6.3

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 6
6.3 serie en parallelschakeling

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
- Terugblik vorige les
- Instructie 6.3 
- zelfstandig



Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen 6.3
Je kunt aan het einde van deze les: 
- Een serie- en parallelschakeling herkennen en eigenschappen van een serie- en parallelschakeling noemen. 
- Batterijen op de juiste manier in een serie of parallel schakelen
- Het effect van een serie of parallelschakeling van batterijen noemen. 

Slide 4 - Diapositive

Serieschakeling
Kenmerken van een serieschakeling
Alle onderdelen zitten in dezelfde stroomkring. Als één onderdeel kapot is, werken de andere onderdelen ook niet meer.

Slide 5 - Diapositive

Kenmerken van een serieschakeling
De spanning (U) van de bron is gelijk aan de som van
de spanningen over de lampjes.
(U)bron = U1 + U2 + U3 (+U4+….)
dus in dit geval: 4,5V = 1,5V + 1,5V + 1.5V

4,5 V
1,5 V
1,5 V
1,5 V
Serieschakeling

Slide 6 - Diapositive

Kenmerken van een serieschakeling
De stroomsterkte (I) door ieder lampje is gelijk aan
de stroomsterkte door de bron.
(I)bron= I1 = I2 = I3 (= I4 =…..)
 dus: 0,1A = 0,1A = 0,1A = 0,1A


Serieschakeling

Slide 7 - Diapositive

Bij een serieschakeling blijft ... ... gelijk
A
de spanning
B
de stroomsterkte
C
de weerstand
D
het vermogen

Slide 8 - Quiz

Hiernaast zie je een serieschakeling
van 2 gelijke lampjes. Door de
stroomkring gaat een stroom van
2 Ampère.
Hoe groot is de stroomsterkte door lampje 2?
A
1 Ampère
B
2 Ampère
C
4 Ampère
D
2 Volt

Slide 9 - Quiz

Hiernaast zie je een serieschakeling
van 2 gelijke lampjes. De batterij
levert een spanning van 9 Volt.
Hoe groot is de spanning over lampje 1?
A
9 Volt
B
4,5 Volt
C
18 Volt
D
9 Ampère

Slide 10 - Quiz

In een serieschakeling zijn drie identieke lampen geschakeld. De bronspanning is 12V. Hoeveel spanning staat er over elke lamp?
A
12 V
B
6 V
C
3V
D
4 V

Slide 11 - Quiz

Parallelschakeling
Kenmerken van een parallelschakeling:
Elk onderdeel zit in een aparte 
stroomkring. 
Als één onderdeel kapot is, blijven de andere onderdelen werken

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken van een parallelschakeling:
De spanning over iedere weerstand is gelijk aan
de bronspanning.
(U)bron= U1 = U2 = U3 (=U4…..)
4,5V = 4,5V = 4,5V = 4,5V



Parallelschakeling

Slide 13 - Diapositive

Kenmerken van een parallelschakeling:
Bij parallelschakelingen wordt de stroomsterkte verdeeld over alle lampjes. De hoofdstroomsterkte is de som van alle stroomsterktes door de lampjes.
(I)bron = I1 + I2 (+ I3....)
0,3A = 0,1A + 0,1A + 0,1A




Parallelschakeling

Slide 14 - Diapositive

Wat is er constant bij een parallelschakeling?
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand

Slide 15 - Quiz

Hiernaast zie je een parallelschakeling
van 3 gelijke lampjes. De batterij
levert een spanning van 9 Volt.
Hoe groot is de spanning over het
bovenste lampje ?
A
9 Ampère
B
3 Volt
C
27 Volt
D
9 Volt

Slide 16 - Quiz

Een batterij in een parallelschakeling waar twee lampjes parallel geschakeld zijn heeft een spanning van 6 volt en een stroomsterkte van 4 A. Wat is de spanning en de stroomsterkte bij ieder lampje?
A
U = 6V, I = 2 A
B
U = 6V, I = 4A
C
U = 3V, I = 2A
D
U = 3V, I = 4A

Slide 17 - Quiz

Hoe groot is de totale stroomsterkte van deze parallelschakeling?
A
I = 24 A
B
I = 9 A
C
I = 3 A
D
I = 2 A

Slide 18 - Quiz

Hiernaast zie je een parallelschakeling
van 3 gelijke lampjes. De stroomsterkte
door de batterij is 12 Ampère.
Hoe groot is de stroomsterkte door het
onderste lampje ?
A
12 Ampère
B
4 Ampere
C
36 Ampère
D
12 Volt

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!
Maken:
28 t/m 32 (197+)


Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
1:00

Slide 21 - Diapositive

Lesplanning
- Terugblik vorige les (6.3 deel 1)
- Instructie 6.3  (deel 2)
- zelfstandig



Slide 22 - Diapositive

Terugblik
- Wat is een parallelschakeling?
- Teken een serieschakeling met 3 lampen en 1 batterij

Slide 23 - Diapositive

Leerdoelen 6.3
Je kunt aan het einde van deze les: 
- Een serie- en parallelschakeling herkennen en eigenschappen van een serie- en parallelschakeling noemen. 
- Batterijen op de juiste manier in een serie of parallel schakelen
- Het effect van een serie of parallelschakeling van batterijen noemen. 

Slide 24 - Diapositive

6.3 serie- en parallelschakeling
Serieschakeling
Bij een serieschakeling zitten de batterijen achter elkaar in dezelfde stroomkring.
Bij een serieschakeling tel je de spanning van de batterijen bij elkaar op.
Hier dus 1,5V + 1,5V = 3V



Slide 25 - Diapositive

6.3 serie- en parallelschakeling
Batterijen in serie schakelen
Bij een serieschakeling moet de pluspool van de ene batterij met de min pool van de andere batterij verbonden worden.
Hoe meer batterijen in serie geschakeld hoe feller het lampje brandt
.




Slide 26 - Diapositive

6.3 serie- en parallelschakeling
Batterijen parallel schakelen
Als je batterijen parallel schakelt, moet je de gelijke polen met elkaar verbinden.
Bij een parallel schakeling krijg je geen sterkere spanningsbron De spanning blijft gelijk. De batterijen gaan langer mee.
1,5V=1,5V=1,5V




Slide 27 - Diapositive

6.3 serie- en parallelschakeling
Ampèremeter aansluiten
Een ampèremeter sluit je in serie aan in de stroomkring.




Slide 28 - Diapositive

6.3 serie- en parallelschakeling
Voltmeter aansluiten
Een Voltmeter sluit je parallel aan op het onderdeel dat je gaat meten.



Slide 29 - Diapositive

Wat voor soort
schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel

Slide 30 - Quiz

Een lampje heeft een spanning van 3,0 V nodig. Je hebt 2 batterijen van 1,5 V. Hoe moet je ze aansluiten om het lampje goed te laten branden?
A
Parallel
B
In serie, + bij +
C
In serie, + bij -
D
Dat maakt niet uit

Slide 31 - Quiz

U
I
Serieschakeling
verdeelt
overal gelijk
Parallelschakeling
overal gelijk
verdeelt
U en I in serie- en parallelschakeling 

Slide 32 - Question de remorquage