eicel komt nu in de eileider terecht.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ovulatie
• Elke 4 weken 
 • 1 eicel per keer 
• Om en om uit beide eierstokken 
• De eicel kan niet bewegen 
• De eicel leeft maar 12-24 uur
  • Veel reservevoedsel

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de baarmoeder
Voor het geval de eicel bevrucht zou worden, moet de baarmoeder zich voorbereiden. 
Tijdens het rijpen van het eitje wordt het baarmoederslijmvlies steeds dikker.
Wordt het eitje niet bevrucht, dan laat dit slijmvlies weer los = menstruatie/ ongesteld

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bs 4 menstruatie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Menstruatiecyclus
  1. Menstruatie en rijping van eicel
  2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker
  3. Eisprong (ovulatie)
  4. Baarmoederslijmvlies blijft dik (door het gele lichaam)
  5. Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten --> menstruatie
Start op eerste dag van de menstruatie.
Een regelmatige cyclus duurt 28 dagen.
Op dag 14 is dan de ovulatie (eisprong)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bs 4 menstruatie
Oestrogeen
Progesteron
FSH
LH

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Menstruatiemiddelen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Menstruatiemiddelen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overgang / menopauze
Vrouwen tussen de 40 en 60 jaar oud --> minder geslachtshormonen --> overgang. Er rijpen geen eicellen meer --> menopauze

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Lezen 4.3
Maken opdrachten: 



Slide 21 - Diapositive

Klaar: puzzel laten maken
Leerdoelen 4.3
  • Je kunt uitleggen hoe 
     zaadcellen en eicellen 
     worden gevormd
  • Je kunt de menstruatiecyclus 
     beschrijven

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder lees je drie omschrijvingen. Om welke organen gaat het?
Schrijf a t/m c op en schrijf daarna meteen de juiste naam erbij.

a In dit orgaan zitten de onrijpe eicellen.
b Dit orgaan maakt hormonen die regelen dat eicellen rijp worden.
c In dit orgaan worden de zaadcellen opgeslagen.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de begrippen naar de juiste vakjes
Ovulatie
Menstruatie
Menstruatie

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Innesteling
Ovulatie
Menstruatie

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hormonen spelen een rol bij het ontwikkelen van geslachtscellen?
( eicellen en zaadcellen)

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions