H- Die Freizeit Kapitel 6

Fantastische Freizeit

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fantastische Freizeit

Slide 1 - Diapositive

Die Freizeit

Een week telt 168 uur en daarvan zit je maar zo'n 35 op school. Natuurlijk moet je ook nog een paar uur slapen maar er blijft genoeg tijd voor hobby's.
Die Freizeit = de vrije tijd

Slide 2 - Diapositive

Veel  Duitse woorden lijken op hun Nederlandse vertaalwoorden. Vooral op het gebied van sport zul je veel overeenkomsten  zien. Je gaat met een quiz nu een aantal woorden  leren.

Slide 3 - Diapositive


A
reiten
B
tanzen
C
schwimmen
D
malen

Slide 4 - Quiz


A
reiten
B
malen
C
singen
D
tanzen

Slide 5 - Quiz


A
singen
B
Rad fahren
C
schwimmen
D
reiten

Slide 6 - Quiz


A
Volleyball spielen
B
Fußball spielen
C
Minigolf spielen
D
Schlittschuh laufen

Slide 7 - Quiz


A
reiten
B
Schi fahren
C
Rad fahren
D
malen

Slide 8 - Quiz


A
Rad fahren
B
Schi fahren
C
Schlittschuh laufen
D
tanzen

Slide 9 - Quiz


A
gewinnen
B
üben
C
trainieren
D
singen

Slide 10 - Quiz


A
malen
B
singen
C
reiten
D
üben

Slide 11 - Quiz


A
gewinnen
B
verlieren

Slide 12 - Quiz


A
Schlittschuh laufen
B
Schi fahren

Slide 13 - Quiz

Je hebt net 10 nieuwe Duitse woorden geleerd. Weet je nog welke er waren?
Schrijf zo veel op als jij je kan herinneren.
timer
0:40

Slide 14 - Question ouverte

Wat denk je?
Welke sport zie je op de foto.

A
Akrobatik
B
Trampolinspringen
C
Salto springen
D
Parkour

Slide 15 - Quiz

 Wat precies is Parkour?

 Bekijk de volgende film.
Schrijf in het kort op in je schrift wat de sport Parkour  inhoudt.


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Vor jedem Training sollst du...........
(voor elke training moet je....)
A
aufwärmen
B
gut ausschlafen
C
keine Angst haben (niet bang zijn)
D
nichts essen

Slide 18 - Quiz

Die Mädchen machen auch Parkour.
Wie viele Mädchen machen hier mit?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Was musst du bei diesem Sport immer bei dir haben?
A
gute Schuhe (goede schoenen)
B
einen Freund
C
Wasser
D
Glück (geluk)

Slide 20 - Quiz

Wat doen Duitse jongeren zoal in hun vrije tijd?


  •  Bekijk het volgende filmpje.


  •  Hoeveel vrijetijdsbestedingen hoor je?


  •  Schrijf in het Duits of Nederlands.

      

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

zet de antwoorden van de 3 vragen in je schrift en maak hier een foto van.

Slide 23 - Question ouverte

Gut gemacht!

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive