Hoofdstuk 7. Criminaliteit, voor de rechter.

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Welkom!

Wat gaan we doen?

• Welke rechtbanken zijn er?
• Hoe verloopt een rechtszitting? 

Aan het eind van de les:

1. Kan je vier rechtsinstanties noemen
2. Weet je wat een dagvaarding is
3. Weet je wat jurisprudentie betekent
4. Heb je kennis gemaakt met het verloop van een rechtszitting.

Rechtsinstanties

1. Rechtbanken
2. Gerechtshoven (om in hoger beroep te gaan)
3. Hoge raad (in cassatie)

Rechtsinstanties

1. Rechtbanken:

• Civiele recht
• Bestuursrecht
• Strafrecht
• Kanton recht

Rechtsinstanties

1. 2 Gerechtshoven:

• In Hoger beroep gaan.   
• Verdachte en OvJ kunnen in beroep gaan tegen de uitspraak van de rechter (te hoog of te laag). 

Rechtsinstanties

1. 3 Hoge Raad:

• De Hoge Raad in Den Haag. 
• Verdachte of OvJ kan in beroep gaan tegen uitspraak van gerechtshof -> in cassatie gaan.  
• Zie bron 17 in je werkboek.

Jurisprudentie

"De raad kijkt naar het geheel van rechterlijke uitspraken"

Dagvaarding

Oproep om voor de rechter te verschijnen

Het verloop van een rechtszaak

1. Opening: Persoonsgegevens controleren

2. De aanklacht door de OvJ

3. Getuigenverhoor: ondervragen getuigen

4. Verdachtenverhoor: ondervragen verdachte

5. Het requisitoir: OvJ geeft uitleg en strafeis

6. Het pleidooi: Advocaat van verdachte mag verdedigen

7. Het laatste woord voor verdachte

8. Het Vonnis.

Het vonnis?

1. Is er voldoende bewijs?

2. Gaat het wel om een strafbaar feit?

3. Is de dader strafbaar?

4. Welke straf of maatregel wordt er opgelegd?

Opdrachten maken

Hoofdstsuk 7: maak de begrippenlijst + samenvatting in het boek. 

Aan het eind van de les:

1. Noem vier rechtsinstanties 
2. Wat is een dagvaarding?
3. Weet je wat jurisprudentie betekent