7-2: Samengestelde zinnen

Welkom!
Leg jouw boek en schrift open neer, zodat ik het huiswerk kan zien. (blz. 202 opdracht 2 t/m 5)
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg jouw boek en schrift open neer, zodat ik het huiswerk kan zien. (blz. 202 opdracht 2 t/m 5)

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:

  • Voegwoorden

Slide 2 - Diapositive

Doelen blz. 204

  • Je kunt het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm
Voorbeeld:
In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje.




Hoe kun je het onderwerp vinden?                    Wie/wat + gezegde

Slide 4 - Diapositive

Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm
Voorbeeld: In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje.

Samengestelde zin: een zin met meerdere persoonsvormen
Voorbeeld: In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje, want daar woont mijn tante.



Slide 5 - Diapositive

Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Je kan een zin in een andere tijd zetten. De werkwoorden die veranderen zijn persoonsvormen. Dit geldt ook voor samengestelde zinnen. Kijk maar:
  • In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje, want daar woont mijn tante.
  • In de vakantie gingen wij altijd naar Spanje, want daar woonde mijn tante.

Slide 6 - Diapositive

          VRAGEN

Kijk naar de volgende zinnen. Is het een enkelvoudige of samengestelde zin? 

Slide 7 - Diapositive

Wilma ging naar huis omdat ze moe was.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 8 - Quiz

De winkel op de hoek van de Hoogstraat is gisteren geopend.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 9 - Quiz

Wil je die tas met boeken op tafel neerzetten?
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 10 - Quiz

Het meisje verwacht dat ze van de slager een stukje worst krijgt.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 11 - Quiz

          VRAGEN

Kijk naar de volgende samengestelde zinnen. Geef aan uit welke zinnen de zin bestaat. 

Slide 12 - Diapositive

Sabine had een gezicht getrokken alsof ze iets vies proefde.
Samengesteld of enkelvoudig?
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 13 - Quiz

We gaan met de klas naar Parijs en we zullen daar een week blijven.
Samengesteld of enkelvoudig?
A
Samengesteld
B
Enkelvoudig

Slide 14 - Quiz

Als we in Parijs zijn, wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 15 - Quiz

Maken/huiswerk:
Blz. 204: Opdracht 1 t/m 4.
Klaar: lezen.

Slide 16 - Diapositive

Doel behaald?

  • Je kunt het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

Slide 17 - Diapositive