Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
laatste, laatste 2 klassikale lessen.
Pak je :
examenbundel Engels.
een Engels/Nederlands woordenboek.
Een pen
We gaan gedifferentieerd werken.
Slide 2 - Diapositive
Je mag kiezen om een Eindexamen te maken in je examenbundel.
p235 tm 258
Dit kan interresant zijn als je al wat beter bent in het vak Engels. Maar sommige leerlingen vinden zelf werken gewoon fijner. muziek luisteren via oortjes mag dan maar praten natuurlijk niet omdat.......
Je ook kan kiezen om samen met mij een examen te maken. dat betekend rustig lezen. signaalwoorden zoeken. samen kijken wat de antwoorden zijn. dit is natuurlijk de reden dat praten een no go is.
Slide 3 - Diapositive
but first
just some exam tips
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Je mag kiezen om een Eindexamen te maken in je examenbundel.
p235 tm 258
in stilte/ootjes mag/praten is les verlaten
Slide 13 - Diapositive
I know how to look up words in a dictionary
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Sondage
Slide 15 - Diapositive
Now translate with the help of the picture (or your dictionary)
1. I'm breaking up with you, pack your bags!
2. I bought a pack of cookies.
3. We are hunting with a pack.
4. The printer has packed up again.
Slide 16 - Diapositive
Answers:
1. I'm breaking up with you, pack your bags! (pak je spullen / ga weg)
2. I bought a pack of cookies. (een pak koekjes)
3. We are hunting with a pack of hounds. (meute jachthonden)
4. The printer has packed up again. (is er weer mee opgehouden)
Slide 17 - Diapositive
Controlevragen bij woordenboekgebruik
zoek ik een werkwoord (OV WW of ONOV WW) / zelfstandig naamwoord (ZN) / bijvoegelijk naamwoord (BNW), enz.
past de eerste betekenis het beste bij mijn zin, of moet ik verder lezen, kijk ook naar de voorbeelden!!!
is er een combinatie van ww + voorzetsel? Die staan op alfabetische volgorde in het lemma
Slide 18 - Diapositive
After this explanation I think I can use a dictionary even more efficiently
no
maybe
yes
Slide 19 - Sondage
Slide 20 - Vidéo
Put into alphabetical order: 1. photography 2. photographic 3. photograph 4. photographer 5. photogenic
A
3 - 5 - 1 - 4 - 2
B
5 - 3 - 4 - 2 - 1
C
3 - 1 - 2 - 4 - 5
D
5 - 1 - 3 - 4 - 2
Slide 21 - Quiz
Put into alphabetical order: 1. gorgeous 2. gorilla 3. grand 4. great 5. group
A
2 - 1 - 3 - 5 - 4
B
3 - 2 - 1 - 4 - 5
C
1 - 2 - 3 - 4 - 5
D
1 - 3 - 2 - 5 - 4
Slide 22 - Quiz
Where would you put the gravy? in a / an ....
A
bowl
B
stew
C
graveyard
D
boat
Slide 23 - Quiz
Which is the odd one out? cod - sardine - hake - fern
A
cod
B
sardine
C
hake
D
fern
Slide 24 - Quiz
Which is the odd one out? spade - hammer - crouton - pliers