V3 ch1 bloc I 2122

Bron I 

- herhaling regelmatige ww -er, -ir, -re
- wederkerende ww (-er, -ir, -re)
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bron I 

- herhaling regelmatige ww -er, -ir, -re
- wederkerende ww (-er, -ir, -re)

Slide 1 - Diapositive

Hoe moest je een regelmatig ww ook alweer vervoegen?
Je haalt van het hele ww -er/-ir/-re af, dat is de stam, en plaatst dan de uitgangen achter de stam.


In de volgende slides leer je meer over de uitgangen.

Slide 2 - Diapositive

De ww -er
Verbind het persoonlijk voornaamwoord aan de juiste uitgang

Slide 3 - Diapositive

Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
-e
-es
-ons
-ez
-ent
-e
-e
-e
-ent

Slide 4 - Question de remorquage

De ww -ir
Verbind het persoonlijk voornaamwoord aan de juiste uitgang

Slide 5 - Diapositive

Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
-is
-it
-issons
-issez
-issent
-is
-it
-it
-issent

Slide 6 - Question de remorquage

De ww -re
Verbind het persoonlijk voornaamwoord aan de juiste uitgang

Slide 7 - Diapositive

Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
-s
-ons
-ez
-
-ent
-s
-
-
-ent

Slide 8 - Question de remorquage

Nog even alles op een 'rijtje'!
ww -er

je ....... e
tu ...... es
il/elle/on ...... e
nous ..... ons
vous ..... ez
ils/elles ..... ent
ww -ir

je ....... is
tu ...... is
il/elle/on ...... it
nous ..... issons
vous ..... issez
ils/elles ..... issent
ww -re

je ....... s
tu ...... s
il/elle/on ...... 
nous ..... ons
vous ..... ez
ils/elles ..... ent

Slide 9 - Diapositive

Wederkerend ww
Wat is dat????

Ik was me
Hij scheert zich
We kleden ons aan
Ze zien elkaar

Slide 10 - Diapositive

En in het Frans?
gewoon ww (laver)

je lave
tu laves
il lave
nous lavons
vous lavez
ils lavent

Slide 11 - Diapositive

En in het Frans?
wederk ww (se laver)

je me lave
tu te laves
il se lave
nous nous lavons
vous vous lavez
ils se lavent
gewoon ww (laver)

je lave
tu laves
il lave
nous lavons
vous lavez
ils lavent

Slide 12 - Diapositive

Hoe zeg je in het Frans:
Zij wast zich?
A
Elle lave la
B
Elle la lave
C
Elle se lave
D
Elle lave se

Slide 13 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
Wij kleden ons aan?
A
Nous se habillons
B
nous nous habiller
C
Nous se habiller
D
nous nous habillons

Slide 14 - Quiz

Vervoeg het ww:
Il _______ la télé (regarder)

Slide 15 - Question ouverte

Vervoeg het ww:
Nous _____ tous les jours (se laver)

Slide 16 - Question ouverte

Vervoeg het ww:
Ils ___ pendant une présentation
(se présenter

Slide 17 - Question ouverte