Introductie week 4

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zit je erbij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesopzet
8.30-9.30 Stam
  • Een goede klasgenoot
  • Werk afspraken maken in je regiegroepje

9.30u- 12.45 introductiemodule
  • Quiz & uitleg laaggeletterdheid
  • Voorbereiding 'ziek zijn'
  • verdieping 'ziek zijn'

13.15-14.15 Les Chantal
  • Checking dinsdag: ziekte collage maken.

14.15-15.15 introductiemodule
  • Collage 'ziekte' presenteren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz
Wat weet jij over laaggeletterdheid?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Termen
Analfabeet: niet kunnen lezen/schrijven
Laaggeletterdheid: Moeite met lezen/schrijven

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel mensen in Nederland zijn laaggeletterd?
A
700 duizend
B
850 duizend
C
1,3 miljoen
D
2,5 miljoen

Slide 6 - Quiz

2,5 miljoen mensen in Nederland hebben grote moeite met het lezen, schrijven en/of rekenen.
Zij hebben moeite met:
het invullen van formulieren,
het begrijpen van officiële brieven,
het reizen met het openbaar vervoer,
het begrijpen van een medicijnbijsluiter,
het begrijpen van veiligheidsinstructies op het werk.
Hoeveel procent van de laaggeletterden is in Nederland geboren en getogen?
A
65%
B
45%
C
25%
D
10%

Slide 7 - Quiz

65% is het correcte antwoord.
Tweederde van alle laaggeletterden is moedertaalspreker en in Nederland geboren en getogen, een derde van alle laaggeletterden is anderstalig en in een ander land geboren.
Veel Nederlandstalige laaggeletterden zijn goed in staat te verbergen dat ze niet goed kunnen lezen en schrijven. Ze hebben hun bril niet bij zich als ze formulieren moeten invullen, zeggen dat ze een onleesbaar handschrift hebben of dat ze formulieren en brieven mee naar huis willen nemen om ze even rustig door te lezen.
Vaak zorgen hun partners of kinderen ervoor dat ze de administratie regelen en weten buren en andere familieleden niet eens dat iemand laaggeletterd is. Nederlandstalige laaggeletterden spreken vloeiend en vlot Nederlands en schamen zich vaak enorm om toe te geven dat ze problemen hebben met het lezen en schrijven van hun moedertaal.
Laaggeletterdheid onder moedertaalsprekers...
A
Neemt af
B
Blijft gelijk
C
Neemt toe

Slide 8 - Quiz

In 2018 is het aantal laaggeletterde moedertaalsprekers 5x zo veel als in 1978. In 1978 waren er tussen de 140.000 – 500.000 laaggeletterde moedertaalsprekers.
In 2016 stond dit cijfer op 1,7 miljoen.

Hoeveel procent van alle 15-jarigen in Nederland komt laaggeletterd van school?
A
5%
B
7,5%
C
15,3%
D
24%

Slide 9 - Quiz

24,0% is het correcte antwoord.
Daarbij neemt laaggeletterdheid onder jongeren alleen maar toe. Onderzoeken wijzen uit dat de leesvaardigheid onder 15-jarigen zodanig is verslechterd, dat inmiddels een kwart van alle 15-jarigen nagenoeg laaggeletterd school verlaat. Vanaf 2003 is er een duidelijke toename in laaggeletterdheid onder jongeren te zien: in 2003 was dit nog 11,5%, in 2015 was dit 17,9% en in 2018 is dit inmiddels 24,0%.
Er zijn verschillende oorzaken voor deze toename. Een grote rol speelt de kwaliteit van het onderwijs en de docent. Maar even groot is de rol van de houding van de ouders ten opzichte van het lezen, en of kinderen opgroeien in een zogenoemde taalarme of taalrijke omgeving. Een taalrijke omgeving is een omgeving waarin de kinderen worden voorgelezen, waarin boeken zijn en waarin kinderen een zogenoemde positieve leesattitude en motivatie ontwikkelen. Met andere woorden: leren kinderen thuis of op school dat lezen leuk is? Steeds vaker is het antwoord hierop een ‘nee’.

Hoeveel laaggeletterde mensen hebben een baan?
A
34%
B
57%
C
71%
D
82%

Slide 10 - Quiz

57% is het juiste antwoord.
Laaggeletterde werknemers werken vooral in de bouw en industrie, de schoonmaak, productie, landbouw en keuken. In deze sectoren kan tussen de 34 en 40 procent van de werknemers nauwelijks lezen en schrijven.
Ze werken daardoor langzamer en zijn minder productief. Ook is de kans op ongevallen en fouten groter onder deze groep, doordat mensen etiketten en veiligheidsinstructies niet kunnen lezen.

De kans op armoede onder laaggeletterden is...
A
Kleiner dan gemiddeld
B
Gemiddeld
C
Groter dan gemiddeld

Slide 11 - Quiz

Groter dan gemiddeld is het juiste antwoord.
Laaggeletterden zijn veel vaker langdurig arm dan niet-laaggeletterden. Ze zijn bijna 3 keer zo vaak afhankelijk van een uitkering als niet-laaggeletterden.
Hoeveel mensen leven in armoede door laaggeletterdheid?
A
50.000
B
100.000
C
250.000
D
325.000

Slide 12 - Quiz

100.000 is het juiste antwoord.
Bijna 100.000 mensen leven in armoede door laaggeletterdheid. Laaggeletterden zijn veel vaker langdurig arm dan niet-laaggeletterden.
Laaggeletterden vinden ook moeilijker hun weg naar schuldhulpverlening. Zo’n 19% van laaggeletterden leeft ten minste een jaar onder de armoedegrens tegenover 9,3% van niet-laaggeletterden.
De maatschappij stelt steeds hogere eisen aan haar burgers. We moeten steeds meer online regelen, zelf invullen, en waar laaggeletterden vroeger hulp konden vragen aan de balie, moeten ze zich nu een weg banen door menu’s met ingewikkelde termen voor ze iemand aan de lijn krijgen en door lastige accounts en formulieren online.
Daarbij gaan armoede en laaggeletterdheid hand in hand: laaggeletterdheid is vaak een belemmering om zelfredzaam te zijn en armoede vergroot de kans op laaggeletterdheid.

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga op onderzoek uit!
Je krijgt een zorgvrager in zorg die laaggeletterd is. Waarmee zou jij, als zorgverlener, rekening houden?

Opdracht Canvas
Bedenk 5 redenen waar je rekening mee moet houden in de beroepspraktijk met laaggeletterdheid.

zie ook https://www.lezenenschrijven.nl/ 
timer
20:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke wijze zou je rekening houden met een laaggeletterde zorgvrager? Welke 5 redenen heb je genoteerd?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatie
  • Gebruik eenvoudige taal (vermijd kinderlijke taal)
  • Korte zinnen
  • Vermijd beeldspraak (bijv. ik wil graag een vinger in de pap hebben).
  • Kies dezelfde woorden die de zorgvrager gebruikt voor zijn klachten/medicijnen.
  • Gebruik beeldmateriaal ter ondersteuning
  • Beperk de informatie tot 3 kernpunten en prioriteer deze.
  • Spreek duidelijk en niet te snel.
  • Moedig zorgvragers aan om vragen te stellen (niet: heeft u nog vragen/ wel: welke vragen heeft u nog)
  • Geef concrete adviezen, sluit aan bij de zorgvrager.
  • Check of de boodschap is overgekomen (terugvraag methode)

Slide 17 - Diapositive

Bron: https://www.knmp.nl/sites/default/files/2022-01/Checklist-Communicatie-op-maat-gesprekken-voeren-.pdf

https://www.knmp.nl/sites/default/files/2022-01/Checklist-HERKENNEN-laaggeletterdheid-1.pdf
Lesuur 10.45- 12.45
Positieve gezondheid --> Spinnenweb  mw Janzen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus Mw Klasen
Vocht in de enkels
Ademhaling 18
pols 115
Bloeddruk 180/90
Gewichtstoename
Overdag vermoeid

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je bij gebleven van de les over positieve gezondheid?

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken in Canvas:
Voorbereiding "ziekte"
Vul het spinnenweb positieve gezondheid in voor mevrouw Janzen: 

3 studenten tonen hun uitwerking klassikaal.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdieping "ziek zijn"
Maandag is er gesproken over gezondheid. 


Maar wat is nu ziekte? Wanneer ben je ziek? Zijn er verschillen per cultuur/individu?
  • Ga in gesprek met je regie groepje. Bespreek bovenstaande vragen. 
  • Schrijf jullie meningen/bevindingen/verschillen/overeenkomsten/etc. over 'ziek zijn' op een flapover.
  • Wijs een voorzitter aan die een samenvatting geeft aan de klas maak hierbij gebruik van voorbeelden. Geef aan zijn er verschillen of overeenkomsten in jullie bevindingen over 'ziek zijn'? 
  • Presenteer als regiegroepje jullie flapover aan de klas.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen? aan het werk! 
Maken Canvas 
Verdieping "ziek zijn"

  • Kijk het filmpje :"ziek zijn"  ziek zwak en misselijk. Wat valt je op in het filmpje? Zoek de fouten.
  • Maak voor jezelf de Quiz 'ziek zijn' (link: zie Canvas)


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreken Canvas
Verdieping "ziek zijn"

  • Filmpje :"ziek zijn"  ziek zwak en misselijk. Wat valt je op in het filmpje? Zoek de fouten.
  • Quiz 'ziek zijn'


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesuur 14.15-15.15u

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(aangepaste) Opdracht Canvas 
Checking: ziekte collage maken
Maak een collage  de ziekte/ (on)gezonde leefstijl van mevrouw Janzen.


Ga als regiegroepje bij elkaar zitten. Overleg en kies als regiegroepje een ziektebeeld/ongezonde leefstijl
Denk bijv. aan:
  • Diabetes
  • Obesitas
Elk regiegroepje kiest een ander onderwerp.
Collage klaar! Plaats de collage in Canvas bij de opdracht "Checking: ziekte collage" 
 (voor het uitprinten)



Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Presentatie collage (on)gezonde leefstijl
plaats de collage in Canvas!

Presenteren collages donderdag:
  • Zorg dat je het ziektebeeld/ongezonde levensstijl kunt uitleggen.
  • Waarom hebben jullie gekozen voor dit onderwerp?
  • Wat hebben jullie geleerd (door het opzoeken van informatie)
  • Welke rol heb je als verpleegkundige/ verzorgende.


Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderwerp is je bij gebleven?

Slide 28 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijd over? Maken in Canvas
Opdracht intercultureel (individueel)

Opdracht vooroordelen over verschillende nationaliteiten (tweetal). Maak hier een korte presentatie over.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions