Terugblik 7.3 t/m 7..6

7.3 t/m 7.6: Terugblik
 Water
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

7.3 t/m 7.6: Terugblik
 Water

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk deel van de rivier vindt je de meeste sedimentatie
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Overal!

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Watervervuiling bestaat uit thermische, organische en chemische vervuiling. Wat komt door koelwater?
A
Thermische
B
Organische
C
Chemische

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de industrie wordt ook veel water gebruikt. Waarvoor wordt het gebruikt?
A
Groene energie
B
Grijs water
C
Koelwater
D
Drinkwater

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn kerncentrales altijd in de buurt van de zee of een rivier.
A
Om genoeg water te hebben voor eventuele brand.
B
Voor koelwater
C
Omdat water gebruikt wordt voor kernsplijting.
D
Wateratomen worden afgevuurd op uranium.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar haalt HOOG NL drinkwater vandaan?
A
Grondwater
B
Oppervlaktewater

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het meeste drinkwater wordt in Nederland verbruikt door:
A
Huishoudens
B
Landbouw
C
Industrie

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huishoudelijk afvalwater bestaat uit: ... ?
A
Zwart water (toilet) grijs water (douche)
B
Wit water (douche) en Groen water (tuin)
C
Drinkwater (kraan) en zinkwater (toilet)
D
Hangwater (douche) en oppervlaktewater (toilet)

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt het met het water van een rioolwaterzuiveringsinstallatie?
A
Hier wordt drinkwater van gemaakt
B
Het water wordt geloosd op het oppervlaktewater
C
Het wordt gebruikt als koelwater
D
Het wordt gebruikt als proceswater

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Worden polders beheerd door Rijkswaterstaat of waterschappen?

A
Rijkswaterstaat
B
Waterschappen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door wie wordt het waterbeheer in Nederland uitgevoerd?
A
De gemeente
B
De provincie
C
Rijkswaterstaat
D
Waterschappen & Rijkswaterstaat

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een van de taken van Rijkswaterstaat?
A
Zwembaden onderhouden
B
Voor voldoende water zorgen
C
Vaargeulen uitdiepen
D
Otters laten inburgeren

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is het deltaplan gemaakt?
A
1950
B
1960
C
1966
D
1953

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De stormvloedkering is een onderdeel van het Deltaplan
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Deltaplan is een plan dat het zuidwesten van Nederland tegen overstromingen beschermt, door de afsluiting van zeegaten met dammen en stormvloedkeringen
A
Juist
B
Niet juist

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor plannen stonden er in het Deltaplan?
A
Zeearmen werden afgesloten met dammen.
B
Iedereen moest verplicht een zwemdiploma halen.
C
Er mochten minder mensen aan de kust wonen.
D
Zeedijken werden verhoogd.

Slide 16 - Quiz

Leg weer even uit dat Nederland nooit meer zo'n ramp als de watersnoodramp in 1953 wilde meemaken. Met het Deltaplan maakten ze plannen om zo'n ramp in de toekomst te voorkomen.
Hoe heten de uitsteeksels in de rivier?
A
Dijkverlegging
B
Kribben
C
Nevengeul
D
Overloop

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PC14

Welke maatregel van het plan Ruimte voor de rivier wordt in de afbeelding toegepast?
A
kribben verlagen
B
nevengeul graven
C
rivierbed verdiepen
D
uiterwaard uitgraven

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Graan
A
natte bulk
B
droge bulk
C
container
D
overig

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verpakte spullen die vaak in containers worden vervoerd zijn …
A
Stukgoederen
B
Massagoederen
C
Bulkgoederen
D
Containergoederen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bananen zijn:
A
Stukgoederen
B
Bulkgoederen
C
Massagoederen
D
Containergoederen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar wordt ijzererts niet mee vervoerd?
A
Trein
B
Binnenvaartschip
C
Vliegtuig
D
Mammoettanker

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnenvaartschip
Duwboot met duwbakken
Duwboot zonder duwbakken

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions