23-11-2023 Word order + quiz

Word order
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Word order

Slide 1 - Diapositive

wie doet wat waar wanneer
Susan     reads    books    at school   on Friday

wie: een of meer personen
doet: werkwoord(en)
wat: geeft aan wat
waar: een plek
wanneer: een moment/tijd

Slide 2 - Diapositive

Wat ga je doen? 

Opdrachten:

  • Chapter 2 --> Writing & Grammar I  
  • Exersises: 56A/57A/57B

Done? 

Start studying: SlimStampen A/B/C/D/E/F

Slide 3 - Diapositive

Word order
Please choose the right word order
Wie
Doet
Wat (wie)
Waar 
Wanneer

Slide 4 - Question de remorquage

wie?
doet?
wat?
waar?
wanneer?
Word Order
we
in the park
go
roller-skating
every Saturday

Slide 5 - Question de remorquage

Word Order
John
walks
his
dog
in the park
every day.
Waar moet het bijvoeglijk naamwoord komen in de zin?
big

Slide 6 - Question de remorquage

wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
timer
1:00
Carolyn
in summer
walking
on the beach
enjoys

Slide 7 - Question de remorquage

wie?
doet?
wat?
waar?
wanneer?
Word Order
timer
1:00
George
outside
tennis
played
last summer

Slide 8 - Question de remorquage

wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
Carolyn
right now
her dog
in the park
is walking

Slide 9 - Question de remorquage

wie?
doet?
wat?
waar?
wanneer?
Word Order
We
at the canteen
eat
lunch
most days

Slide 10 - Question de remorquage