Lezen - H4.3 - les 2

Lezen - H4.3
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen - H4.3

Slide 1 - Diapositive

Start van de les
  • IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Tas op de grond.
  • Telefoon thuis of in je kluis
  • Sleutels in je tas


Slide 2 - Diapositive

Doelen
In deze paragraaf leer je:
• informatieve en instructieve teksten lezen;
• onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken;
• relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) leggen;
• relaties tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen;
• de bedoeling van de schrijver verwoorden;
• een tekst beknopt samenvatten.

Slide 3 - Diapositive

Even herhalen

Slide 4 - Diapositive

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 5 - Quiz

'De trein was vertraagd, hierdoor kwam Evi te laat op school.'

Wat is de oorzaak?

Slide 6 - Carte mentale

'De trein was vertraagd, hierdoor kwam Evi te laat op school.'

Wat is het gevolg?

Slide 7 - Carte mentale

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 8 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
omdat
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorbeeld?
A
zoals
B
ook
C
daarentegen
D
doordat

Slide 10 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 11 - Quiz

Informatieve teksten
Informatieve teksten zijn er in twee vormen:
• de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld een nieuwsbericht of achtergrondartikel;
• de lezer instructies geven: uitleggen hoe iets werkt of hoe hij iets moet doen, bijvoorbeeld een gebruiksaanwijzing.

Slide 12 - Diapositive

Informatieve teksten
De schrijver kan behalve tekst ook grafieken en tabellen gebruiken om informatie over te brengen.
  
• Doel: informatie op een andere manier weergeven.
• Voorbeelden van grafieken: lijndiagram, staafdiagram en cirkeldiagram.

Slide 13 - Diapositive

Signaalwoorden
In informatieve teksten komen de volgende tekstverbanden vaak voor:

Slide 14 - Diapositive

Maken
H4.3 opdracht 9 t/m 11, 13b , 14, 15  

Klaar? Test jezelf H3.3
Test jezelf H4.3


Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Slide 15 - Diapositive