H7 Eenheden oefenen eenheden van lengte en eenheden van oppervlakte

METEN
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

METEN

Slide 1 - Diapositive

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 2 - Question de remorquage

Wat is een voorbeeld van een grootheid?
A
liter
B
kilogram
C
oppervlakte
D
seconde

Slide 3 - Quiz

Welke eenheid hoort bij temperatuur?
A
Celsius
B
warm
C
thermometer
D
vriezen

Slide 4 - Quiz

Wat is het rijtje van eenheden van lengte?
km naar mm = per stap x 10
mm naar km = per stap : 10

Slide 5 - Diapositive

Omrekenen:
3000 cm = ? hm
A
0,3 hm
B
0,03 hm
C
0,003 hm
D
3 hm

Slide 6 - Quiz

Omrekenen:
7000 m = ? km
A
70 km
B
7 km
C
0,7 km
D
700 km

Slide 7 - Quiz

Lengtematen omrekenen
5 mm = ..... cm
A
0,5 cm
B
50 cm
C
500 cm
D
5000 cm

Slide 8 - Quiz

Pauline heeft een schilderij. Het schilderij is 45 cm lang en 30 cm breed. Pauline wil een lijst maken voor het schilderij. Hoeveel meter lijst heeft Pauline nodig? Denk aan je berekening.

Slide 9 - Question ouverte

Bereken de omtrek van dit zwembad en geef je antwoord in dam.

Slide 10 - Question ouverte

Eenheden van oppervlakte
Leg uit: Waarom is 1 vierkante decimeter gelijk aan
100 vierkante centimer?

Slide 11 - Question ouverte

3 km² = ... dam²
A
30 dam²
B
0,3 dam²
C
300 dam²
D
30000 dam²

Slide 12 - Quiz

0,6 dm² = ... mm²
A
60 mm²
B
6 mm²
C
6000 mm²
D
600 mm²

Slide 13 - Quiz

0,07 are = ... m²
A
7 m²
B
0,7 m²
C
70 m²
D
0,007 m²

Slide 14 - Quiz

14 km² = ... ha
A
1,4 ha
B
0,14 ha
C
140 ha
D
1400 ha

Slide 15 - Quiz

Vul het rijtje in. Druk tussen ieder antwoord op enter.
Zet er geen eenheden bij!

45 m/s = ... km/uur
3,5 m/s = ... km/uur
23,4 km/uur = ... m/s

Slide 16 - Question ouverte

Sander schaatst de 500 meter in 44,6 seconden.
Bereken zijn snelheid in km/uur.
Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 17 - Question ouverte