Les 5 - Machtige kerk

Herhaling H5
De machtige kerk
paragraaf 6.3
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H5
De machtige kerk
paragraaf 6.3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Herhaling bouwstijl kerken
  • Nakijken vraag geloof
  • Uitleg vervolgingen en de pest
  • Opdrachten
Plan vandaag
Leerdoel: je kunt verklaren waardoor vorsten meer of minder macht kregen.
Je kunt uitleggen hoe vorsten samenwerkten met de drie standen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort kerk is dit?
A
Romaanse Kerk
B
Gotische Kerk

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een...
A
Romaanse kerk
B
Gotische kerk

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een...
A
Romaanse kerk
B
Gotische kerk

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een...
A
Romaanse kerk
B
Gotische kerk

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geloof en bijgeloof
De kerk was erg machtig. Als je de een afwijkend geloof had of afwijkend gedrag toonde dan werd je opgepakt en vervolgd. Dit werd gedaan door de inquisitie.
  • Lees 6.3 'De normen van de kerk' 
  • Welke groepen werden er vervolgd door de inquisitie?
  • Waarom werden deze mensen vervolgd?
  • Hoe werden andersgelovigen door de kerk genoemd?
  • Is er een verschil tussen hoe de groepen behandeld werden? 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Ketters
De kerk bepaalde wat normaal was
Iedereen die niet 'normaal' was, was een ketter
Ketters werden vervolgd door de inquisitie 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heksen
  • Intensieve heksenvervolgingen in de middeleeuwen.
  • Veel bijgeloof in de middeleeuwen
  • Vrouwen zouden eerder voor de duivelse verleidingen bezwijken

Dus moest zij getest worden: godsoordeel 
  • waterproef
  • vuurproef
  • heksenwaag

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antisemitisme
In de middeleeuwen werden Joden het mikpunt van veel haat omdat ze afwijken van de christelijke norm:
  • Dagelijkse bezigheden
  • Overleven de pestepidemieën
  • Aparte positie in de samenleving
  • -> pogroms

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

filmpje van de pest in nederland schooltv
De PEST! 1347-1352
Door de ziekte wordt de kerk machtiger, mensen zoeken hulp en steun. Vooral bij heiligen en hun relikwieën.

1. Leg uit waarom heiligen belangrijk waren voor mensen in hun persoonlijk leven, geef twee verschillende voorbeelden
2. Waarom vereerden mensen de overblijfselen van heiligen? Benoem in je antwoord het begrip voor die overblijfselen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Één god, maar honderden heiligen
1. Leg uit waarom heiligen belangrijk waren voor mensen in hun persoonlijk leven, geef twee verschillende voorbeelden
2. Waarom vereerden mensen de overblijfselen van heiligen? Benoem in je antwoord het begrip voor die overblijfselen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

     Investituurstrijd 1075-1122
Investituur is de plechtige benoeming van een
bisschop.

Wie mag de bisschop benoemen?
De koning of de paus?

Hét conflict van de 11e eeuw

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koning
Paus
Duitsland
Rome
Benoemt hertogen, graven en bisschoppen
geestelijke macht
wereldlijke macht
wordt machtiger
verliest macht

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Neem de tekst over en vul de missende woorden in
In de ......e eeuw vindt de strijd tussen de ........ en de ....... plaats. Zij zijn het oneens over wie de ......... mag benoemen. Uiteindelijk eindigde de ...........strijd in 11.. . Hierdoor verloor de Duitse vorst veel macht. Andere koningen uit .......... en Engeland wilde meer macht. Door opbrengsten van …… uit steden konden zij meer ....... in dienst nemen. Ook versterkte zij hun ....... Koningen gingen hun land steeds meer als eenheid besturen. Dit noem je .......... . Het land werd ook vanuit één plek bestuurd, deze ontwikkeling                       heet: .......... . De macht van ....... werd hierdoor kleiner
Neem de tekst over en vul de missende woorden in

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Centralisatie
Koningen gingen hun land steeds meer als eenheid besturen: staatsvorming
  • meer geld uit steden en belasting
  • bestuur vanuit één plek: centralisatie
  • edelen verliezen macht, leenstelsel verdwijnt


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de Middeleeuwen was de samenleving verdeeld in een standenmaatschappij. Sleep de drie standen naar de juiste plek in de afbeelding:
Bidden
Beschermen
Werken
Adel
Boeren
Geestelijken
2e stand
1e stand
3e stand

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie standen
In de middeleeuwen bestond de samen-
leving uit drie standen:
De burgers wilden meer inspraak


Vorsten roepen een vergadering van de drie standen bij elkaar voor advies of geld. Deze vergadering heet het parlement (Engeland) of de Staten-Generaal (Nederlanden en Frankrijk)

1. Geestelijken
2. Adel
3. Boeren / burgers

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul aan. Het tijdvak van hoofdstuk 6 is de tijd van ....

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De jaartallen bij dit tijdvak zijn
....-....

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De periode van hoofdstuk 5 en 6 is de
........?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip past het beste bij onderstaande beschrijving?
"christenen met een afwijkend geloof"
A
Pogroms
B
Getto's
C
Ketters
D
Schepenen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat betekent pogrom?
A
uitbarsting van geweld tegen joden
B
uitbarsting van geweld tegen christenen
C
uitbarsting van geweld tegen moslims
D
uitbarsting van geweld tegen Nederlanders

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze vraag gaat over 'de machtige kerk'. Zijn de volgende uitspraken juist of juist?

1. De inquisitie reisde door verschillende landen.
2. Door de pest ontstonden pogroms.
3. Door het antisemitisme ontstonden jodengetto's.
4. Door het geloof in heiligen nam hekserij (zie plaatje) toe.
A
1. juist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
B
1. onjuist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
C
1. juist, 2. onjuist, 3. juist, 4. onjuist
D
1. juist, 2. juist, 3. onjuist, 4. juist

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 27 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

De inquisitie kon ketters veroordelen tot de doodstraf. Waarom werd dit opgericht?
A
De kerk zou anders uit elkaar vallen
B
Volgens de kerk is er maar één juiste manier om te geloven
C
Ze overtraden de wet, daarom een rechtbank
D
Zo kregen ketters geen plekje in de hemel

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip past het beste bij onderstaande beschrijving?
"aparte woonwijk"
A
Relikwie
B
Getto
C
Inquisitie
D
Raadhuis

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je een bewaard gebleven stukje lichaam van een heiligen?
A
relikwie
B
inquisitie
C
liefdadigheid
D
bedevaart

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de Inquisitie?
A
een groep monniken die de kerkelijke regels uitlegt
B
een kerkelijke rechtbank die ketters vervolgt
C
een vergadering van de leiders van de kerk
D
geen van bovenstaande antwoorden is juist

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort bij het plaatje?
A
Aflaat
B
Gilde
C
Antisemitisme
D
Inquisitie

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen konden een aflaat kopen. Wat is een aflaat?
Vul aan. Met een aflaat .....
A
hoefde je niet elke zondag naar de kerkdienst
B
kon je priester worden
C
mocht je helemaal voorin de kerk zitten
D
werden je zonden vergeven

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn schepenen?
A
Rechters
B
Politie
C
Koningen
D
Edelen

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn keuren?
A
straffen voor een stad
B
wetten voor een stad
C
rechters van een stad
D
stadsbestuurders

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of onjuist:
De burgerij betaalde voor de bouw van de kerk zodat ze de bouwstijl konden kiezen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of onjuist:
Een stad krijgt stadsrechten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions