Schrijfvaardigheid blok 3 - oproep

Voedsel weggooien is gewoon niet goed.






4-havo schrijfvaardigheid blok 3
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Voedsel weggooien is gewoon niet goed.






4-havo schrijfvaardigheid blok 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ken je initiatieven om voedselverspilling tegen te gaan? Wat kan je zelf doen?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Opdracht: schrijf een oproep
  • artikel lezen, informatie zoeken en verwerken.
  • oproep voorbereiden, tekstvorm kiezen en afstemmen op publiek, oproep van 300 woorden schrijven en inleveren op Classroom. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van deze lessen:
A. Je kan een tekst lezen en de verschillende argumenten onderscheiden;
B. Je kan betrouwbare informatie over voedselverspilling opzoeken en verwerken;
C. Je kan een oproep van 300 woorden schrijven, waarbij je rekening houdt met publiek en tekstvorm.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst lezen
Goed voedsel weggooien is gewoon niet goed (p. 175, 176)
  • Markeer inleiding-kern-slot
  • Markeer signaalwoorden
  • Omcirkel woorden die je niet kent - zoek de betekenis vervolgens op en noteer op je blad
  • Onderstreep argumenten in de tekst 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.De schrijfster neemt een standpunt in tegen voedselverspilling. Welk economisch tegenargument noemt zij daarbij?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

3.Het belangrijkste bezwaar van de schrijfster is een moreel argument. Noteer dit argument.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Er zijn veel initiatieven tegen het weggooien van voedsel, zoals
A. foodsharing
B. dumpster diven
C. doggybag
D. koken met afgedankt voedsel
Opdracht: zoek op internet wat deze acties inhouden en noteer dit.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag! 
Maak de startopdracht kunnen 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat een oproep plaatsen (zie p.206)
Open een document en ga aan de slag:
a. Kies een actie die jou het meest aanspreekt.
(foodsharing, dumpsterdiven, doggybag, koken met afgedankt voedsel)
b. Bepaal voor welke doelgroep jouw actie is. 
c. Welke tekstvorm kies je voor je oproep? 
d. Welk medium kies je? 

Schrijf een oproep van minimaal 300 woorden, waarin je de actie concreet beschrijft (datum en plaats)
Verplichte elementen:
- omschrijving van de actie;
- doel van de actie;
- minstens vier argumenten om de actie te voeren;
- waar en wanneer de actie plaatsvindt;
- mogelijkheid om te reageren/ vragen te stellen. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het standpunt?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de argumenten?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbod mobiele telefoons

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

‘Menig leraar staat dus ambivalent tegenover een verbod.’ (regel 10-11)

Hoe wordt die houding in alinea 3 verklaard?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welk type argument is hier sprake?


Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe is de redenering in alinea 3 opgebouwd?
A
opbouw volgens het ‘want’-type
B
opbouw volgens het ‘dus’-type
C
een mengvorm van ‘want’- en ‘dus’-type

Slide 17 - Quiz

er is sprake van een veronderstelling – argumentatie – conclusie.


In alinea 4 onderbouwt de schrijfster haar standpunt. Welk standpunt is dat?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vat de argumentatie in alinea 4 samen in één volledige zin van maximaal 20 woorden. Geef antwoord in algemene woorden, dus geef geen voorbeelden.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

‘Vroeger maakte ... meer onthield.’ (regel 18-19) Van welk type argument is hier sprake?

A
gezagsargument
B
moreel argument
C
nut
D
emotioneel argument

Slide 20 - Quiz

Als je geen mobieltje in de klas gebruikt, moet je aantekeningen maken en dat houdt je bij de les, dwingt je te selecteren waardoor je meer onthoudt.
Op de redenering in alinea 8 kun je kritiek leveren. Van welke type drogreden is sprake?

A
onterecht beroep op autoriteit
B
valse vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 21 - Quiz

De schrijfster doet het voorkomen dat álle leerlingen ’s nachts appen en ’s morgens niet uit bed te krijgen zijn.


Aan de slag! 
Maak opdracht 3.1 t/m 3.15

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions