Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Fijn dat je er bent!
Pak je boek voor op blz 114, je schrift,
je etui met een pen en log in op deze LessonUp.
Leg je gemaakte huiswerk voor je.
.
timer
3:00
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
Herhaling foutloos spellen
Uitleg werkwoordspelling
Maken opdrachten
Huiswerk nakijken
Evaluatie en vragen stellen
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert foutloos spellen
Je leert over werkwoordspelling
Slide 4 - Diapositive
Herhaling
Herhaling
Slide 5 - Diapositive
Typ over met hoofdletters en leestekens:
de amerikaanse bevolking kan niet wachten
Slide 6 - Question ouverte
Hoofdletters en leestekens
Slide 7 - Diapositive
schrijf foutloos over: matthijs zei ik wil best meedoen want dan kan ik geld verdienen
Slide 8 - Question ouverte
Verkleinwoorden
Wat is het verkleinwoord van baby?
A
babytje
B
babietje
C
baby'tje
D
kleine baby
Slide 9 - Quiz
Verkleinwoord. Wat is het verkleinwoord van "arm"?
A
Armetje
B
Armkje
C
Armje
D
Armpje
Slide 10 - Quiz
Verkleinwoord. Wat is het verkleinwoord van appel?
A
appeltje
B
appelje
C
appel'tje
D
appeletje
Slide 11 - Quiz
Verkleinwoorden
- Een verkleinwoord is altijd een zelfstandig naamwoord. - Verkleinwoorden zijn altijd het-woorden. - Er zijn vijf uitgangen die een verkleinwoord kan hebben: -je, -tje, -etje, -pje, -kje
Slide 12 - Diapositive
aan elkaar of los: warme+chocolade+melk
Slide 13 - Question ouverte
aan elkaar of los: het+verplichte+stage+formulier
Slide 14 - Question ouverte
Aan elkaar of los
Slide 15 - Diapositive
Werkwoordspelling H4
Herhaling
Slide 16 - Diapositive
Wat moet je kennen en kunnen?
Werkwoordspelling:
pv tt
pv vt
voltooid deelwoord
hele werkwoord
Slide 17 - Diapositive
pv tt
Slide 18 - Diapositive
Wat?
Blz 114. Maak opdracht 1 en 2.
Hoe?
In je boek en/of schrift. Omcirkel de juiste vorm en noteer de juiste vorm van de werkwoorden.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
Zes minuten.
Klaar?
Maak opdracht 3: juiste werkwoordsvorm.
Zelfstandig aan de slag
timer
8:00
Slide 19 - Diapositive
Schema pv vt
Zwak werkwoord?
enkelvoud: ik-vorm tt + de of te
meervoud: ik-vorm tt + den of ten
DOEN:
Gebruik 't sexy fokschaap. Kijk naar de laatste letter voor de -en van het hele werkwoord. Zit die letter erin?
Dan ik-vorm tt + te. Anders ik-vorm + de
Sterk werkwoord?
Klankverandering
zo kort en simpel mogelijk
Slide 20 - Diapositive
Wat?
Blz 114. Maak opdracht 3, 4 en 5.
Hoe?
In je boek en/of schrift. Schrijf van de woorden het verkleinwoord op.